Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 125 van 1166

...  113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138  ...
[3] Kisjonah antwoordt: 'Er is al veel wonderbaars in mijn huis gebeurd; het was voor mij alleen maar te begrijpen door in mijn hart hardop te zeggen: Bij God zijn alle dingen mogelijk! Maar toch is dat het onbegrijpelijkste! Om werk, dat anders een hele dag hard werken gekost zou hebben, door de machtige hand van een met Gods geest vervulde mens, zo gezegd in een oogwenk te verrichten, dat is nog te begrijpen; maar het is heel wat anders om honderd werkzaamheden op ver van elkaar gelegen plaatsen door een menselijk wezen in een en hetzelfde ogenblik te laten verrichten, en dat is door een sterfelijk mens ondanks al zijn begrip en zijn scherpe verstand beslist niet te begrijpen, en ik kan daarover weer niets anders zeggen dan: Heer, wees mij arme zondaar genadig en barmhartig; want ik ben het nooit waard dat U onder mijn dak komt wonen!'
Hoofdstuk 196: Engelenwerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Kisjonah zegt: 'Beste vriend, dat weet ik wel; maar ik wilde alleen graag iets weten over de manier waarop zoiets tot stand gebracht wordt. Je moet toch een beweging maken!? Dat moet dan toch wel erg snel en zeker gaan! Want daarmee vergeleken heeft de bliksem toch heel duidelijk een slakkengangetje! Ah, ah, ik moet er niet aan denken! Als je voor dat alles ook maar honderd momenten gebruikt had, dan was dat alles toch nog eerder te begrijpen; maar om zo -zonder merkbaar tijdsverlies zo veel te doen, en dan ook nog zeer ordelijk, dat tilt me nu boven mijn geijkte denkpatroon uit en daardoor durf ik van pure eerbied en bewondering nauwelijks meer adem te halen!'
Hoofdstuk 196: Engelenwerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Ik zeg: 'Vraag dan eerst naar je vrouwen je dochters! Waar die zijn, daar is ook de goede Maria met de dochters van Jozef, Mijn overleden aardse pleegvader. Zij zijn nu druk met elkaar bezig, om vandaag nog alles te bekijken, waar ze beslist morgen, overmorgen en daarna nog tijd genoeg voor zullen hebben! Onze jonge en vlugge dienaar zal ze allemaal wel halen en hierheen brengen, en maak jij je daar dus maar niet druk over!'
Hoofdstuk 196: Engelenwerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Maar als we bij de heuvel komen, ziet Kisjonah, hoe voor hem een grote adder juist tegen de heuvel opkruipt, en meteen daarna ziet hij er nog meer en hij zegt tegen Mij: 'Heer, was mijn geloof dan te klein, dat dit ongedierte nog niet verdwenen is?'
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik antwoord: 'Dit is opdat je de heerlijkheid van de Zoon van God zult zien en herkennen! Let daarom nu op! Ik beveel deze dieren nu om deze plaats voor altijd te verlaten en, zolang een telg van jou deze tuin en heuvel bewonen zal, hier niet te nestelen; en dan zal je zien hoe ook deze zeer stompzinnige beesten Mijn stem moeten gehoorzamen!'
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Toen kwamen Mijn leerlingen, die ondanks al hun denken, piekeren en veronderstellen er met de gelijkenis van het onkruid op de akker niet uit konden komen, naar Mij toe en vroegen Mij of Ik hen de gelijkenis van de zaaier, die goed zaad gezaaid had en vervolgens op zijn schone akker onkruid temidden van de tarwe vond, wilde uitleggen en nader verklaren. (Matth.13:36)
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Daarom geloof ik, dat in de toekomst de geleerde die Uw hemelrijk met het hart bestudeerd heeft, de oude bedorven, onbetrouwbare en zieke schriftuurlijke kraam van de Farizeeën wel helemaal weg zal moeten doen, en voor Uw leer een geheel nieuwe basis zal moeten leggen; want Uw leer is wijs en rechtvaardig en daardoor het tegendeel van die van de Farizeeën!
