2758 resultaten - Pagina 125 van 184
... 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 ...
[5] Nu Ik je echter door Mijn vraag een goede gelegenheid gaf om je diepe wijsheid volledig de vrije loop te laten, zwijg je als een muis die een kat in haar buurt weet en wil je niet zeggen wat je tot grote eer zou kunnen strekken!Hoofdstuk 70: Lamech is in verlegenheid wegens de voor hem onoplosbare vraag en hij bekent zijn dwaasheid. Deemoed als ware wijsheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] De Heer antwoordde Lamech daarop als volgt: 'Luister, Mijn lieve zoon Lamech, deze uiteenzetting over je zwakte bevalt Mij onvergelijkbaar veel beter dan je eerdere over de verhouding van het gelijkvormige leven tussen Schepper en schepsel, ofschoon zij op zichzelf juist was omdat Ik het je ingaf zo te spreken, ten einde je hart te bewerken en je te laten zien waarin de ware wijsheid bestaat, namelijk in de deemoed, die de mens laat inzien dat hij uit zichzelf tot helemaal niets in staat is, maar vanuit Mij tot alles.
Hoofdstuk 70: Lamech is in verlegenheid wegens de voor hem onoplosbare vraag en hij bekent zijn dwaasheid. Deemoed als ware wijsheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Broeders, gisteren hebben jullie in je midden de wijze Man gezien en ook gehoord en hebben jullie je ten zeerste verwonderd over Zijn hoge en diepe wijsheid! Maar geen van jullie wist waar deze wijze Man vandaan kwam, zodat jullie je dat dan ook meermaals afgevraagd hebben en niemand in staat was jullie een afdoend antwoord te geven.
Hoofdstuk 78: Lamechs woorden tot het volk dat zich om de tempel verzameld heeft. Over de zichtbare bezoeken van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Jullie ontkennen dat en vragen in gespannen verwachting van je gemoed: `Wat moet dat nu opeens met deze man, wiens grote wijsheid wij allen in hoge mate moesten bewonderen?'
Hoofdstuk 78: Lamechs woorden tot het volk dat zich om de tempel verzameld heeft. Over de zichtbare bezoeken van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] O Vader, neem mijn onvolkomen werk genadig aan alsof het iets betekent in Uw ogen, en moge Uw eeuwig hoogste en heilige liefde en wijsheid mijn grove fouten verbeteren, die ik tegenover U en de arme broeders en zusters nog altijd heb begaan!'
Hoofdstuk 79: De aanstelling van Henoch en de beide Lamechs als eerste leiders van het hele volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar één ding moeten wij tot een zichtbaar getuigenis van de tegenwoordigheid van de Heer doen, opdat onze nakomelingen zich zullen herinneren dat de Heer Zelf deze tempel voor de wijsheid van de menselijke geest gezegend heeft, en dat ene bestaat daarin, dat wij zeven witte stenen hiernaartoe brengen - ieder zo groot als het hoofd van een mens - en ze voor altijd op de trede van het altaar leggen waar de Heer heeft gerust en ons Zelf gedurende de hele nacht de ware, innerlijke heilige wijsheid van de geest heeft onderwezen voor het eeuwige vrije en volkomen leven.
Hoofdstuk 81: Het gedenkteken van de zeven witte stenen in de tempel. Over de oorsprong van de Steen der Wijzen. De terugtocht naar de stad - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Gedurende deze nacht heb Ik je velerlei graden van de innerlijke ware wijsheid uit Mij getoond, en deze zichtbare tempel, gebouwd door jouw inzicht en jouw hand, is daardoor een tempel van wijsheid geworden, waarin de mens van de aarde zich altijd moet herinneren dat Ik, de Schepper van hemel en aarde, je Zelf op deze plaats heb onderwezen en met jou gerust heb op de treden van het altaar en ze daardoor heb gemaakt en gewijd tot trappen waarop de mens zich bewust moet worden van zijn nietigheid ten opzichte van Mij in de volledige rust van zijn geest; en heeft hij dat gedaan, dan heeft hij Mij in deze tempel een rechtmatig en welgevallig offer gebracht, zoals jij het Mij nu uit de vurige grond van je hart hebt gebracht!
