Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 124 van 1490

...  112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137  ...
[11] IK zeg: " Ja, zo is het, daarom moeten jullie bij alle nog zo weerzinwekkende verschijnselen op deze aarde niet de moed verliezen, want de Vader in de hemel weet ervan en weet het best waarom Hij ze toelaat!
Hoofdstuk 169: Over de bezetenheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] PETRUS zegt: "Ja Heer, ook deze verklaring begrijp ik. U zij altijd al mijn liefde voor eeuwig!"
Hoofdstuk 169: Over de bezetenheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] IK zeg: "Hebben jullie er goed op gelet, dat niemand zag dat wij deze berg opgingen en hier gingen zitten?"
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Maar de vrouw heeft ons gezien en ontdekt dat wij hier uitrusten en dat is voldoende voor duizenden om morgen naar deze heuvel te komen!"
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De LEERLINGEN zeggen: "Heer, wij zijn nog niet zo moe, laten wij daarom na middernacht deze berg verlaten en ergens anders heengaan, waar dat steeds zo hinderlijke volk ons niet kan vinden. Dan kunnen we op die manier een paar dagen uitrusten!"
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Zo zijn de meeste ziekten, die de mensen moeten doorstaan, niets dan hinderpalen om te voorkomen dat de ziel één zou worden met het lichaam, dat, zelfs bij de kinderen van het licht, afkomstig is uit de verbannen satan. Het enige verschil voor de kinderen van het licht is, dat, als hun ziel aan het lichamelijke wil gaan hangen, hun lijden door de hemel veroorzaakt wordt. Ook het lijden van de kinderen van de wereld wordt voor dit doel door de hemelen bevolen en toegelaten, maar van oorsprong zijn het hellepijnen. Het lichaam van het wereldkind moet die als een volledig deel van de hel mee lijden, als de hel een stekende pijn voelt wanneer de geweldige invloed van de hemel een deel van haar leven grondig wegrukt! - Begrijp je deze uitleg nu ook?"
Hoofdstuk 169: Over de bezetenheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK zeg: "Laten we toch maar hier blijven! Want het is de wil van de Vader dat Ik hier allerlei gebrekkige mensen genees van hun lichamelijke kwalen. Daarom zal Ik drie volle dagen op deze berg blijven. Morgenochtend kunnen jullie er op uitgaan en voor ons voor de drie gereserveerde dagen voldoende brood halen!"
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] PETRUS zegt: "Daar zal ik wel voor zorgen, want aan de oever van deze zee is mij geen plaats onbekend en ik weet waar je moet zijn om brood te halen. Hoogstens twee uur gaans heen, en terug net zo lang!"
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Op die manier was nu deze berg ook voor altijd voorzien (en is dat nog tot op dit uur) van zeer goed water. Maar Petrus noch Johannes begrepen hoe de steen door het alleen maar opleggen van hun handen, zichzelf op de een of andere manier had kunnen verplaatsen. Later legden ook alle andere leerlingen hun handen op de steen om te zien of hij nog verder zou schuiven. Maar zij konden met de steen niets aanvangen.
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Als Petrus en Johannes hun handen echter weer op de steen legden, schoof deze meteen weer verder. Toen vroegen de andere LEERLINGEN Mij: "Heer, waarom gebeurt dat bij ons niet?"
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen JUDAS Iskariot dat hoorde, hief hij zijn handen ten hemel en zei: "Nee, nou wordt het me op 't laatst toch teveel! Daar komen meteen weer geen honderden, maar duizenden mensen, en dat zijn natuurlijk meer zieken dan gezonden! Vaarwel, stille rust van deze berg! Dat zal wel weer een gewoel en een gedrang worden, en van rust zal geen sprake meer kunnen zijn!" ,
Hoofdstuk 171: Het wonder van de genezing op de berg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Toen de beiden dat hoorden, zochten ze meteen op de steen een geschikte plaats en legden daar hun handen op. Maar de steen gaf geen water! Toen zij ongeveer een uur lang hun handen op de steen hadden gehouden, begon deze te bewegen en verschoof weldra meer dan tien passen van zijn plaats. Dit steenblok was verscheidene duizenden jaren geleden als meteoor uit de hoogte daar neergevallen en had daardoor de enige waterbron van deze berg zodanig versperd dat er geen druppel meer uit kon komen. Omdat nu, door het verschuiven, de steen van de oude plaats weggehaald was, kwam meteen een beste en zeer overvloedige bron voor de dag in de vorm van een ongeveer vijf voet diep bassin, dat -zoals beschreven -enige duizenden jaren geleden ontstaan was door de inslag van de steen.
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] IK antwoord: "Omdat jullie geloof zo hier en daar nog wat wormstekig is en de ware kracht mist. Maar Ik zeg jullie: Als jullie echt zouden geloven en niet zouden twijfelen aan wat je wilt laten gebeuren, waarlijk, dan zouden jullie je handen op een hele berg kunnen leggen en hem bevelen, en hij zou net als deze vrij zware steen zijn plaats verlaten en zich ergens anders heen bewegen. Maar daarvoor is jullie geloof nog veel te zwak! Ja, Ik zeg jullie nog meer! Als jullie een echt onwankelbaar geloof zouden hebben, dan zouden jullie tegen die hoge berg, die wij bij Genezareth beklommen hebben, van hier uit kunnen zeggen: 'Verhef je en val in de zee!', en de berg zou zich verheffen en in zee vallen zoals jullie gezegd en gewild zouden hebben! Maar, wat jullie nu nog niet kunnen, dat zullen jullie eens toch kunnen! - Laten we nu echter ons ochtendbrood eten, want dan zal het echt niet zo lang meer duren of we worden door de mensenmassa bijna platgedrukt! Leg de voorraad brood en vissen op die steen, die jullie hier weggeschoven hebben!"
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Wij aten toen ons ochtendbrood, en nadat we er nog wat vissen bij gegeten hadden, legden de leerlingen de nog behoorlijk grote voorraad op de grote witte steen, waarna wij naar de mooie omgeving keken, die zich voor ons naar alle kanten wijd uitstrekte. Men kon vanaf deze berg bij helder weer heel goed hier en daar de oever van de grote Middellandse zee zien, en de torens van Sidon en Tyrus en nog een heleboel andere plaatsen. Kortom, het uitzicht vanaf deze berg was prachtig en wedijverde met verscheidene veel hogere bergen, waarvoor men vaak een volle dag nodig had om die te beklimmen. De totale hoogte boven het oppervlak van de zee bedroeg volgens de maten van deze tijd ongeveer vierduizend voet. Het plateau was zo groot en ruim, dat men er een behoorlijk grote stad had kunnen bouwen, alleen de toegangen waren aan alle zijden tamelijk steil en men moest er op verscheidene plaatsen vrij veel moeite voor over hebben om omhoog te komen. Op een aantal plaatsen was deze berg zelfs onbeklimbaar, maar van de kant waar wij hem beklommen hadden, was hij tamelijk goed te beklimmen. En uit die richting hoorde,n wij dan ook, nadat wij ongeveer een uur genoten hadden van het mooie uitzicht, veel mensenstemmen, met daar tussendoor veel kreten van pijn van jong en oud en van mannen en vrouwen.
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Ja, deze zeer zachtaardige leer van Mij zal mettertijd zelfs de bloedigste oorlogen ontketenen, maar ook dat kan niet vermeden worden, want het leven ontstond uit een geweldige strijd in God, en is en blijft daarom een voortdurende strijd en kan slechts door de passende strijd in stand gehouden worden! -Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 172: Het leven kan slechts door strijd behouden blijven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137  ...