Hoofdstuk 199: De gelijkenis van de grote parel en het net. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Wie in het hart volgens Uw leer door de daad is gevormd voor het hemelrijk, heeft geen Mozes en geen profeten meer nodig!'
Hoofdstuk 199: De gelijkenis van de grote parel en het net. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg: 'Dat is vanzelfsprekend. Wat je uit de oude wetten weg moet laten terwille van de echte naastenliefde, dat vind je al opgeschreven; mijn beide vrienden uit Sichar zijn hier, zij kunnen getuigen van Mijn uitgebreide bergrede, waarin al deze zaken voorkomen.' Daarmee is Ahab helemaal tevreden gesteld.
Hoofdstuk 199: De gelijkenis van de grote parel en het net. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nu vraag Ik de beide mensen uit Sichar om Mij te vertellen met welk verzoek zij hierheen gekomen zijn. En Jonaël, die voor beiden het woord doet, zegt: 'Heer, U heeft al eerder de kern aangeroerd, en daarover gaat het dan ook! Het is echt haast niet te geloven, dat mensen, die toch samen met ons de blijvende grote tekens van Uw puur goddelijke macht zien, zo slecht kunnen zijn! Ze erkennen de waarheid en vervolgen haar dan, juist omdat ze dat als waarheid moeten erkennen! Ze hebben mij verjaagd; als broeder Jaïruth mij en mijn familie niet opgenomen had in zijn huis, dan zou ik dakloos zijn!
Hoofdstuk 200: Bescherm ons daarvoor, o Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Moet hier op deze aarde dan alle macht en geweld van de satan over U toegelaten worden?! Of is zijn hel dan werkelijk machtiger dan al Uw hemelen? Heer, als het zo doorgaat, dan moeten de mensen op het laatst tempels en offeraltaren voor de satan bouwen, en die van U afbreken! In deze tijd wel een heel treurige zaak!
Hoofdstuk 200: Bescherm ons daarvoor, o Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Velen, die al rotsvast in Uw leer geloofden, o Heer, zijn door de dagelijkse bedreigingen zo geïntimideerd, dat ze na het uitspreken van voorgeschreven verwensingen en vervloekingen van Uw naam tot de pure satansdienst teruggekeerd zijn!
Hoofdstuk 200: Bescherm ons daarvoor, o Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Heer, U leest Mijn hart dat U helemaal toegewijd is, en daarom spreek ik ook met U zonder een blad voor de mond te nemen en zeg: Op die manier is een nutteloos, weemoedig toekijken net zo waardeloos als een vijg op de derde dag na het afvallen van de bloesem! Hier moet je er op los gaan, en wel met alle geweld en macht, anders krijgt de satan grond en wortels.
Hoofdstuk 200: Bescherm ons daarvoor, o Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Ik zeg: 'Vrienden, Ik heb wel geweten dat het in zeer korte tijd zo zou gaan opdat de satan zijn werk afmaakt; maar degenen, die naar de heidenen gevlucht zijn, zouden hier in Galiléa ook onderdak gekregen hebben, en degenen, die Mijn naam vervloekt hebben om hun aardse bezit niet te verliezen, zouden er beter aan hebben gedaan, zich van de wereld los te maken, dan zich onder de vervloeking van Mijn naam te verzekeren van hun bezit, waaraan de eeuwige dood kleeft. Want ieder mens moet toch eenmaal alles verlaten.
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Hoe moeilijk zal het zijn voor degene die veel heeft, om zich eenmaal daarvan los te maken, en hoe licht zal diegene afscheid nemen van de wereld, die geen goederen uit haar schoot bezat en nog bovendien terwille van Mijn naam overal werd vervolgd! Die veracht de wereld, en hij zal zeker niet om haar treuren als hij, terwijl hij het hemelrijk helder voor zich ziet, deze duistere verderfelijke wereld verlaat.
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138  ...