Hoofdstuk 77: De inwijding van koning Lamech tot opperpriester van de bergtempel. De troostvolle belofte van de Heer dat Hij voortdurend aanwezigheid zal zijn in de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Ik zal vervolgens de stenen in naam van de Heer aanraken en dan zal er voortdurend een kracht van deze stenen uitgaan, waardoor allen die ze aanraken enige tijd lang wijsheid zullen ontvangen!'
Hoofdstuk 81: Het gedenkteken van de zeven witte stenen in de tempel. Over de oorsprong van de Steen der Wijzen. De terugtocht naar de stad - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] O U, die mij gisteren nog zo verheven Uw wijsheid en eindeloze liefde onderwees, hoe eindeloos verheven, heilig, goed en machtig moet U zijn, daar Uw werken zo'n eer van U verkondigen!
Hoofdstuk 92: Naar de hoogte. Het heerlijke uitzicht. Koning Lamech prijst de Heer voor de aanschouwde heerlijkheden van de aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Maar de heilige, goede Vader heeft vanuit Zijn eindeloze liefde de hele aarde meer dan rijkelijk gesierd met de wonderbaarlijkst verheven schone liefdesboeketten, heeft de zon voor ons geschapen en de sterren alsook talrijke verhevenheden en wonderen, alles voor ons, - en toch kunnen wij door het vlees van de aardwormen die wij zelf zijn, Hem steeds meer en meer vergeten, ja Hem, de hoogste schoonheid, de hoogste liefde en wijsheid zelfs ontvluchten, Hem ver weg wensen, als wij in de brand van de zonde van het vlees staan!
Hoofdstuk 94: Het bezoek aan de Adamsgrot. Lamechs verwondering en lofprijzing van de liefde van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] O, broeder, de aanblik van deze hemel zou voorwaar een arme zondaar het leven kunnen kosten. Zo'n schoonheid verbonden met zo'n liefde en wijsheid! Dat is meer dan wat een arme zondaar in alle eeuwigheid zal kunnen vatten!
Hoofdstuk 96: De tocht naar de hut van Purista. Purista ontvangt de gasten. Lamech bewondert de schoonheid van Purista. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Toen echter Muthaël bij je kwam en je dat in bedekte termen aangaf, herkende je vanuit je gevoel dat hij degene is die eens vanuit de Heer je gezegende man zal worden; en als gevolg van dit inzicht heb je Muthaël met een zeer veelzeggende, buitengewoon vriendelijke blik aangekeken en hebt juist door deze mooie blik de anders bijzonder wijze Muthaël een grote wond toegebracht waaraan bijna zijn hele wijsheid zou zijn doodgebloed! En sindsdien is Muthaël helemaal in jouw liefde begraven en kan zich niet verheffen uit zo'n woning waarin geen leven is!
Hoofdstuk 97: In de hut van de Heer. Purista klaagt erover, dat de verliefde Muthaël haar blijft nalopen. Het wijze antwoord van Henoch, de kenner van het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Maar Muthaël, die naast haar stond, zei zonder lang na te denken: 'Ik vind dat op aarde, waar de tijden en vormen wisselen, alles zijn tijd heeft! De domheid heeft haar tijd, de wijsheid en ook de liefde heeft haar tijd, de behoefte aan een vrouw bij de man heeft zijn tijd en ook de wil om te trouwen! Zo gebeurde het ook mij dat ik zeer warm liep voor Purista!
Hoofdstuk 99: Adams verwondering over Muthaëls innerlijke verandering. Purista in verlegenheid. Muthaëls woorden over de ijdelheid van alle neigingen. Purista's berouw en verzoek om vergeving. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Hierop bedekte Purista haar gezicht en ging geheel gegrepen door de wijsheid van Muthaël naar haar haard en begon intens over de woorden van Muthaël na te denken, en zij vond die steeds beter.
Hoofdstuk 100: De wijze en mannelijk-edele woorden van Muthaël tot Purista. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Dit schijnt nog in hoge mate aan jouw wijsheid te ontbreken; daarom blijkt uit jouw vraag dat je van de ware wijsheid nog helemaal niets weet en mij niet voor een mens maar slechts voor een aap aanziet!
Hoofdstuk 101: Muthaëls geringschatting van de gasten uit de laagte en zijn spitse vraag aan koning Lamech. Lamechs gezouten antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)