Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 124 van 1037

...  112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137  ...
[10] Dat stelt OURAN gerust, hij kijkt nogmaals naar de nog hevig brandende en ook erg rokende stad en ontdekt met zijn verziende, scherpe blik, dat men uit de stad in alle richtingen op pad gaat. Ook hier naar onze berg ziet hij hele optochten komen en hij zegt: "Nou, wel bekome het iedereen! -Als die allemaal hierheen komen, waar zal dan al het brood vandaan moeten komen? Die eten de oude Marcus met zijn huis helemaal met huid en haar op!"
Hoofdstuk 131: Raphaël verjaagt de menselijke zorgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Stel je dan eens de in eeuwigheid nooit te meten, eindeloze scheppingsruimte vol zonnen en aarden voor, die nog veel groter zijn dan deze aarde en haar stralende zon! Alle worden door één en dezelfde Heer altijd op dezelfde wijze rijkelijk van alles voorzien wat nodig is voor hun bestaan. Nergens gebrek, maar overal de grootste overvloed! Als dit nu zo en eeuwig onmogelijk anders is, wat maak je je dan zorgen over het brood voor die velen die nu vanuit de stad naar ons hier onderweg zijn?"
Hoofdstuk 131: Raphaël verjaagt de menselijke zorgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] HEBRAM, die als enige van zijn dertig metgezellen ook wakker is gebleven, komt er nu ook bij en zegt: "Dat zal me vandaag, nu het strikt genomen sabbat is, een verwarring geven! Als deze brand op een werkdag had plaatsgevonden, zou men de slachtoffers die naar ons toe zullen komen met raad en daad terzijde kunnen staan, maar nu zal het zelfs voor de grote Meester een zware opgave worden!"
Hoofdstuk 131: Raphaël verjaagt de menselijke zorgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] RAPHAËL zegt: "Ga naar je broeders en stel hen gerust, want dezelfde domme zorg voor de sabbat waarmee jij hier bent gekomen, houdt hen ook bezig! Toon hun aan hoe dom hun bezorgdheid is! Ze worden nu gaandeweg wakker." -Hebram gaat en doet met goed gevolg wat Raphaël hem heeft opgedragen.
Hoofdstuk 131: Raphaël verjaagt de menselijke zorgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Daar is iedereen mee tevreden en rust daalt weer neer. op de uitloper van de berg, die door een klein, lager gedeelte afgescheiden is van het zich verder naar het zuiden uitstrekkende, hogere gebergte. Maar beneden aan de zee spelen zich al levendige taferelen af, want er zijn inmiddels bij de oude Marcus reeds verscheidene groepen mensen uit de stad aangekomen, die daar, zoals te verwachten was, in schrille kleuren hun nood beschrijven en klagen over het ongeluk dat over hun onschuldige hoofden kwam.
Hoofdstuk 132: Priesters en hun waardigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Ga maar eens naar zo'n onverbeterlijke priester, aan wie je heel goed kunt merken hoezeer hij vergroeid is met het onware en leugenachtige, dan zul je merken dat er niets mee te beginnen is! Hij vindt zichzelf veel waardiger dan een keizer, omdat hij zich verbeeldt een plaatsvervanger van God op aarde te zijn, en daarom ruilt hij zijn waardigheid voor niets ter wereld.
Hoofdstuk 132: Priesters en hun waardigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Mocht je voor veel goud en zilver proberen zijn waardigheid te kopen, dan zal hij zeggen: 'Goud en zilver heb ik toch al, maar mijn waardigheid is meer waard dan alle schatten ter wereld, want ik ben een ambtenaar van God en geen ambtenaar van een werelds vorst, en mijn ambt blijft eeuwig!' Na dat commentaar heb je niets meer in handen en moet je tenslotte nog dansen naar het pijpen van zo'n onverbeterlijke hogepriester! Daarom denk ik dat met deze orthodoxe joden niet zo heel veel te bereiken zal zijn! Toch is je instelling zonder meer zeer godvruchtig. God de Heer kan echter heel veel, wat ons engelen en jullie mensen vaak voor onmogelijk houden."
