Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 124 van 215

...  112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137  ...
[6] Daarom zij onze heilige Vader in de hemel ook al onze liefde, eer en aanbidding! Blijf voor hem bidden; dan zullen wij vandaag nog wonderbaarlijke dingen aan Lamech beleven! Laat ons nu naar hem toe gaan! Amen.'
Hoofdstuk 183: Over de macht van de voorspraak van het hart. De goede uitwerking van de onvrijwillige hongerkuur van Lamech. Lamechs berouw en de erbarming van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] En Lamech sprong op van vreugde en zei diep geroerd tegen Kisehel: '0 vriend van God, van de almachtige Schepper van hemel en aarde! 0 geheiligde broeder uit de hoogten, die als een blijvende woning van de Almachtige zijn, neem ten eerste mijn tranen als teken van mijn innigste, eeuwig blijvende dank voor je heerlijke, wijze leer die je mij zo-even hebt gegeven; want zij is niet alleen door en door waar, maar zij is heilig! Ja, in de volle waarheid is er maar één dank en maar één lof, en die is eeuwig! Van nu af aan wil ik daar ook voor eeuwig in verblijven!
Hoofdstuk 184: Danken met de mond en danken met het hart. Lamech is bekeerd en wil de stenen tafel weer reinigen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Broeder Lamech verheug je hogelijk met mij; want geloof me, wij zijn nu kinderen van een en dezelfde Vader in de hemel en er is nu geen kloof meer tussen ons en jou, zoals je dacht, maar, zoals gezegd, wij zijn kinderen van een en dezelfde Vader!
Hoofdstuk 185: Lamech erkent en prijst Gods vaderlijke liefde en goedheid. Hoe het berouw en de liefde van de bekeerde het vuil van de zonde in puur goud veranderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] En Kisehel zei nu tegen de vrouwen en de meisjes: 'Zet de resten in jullie manden hier neer!' En nadat de vrouwen en de meisjes dat hadden gedaan, keek Kisehel samen met zijn broeders omhoog naar de hemel en zegende de resten in de manden.
Hoofdstuk 187: De goede boodschap van Lamech aan zijn volk. De ongehoorzame knechten van Lamech. De knechten krijgen een wonderbaarlijk versterkend maal - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Hierop wendde hij zich tot zijn ploeg en zei tegen hen: 'Ga weer terug met mij; want voor zulke lummels is ons vakmanschap niet geschapen!
Hoofdstuk 190: Sethlahems opdracht aan de vrouwen en meisjes. Thubalkaïns aankomst. Het gesprek tussen Kisehel en de ruwe Thubalkaïn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] En hier richtte Kisehel zijn ogen ten hemel en sprak als volgt:
Hoofdstuk 194: Thubalkaïns juiste en ontroerende gebed. Kisehels dankgebed. De vaderlijke stem uit de wolk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Er zijn nog maar nauwelijks acht dagen verstreken sinds Lamech gezworen heeft de hemel en de hele aarde te vernietigen, - en nu ligt hij boetvaardig voor datgene in het stof dat hij zo gruwelijk bitter heeft vervloekt!
Hoofdstuk 197: Lamechs grote, van liefde vervulde verering van God. Thubalkaïns verwondering. Kisehels woorden over het zuiverende vuur van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] O verneem het, alle volkeren! De Heer, de oneindig machtige Schepper van hemel en aarde, de eeuwig grote God, tegenover wie wij allen op gruwelijke wijze hebben gezondigd, heeft ons aangezien en heeft omwille van onze grote blindheid het rechtvaardige gericht Opgeheven, waardoor wij allen voor eeuwig door de dood verslonden zouden zijn!
Hoofdstuk 198: Lamechs woorden over de overwinning en zijn deemoedige bekentenis. Kisehels beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Machtig groot was mijn slechtheid, en ik wilde daarmee in de hemel van het leven doordringen; maar in mijn slechtheid heeft de Heer mijn armoede gezien en heeft Zich over mij erbarmd!
Hoofdstuk 198: Lamechs woorden over de overwinning en zijn deemoedige bekentenis. Kisehels beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Maar Kisehel zei heel gelaten tegen Lamech: 'Broeder, wind je niet vergeefs op; want God is niet zoals de mens, dat Hij onmiddellijk Zijn werken wil vernietigen, - maar de eeuwige wet van Zijn eeuwige orde luidt: eeuwig behoud van alle geschapen dingen!
Hoofdstuk 204: De strijd met de rebellen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] `Nu, jij mens, ik heb je vanuit mijn kracht geschapen en ik zeg je, je bent vrij en je kunt doen wat je wilt!' Zal nu deze door jou geschapen mens werkelijk reeds vrij zijn? – O, neen, want hij weet immers nog niet wat vrijheid is!
Hoofdstuk 206: Lamechs gedachten van twijfel over het wezen van de begeerte en de verzoeking. Kisehels verklaring van de vrijheid van de menselijke wil aan de hand van een voorbeeld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Want Hij doet, zoals Hij wil, zowel met de krachten in de hemel als ook met die op aarde, en niemand kan Hem tegenhouden en niemand aan Hem vragen en tegen Hem zeggen: `Wat doet U, Almachtige?'
Hoofdstuk 207: Lamechs verdriet over het feit dat de mens niets verdienstelijks kan doen voor God. Kisehel wijst op de deemoed als begin van de zuivere liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Het enige, namelijk dat wij Hem kunnen en mogen liefhebben, loven en prijzen is iets wat ons alleen aangaat; maar ten opzichte van Zijn almachtige, oneindige en eeuwig goddelijke wezen beschouwd is dat ook niets! Want als wij, alle mensen en dieren van de aarde en alle krachten van de hemel, ten opzichte van Hem niets zijn, wat is onze liefde, onze lof, de door ons aan Hem gegeven eer en al onze prijs voor Hem dan eigenlijk wel?!
Hoofdstuk 207: Lamechs verdriet over het feit dat de mens niets verdienstelijks kan doen voor God. Kisehel wijst op de deemoed als begin van de zuivere liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Wie kan God door zijn lof verheerlijken, Hem, voor wie de hemel en de aarde niets zijn?! Wie kan Hem liefhebben, Hem, de oneindige macht, kracht en het gezag?! Wie kan hem een passend offer brengen, aan Hem, wiens oereeuwig eigendom alles is!
Hoofdstuk 207: Lamechs verdriet over het feit dat de mens niets verdienstelijks kan doen voor God. Kisehel wijst op de deemoed als begin van de zuivere liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Zie, hetgeen wij aanschouwen, is niets anders dan een puur wonder! De zon aan de hemel, de maan en alle sterren en onze aarde zijn vervuld van de meest onbegrijpelijke wonderen! Wie begrijpt wat zij zijn?
Hoofdstuk 211: Mura's dorst naar licht. Lamech raadt hem aan om geduld te hebben. Het markeren van de plaats waar de tempel gebouwd wordt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137  ...