Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 124 van 278

...  112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137  ...
[13] Er staat ook geschreven: 'Wie goed van hart is en een profeet en leraar loon geeft en hem een offer brengt, zal later ook het loon van een profeet ontvangen!' Zijn jullie dan soms profeten, verlicht door Gods geest, om als een licht uit de hemelen de mensen op aarde voor te lichten, die in de nacht van hun zonden wandelen? O, dat zijn jullie nooit geweest, alhoewel jullie om meer aalmoezen van de lichtgelovige mensen te vangen, je al verscheidene keren als zodanig hebben voorgedaan, zonder dat jullie in God geloven, omdat jullie allebei al lang het geloof van de blinde Sadduceeën hebben! Maar daarom zijn jullie des te meer strafbaar, omdat jullie hier de echte armen van deze streek ontnemen wat hun toekomt! Sta dus maar gauw op en ga weg van hier, anders zullen jullie de macht leren kennen van Degene die dit nu tegen jullie gezegd heeft!'
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Wek daarom jullie geloof in God en de ware, innige liefde voor Hem en een vast vertrouwen in Hem tot leven! Bid en smeek zelf in de geest en in waarheid tot Hem, dan zal Hij jullie ook zeker verhoren! Bidt dus zelf zonder onderbreking, doe ware boete en verdraag ook het leed dat om een goede reden over jullie gekomen is met geduld en ware overgave aan de goddelijke wil, zoals jullie dat van het geduld van Job kunnen leren, dan zal God jullie uit iedere nood helpen, voorzover dat bij het heil van jullie zielen ten goede komt!
Hoofdstuk 160: Over godsdienst en zinvol bidden (15.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Hierop gaf Ik de leerlingen het teken om verder te gaan en wij trokken dan ook zonder verder oponthoud verder.
Hoofdstuk 160: Over godsdienst en zinvol bidden (15.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Deze kwestie komt mij eerlijk gezegd wel enigszins wonderlijk voor! Als wij U om iets .vragen, dan verhoort U ons direct, zonder een bijna onbeschaamd aandringen, en zo hebt U ook heidenen, tollenaars en een groot aantal zondaren verhoord en de schuld van de echtbreekster in het zand geschreven; maar deze leer van U, namelijk hoe men iets van God moet afsmeken, stemt toch niet zo erg goed overeen met al het andere dat U onderwezen hebt. Hoe moeten wij dat opvatten?'
Hoofdstuk 161: De gelijkenis van de rechter en de weduwe (Luc. 18: 1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu kwam ook Simon Juda echter naar Mij toe en hij zei: 'Heer, wij hebben alles verlaten en zijn U bij de eerste oproep die U tot ons richtte zonder enige terughoudendheid gevolgd, en hebben daarvoor nog nooit enige aardse schadeloosstelling van U verlangd; maar nu er hier veel over het hemelrijk en over het eeuwige leven gesproken wordt, wil ons dan ook een verzekering geven van wat wij in het andere leven te verwachten zullen hebben!'
Hoofdstuk 167: Petrus vraagt naar het loon van de leerlingen (Luc. 18: 28-30) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Werkelijk, er is niemand die zijn huis of zijn ouders of broeders, zusters, vrouw of kinderen verlaat omwille van het rijk Gods, die het niet reeds in deze tijd veelvoudig terug ontvangt, en in de toekomstige wereld het eeuwige leven oogst! Als Ik jullie dat zeg als Degene die alles heeft en ook alles kan en zal geven wat Hij beloofd heeft, dan kunnen jullie Hem ook geloven! Want jullie hebben nu al bijna een paar jaar achtereen gezien, beleefd en meegemaakt dat Ik nog nooit een woord gezegd heb dat zonder resultaat en onvervuld gebleven is.
Hoofdstuk 167: Petrus vraagt naar het loon van de leerlingen (Luc. 18: 28-30) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Die woorden nu luiden: 'Er bestaat geen groot en werkelijk wijs man zonder een goddelijke inspiratie.' En u lijkt mij het meest door een god geïnspireerd te zijn, waardoor u ook in staat bent om zulke dingen te doen, die alleen een god mogelijk zijn. En omdat dat bij u onbetwistbaar het geval is, kunt u ook heel goed de aan de joden beloofde Messias zijn, en deze mening over u heeft ook die burger, die tevens mijn buurman is, mij onomwonden toegegeven. En als u dat bent, is het voor ons heidenen ook hoog tijd om ons godenstelsel, dat op oude fabels berust, overboord te gooien en ons op de leer van de joden te richten!
Hoofdstuk 171: De waard vraagt naar zijn spoorloos verdwenen zoon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Als u degene bent voor wie ik en mijn buurman u houden, dan is uw alwetendheid meer dan goed verklaarbaar, en dan zult u ook vast en zeker kunnen zeggen waar mijn oudste zoon zich nu bevindt, hoe het met hem gaat en wat hij doet; want ik zou dat nu des te meer en heel zeker willen weten, omdat er nu al twee jaar verlopen zijn, zonder dat ik een bericht van hemzelf of van iemand anders over hem ontvangen heb. Als u mij dat genoegen kunt en wilt doen, dan zullen u en al uw metgezellen drie volle dagen in mijn huis op de meest voortreffelijke wijze gratis verzorgd worden!'