Hoofdstuk 132: Priesters en hun waardigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Een deel van de uit Caesarea aangekomenen gaat de berg op, omdat ze daar reeds van verre mensen hebben gezien. Als zij echter Romeinen ontwaren, trekken ze zich meteen weer terug. Ze veronderstellen namelijk dat die hier op wacht staan om de vluchtelingen op te vangen en ze weer naar de nog brandende stad terug te sturen om mee te helpen blussen, wat de orthodoxe joden op deze sabbat heel erg ongelegen zou komen. Er woonden namelijk in Caesarea nogal wat orthodoxe joden die, hoewel zij geen Farizeeër waren, heel streng de hand hielden aan de instellingen van Mozes. Het was nu de sabbat van de nieuwe maan en die werd altijd nog strenger gehouden dan de gewone! Daarom waren zij door de noodlottige gebeurtenissen van de vooravond als het ware in hun geloof versterkt en met as op het geschoren hoofd en verscheurde kleren nog veel fanatieker dan op enige andere sabbat van de nieuwe maan. Het zou voor deze zeer strenge nalevers van de sabbat beslist fataal zijn geweest, als zij door de niet sabbathoudende Romeinen teruggestuurd waren om te blussen. Derhalve bleven zij bij de aanblik van de Romeinen, hoewel die nog sluimerden, maar heel kort op de berg en verdwenen zoals gezegd met de noorderzon.
Hoofdstuk 132: Priesters en hun waardigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] RAPHAËL zegt: "Je bent beslist een eerlijke en rechtschapen Jood, maar wat de geheime wegen van de Heer betreft, ben je zo dom als een ezel! Denk je dan dat ik dat, wat ik doe, uit mijzelf doe?! Ik ben een vinger van de Heer en doe wat de geest van de Heer mij opdraagt! Had je ook maar iets meer begrip, dan zou je dat wel inzien, maar ik weet hoe ver jouw begrip in geestelijke zaken gaat en neem je daarom die tekortkoming niet kwalijk. Dat de twee niet verdwaald zijn, kun je zien aan het feit dat zij nu gezond en behouden over de berg van Marcus' hut hier naar toe komen, begeleid door een dochter van Marcus die ons komt zeggen dat het ochtendmaal voor ons klaar staat!"
Hoofdstuk 133: Het zoeken van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] EBAHL zegt: " Ja, maar hoe zijn die twee dan daar naar beneden gekomen, zonder dat wij hen hebben gezien?"
Hoofdstuk 133: Het zoeken van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Na dit gesprek kondigt Marcus aan, dat het ochtendmaal klaar staat en alle tafels reeds van spijs en drank zijn voorzien. Wij maken ons gereed om van de berg naar beneden te gaan naar de tafels die op die ochtend weer in de oude opstelling staan, en niemand ontbreekt.
Hoofdstuk 134: De reden van de verwoesting van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Toen wij ons na deze opmerking van Mathaël van de berg af naar de tafels begaven, vroeg CYRENIUS Mij onderweg: "Heer, moet ik soms een afdeling van mijn soldaten naar de stad zenden om te blussen? Want als we de stad niet helpen, is zij nog voor vanavond een gloeiende puinhoop!"
Hoofdstuk 134: De reden van de verwoesting van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De zonde doet de mens alleen maar 's nachts kwaad en ook alleen nog maar tot na het middernachtelijk uur, omdat satan gedurende die tijd op jacht mag gaan. Overdag heeft hij geen macht en dan kan men naar hartelust zondigen, dat geeft niets. Wel moet men er op bedacht zijn, zich vóór zonsondergang op de door Mozes voorgeschreven wijze te reinigen, dan "heeft men voor de overdag begane zonden 's nachts niet het geringste te vrezen.
Hoofdstuk 134: De reden van de verwoesting van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Er was er niet één onder de vele gasten, die niet begrepen had wat Marcus bedoelde, en allen prezen Mij in stilte in hun hart. Maar MATHAËL zei hardop: "Ja, ja, oude Marcus, waar de Heer de keukenmeester van alle leven is en alles in alles is, is het zeer goed te leven, want daar moeten geest, ziel en lichaam de beste kost krijgen! Je hebt er heel goed aan gedaan dat je de aan jou gegeven lof terug verwezen hebt naar de Heer , maar juist daarom zal ook jóuw naam niet worden uitgewist in de harten van die mensen, die jou als een vriend van de Heer hebben leren kennen!"
Hoofdstuk 134: De reden van de verwoesting van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Dan komt Raphaël, die intussen de slapenden heeft gewekt, net aangelopen en EBAHL zegt tegen hem: "Nu ben je alweer de oorzaak van een ietwat mislukte onderneming van zowel Jarah als Helena! Ik moet je eerlijk bekennen, dat de manier waarop jij met de jou toevertrouwde mensen omgaat en waarop je ze leidt, mij helemaal niet bevalt! Als een van je leerlingen iets wil doen wat niet helemaal goed is, moet je hem met raad en daad daarvan afhouden. Het is niet juist hem de verkeerde daad uit te laten voeren en die in zekere zin nog aan te raden, en hem pas door de kwade gevolgen die hij daarvan ondervindt, voor een toekomstige zonde te bewaren! Dat kan misschien voor geesten van jouw soort heel goed en doelmatig zijn, maar naar mijn mening gaat dat bij mensen nooit op!"
Hoofdstuk 133: Het zoeken van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137  ...