Hoofdstuk 171: De waard vraagt naar zijn spoorloos verdwenen zoon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (Kado:) 'Toen ik spoedig daarna alles in Athene in orde gemaakt had en dan ook zonder verder oponthoud de thuisreis aanving, nam ik vanuit Tyrus de weg langs het oude Nazareth en informeerde daar zorgvuldig naar de goede heiland Jezus. Men toonde mij toen al gauw een kleine woning heel dicht bij de stad. Deze woning heb ik direct bezocht en ik trof daar enkele vrome en rechtschapen timmerlieden aan, die mij voorstelden aan een vrouw met de naam Maria, die al weduwe was en de lichamelijke moeder van de gezochte heiland was, maar die mij toch niet wist te zeggen waar haar zoon Jezus zich in die tijd en op dat moment bevond.
Hoofdstuk 173: De wensen van koning Abgarus van Edessa - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Wie iets goeds voor zijn vrienden doet, doet daar goed aan, want het is immers een vanzelfsprekende plicht dat men iets goeds doet voor degenen die ook ons alleen maar goed doen. Maar het is van meer waarde om ook voor zijn vijanden iets goeds te doen. Wie dat doet, zal eens een grote vergelding in de hemel kunnen verwachten en op deze aarde zal hij daardoor gloeiende kolen op de hoofden van zijn vijanden stapelen, hun daardoor eerst hun schuld aantonen zonder rechter en rechtbank en hen tot zijn vrienden maken.
Hoofdstuk 174: De maaltijd bij de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Wat is er nog gelegen aan de tempel in Jeruzalem, of aan al die loze ceremoniën, die alleen vóór Mijn komst een voorbereidende symbolische betekenis hadden, maar nu hol, zinloos en zonder betekenis zijn!
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Mozes is ontegenzeglijk de zuiverste en meest waarachtige godsleraar en meest getrouwe verkondiger van Gods wil aan de mensen; maar ook zijn leer is niet zonder enige ceremonie, hoe betekenisvol die ook is; en juist de ceremonie is nu het zichtbare verval van het overigens zo verheven jodendom, en het wordt in de loop van de tijd steeds maar erger. Waarom werd er in de oertijd eigenlijk altijd samen met de openbaring van een goddelijke leer een ceremoniële cultus verkondigd, en werd er zelfs geboden die strikt te beoefenen?'
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] En zoals Ik je nu de ceremonie van het aanbreken van de dag getoond heb, zonder je speciaal op eenzelfde ceremonie voor de vallende nacht wijzen, zo kun je de gebeurtenissen van de komende zomer of de herfst, de winter en ook het voorjaar als een ceremonie beschouwen, en ook de gebeurtenissen bij de ontwikkeling van bijvoorbeeld een vruchtboom en nog andere gewassen en schepselen op deze aarde; voor het voortbrengen van een rijpe en smakelijke .vrucht zijn ze weliswaar absoluut noodzakelijk, maar de eigenlijke waarde is tenslotte toch alleen maar gelegen in de rijpe en goede vrucht.
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] En zo kun jij nu dan ook een echte en in Mijn ogen wettige jood zijn zonder de besnijdenis en zonder ervoor te betalen. Want wie overdag wandelt, hoeft geen ochtendschemering te begroeten als noodzakelijk voor zijn leven, en wie van een boom reeds de geheel rijpe vrucht geplukt en wel voor zich heeft liggen, hoeft zich er toch ook echt niet meer om te bekommeren hoe de boom knoppen gezet en daarna gebloeid heeft, en of hij veel of weinig bladeren had. Want de vrucht is de hoofdzaak; als die er is, dan heeft al het voorafgaande geen waarde meer .
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] En als ik dit nu goed en helder overdenk, zegt er iets in mijn hart: 'Kado, je hebt alles al gevonden en zult verder niet veel meer hoeven te zoeken! ' Ik bedoel: U, o goede en beste Heer en Meester, en Hij, die ik nog moet zoeken, staan volgens het gevoel dat nu in mij ontwaakt is nagenoeg zonder twijfel op één en hetzelfde niveau, en wie U gezocht en ook gevonden heeft, heeft tevens Hem al gevonden, die hij nog moet zoeken. Want de tekenen die U doet, en de woorden die U spreekt, kan geen mens spreken en doen. Hier wil ik mee zeggen: Heer en Meester, U Zelf bent de waarheid, de weg, het licht en het leven! Wie U gevonden heeft, heeft alles al gevonden! -Heb ik nu onjuist geoordeeld?'
Hoofdstuk 176: Het wezen van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137  ...