10915 resultaten - Pagina 125 van 728
... 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 ...
[9] Want als het hart niet meteen in het begin is bewerkt, maar slechts het verstand, verhardt het hart zich en wordt weldra door de eisen van het verstand hoogmoedig! Als het hart echter eenmaal hoogmoedig is, staat het vrijwel niet meer open voor de vorming van het gevoel. Er moeten dan al behoorlijke vuurproeven komen, bestaande uit allerlei ellende en nood, en het hart moet allerlei druk ondergaan, om als geknede was week, zacht en gevoelig te worden voor de nood en de ellende van de treurende medemens !Hoofdstuk 242: Echt geestelijk leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Het is echter goed dat jullie het met de juiste levensernst hebben begrepen! Dit middel zullen jullie altijd iedereen kunnen aanreiken, die komt en zal zeggen: 'Vriend, ik heb wel alles tot nu toe gedaan, en geloofd wat je mij hebt geleerd, maar van de beloofde uitwerkingen heeft er zich tot op heden nog geen enkele voorgedaan! Wat moet ik dan nog meer doen? Ik heb de goede, oude leer van mijn vaderen verlaten waarin zij heel vaak alle troost, de beste raad en de nodige hulp in allerlei noden vonden, en deze nieuwe leer laat mij samen met mijn buurman in de kou staan. Geen verzoek wordt ook maar verhoord en geen duistere twijfel verlicht! Waar is die heerlijke god van jou, namens wie jij ons alle geluk en andere wonderbaarlijke dingen hebt beloofd?!'
Hoofdstuk 243: Hinderpalen voor de vervulling der beloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Je zult hem dan eenvoudig zo kunnen antwoorden: 'Vriend, dat ligt niet aan de leer, maar aan jouw onbegrip! Je hebt de leer wel met je verstand opgenomen en ook geprobeerd je zelfs streng daaraan te houden en toen gewacht op de goedgunstige vervulling van de belofte. Je deed echter alleen maar goed volgens de leer vanwege de belofte, waar je voordeel van verwachtte, en niet terwille van het goede! Je was slechts met je verstand bezig, maar nog nooit met je hart! Dat bleef hard en koud net als vóór het ontvangen van de zuiver goddelijke leer. Daarom ontving je noch door de daad, noch door het dode en blinde geloof de vervulling van de jou gegeven beloften!
Hoofdstuk 243: Hinderpalen voor de vervulling der beloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Als hij zover komt, zal bij hemzelf wel zichtbaar worden dat de belofte van de leer van God niet ijdel en inhoudsloos is. Gaat hij echter door met alleen maar zijn verstand te raadplegen en daarnaar te handelen, dan zal hij het aan zichzelf te wijten hebben als hij gedurende zijn gehele aardse leven geen vervulling van de gedane belofte zal bereiken -en ook in het hiernamaals heel moeilijk! -Zeg eens, of jullie dit alles echt vanuit de levensgrond begrijpen!"
Hoofdstuk 243: Hinderpalen voor de vervulling der beloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] PHILOPOLD zegt dan tenslotte ook weer: "O, hemelse vriend! Wie zou dat nu niet begrijpen! Wie, zoals jij, alleen nog in zijn hart leeft, denkt en voelt, begrijpt alle levensaangelegenheden van het hart heel goed en duidelijk. Wie echter slechts in zijn hersens leeft, denkt en voelt, vindt de levensaangelegenheden zonder meer toch al belachelijk en zonder betekenis. -Deze zaak is nu zeer begrijpelijk en duidelijk afgehandeld en ik merk dat het in het oosten begint te schemeren en de morgenster staat al behoorlijk hoog. Daarom vind ik dat we nu over iets anders moeten beginnen!"
Hoofdstuk 243: Hinderpalen voor de vervulling der beloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] PHILOPOLD zegt: "Vriend! Dan zou ik hem er op wijzen dat hij dat zelf en door eigen waarnemingen te weten komt, als hij zijn leven zal inrichten volgens de hemelse heilsleer. Doet hij dat echter niet, dan helpt al mijn uitleg hem ook niet, omdat hij zich van dat alles niet zou kunnen overtuigen. Met het blinde geloof is trouwens niemand gediend. Vandaag gelooft hij het, maar morgen komt hij iemand tegen die hem meer overtuigt en dan gelooft hij die op zijn woord, natuurlijk met even weinig nut voor zijn leven als toen hij de dag ervoor óns geloofde.
Hoofdstuk 244: De vrije wil van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Ik neem de wil van de Heer echter gemakkelijker, duidelijker en sneller waar, dan jullie mensen, en dan maak ik mijn wil met de snelheid van de gedachte geheelondergeschikt aan de wil van de Heer, en daardoor moet ik dan evengoed gezien worden als een zuivere uitstraling van de goddelijke wil. Ondanks dat, heb ik toch een geheel vrije wil, en ik zou net als een mens tégen de wil van de Heer kunnen handelen. Dat is echter toch niet mogelijk, omdat ik de wijsheid in zo'n grote mate bezit dat ik, zelf licht zijnde uit het goddelijke oerlicht, te veel de eeuwige, onveranderlijke rechtvaardigheid van de goddelijke wil als het allerhoogste levensgoed van alle mensen, engelen en werelden erken, en daarom uit eigen overtuiging slechts de duidelijk herkende, goddelijke wil tot uitvoering breng, en dan de mijne altijd volkomen ondergeschikt maak aan de goddelijke.
Hoofdstuk 244: De vrije wil van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Als jullie dus willen dat ik jullie de morgenster onthul, die de heidenen 'Venus' noemen, kan ik dat volgens mijn eigen wil wel doen, als de wil van de Heer daar niet tegen is. Zou dat het geval zijn, dan zou ik jullie zeker geen uitleg geven. Wat ik tegen jullie zeg, is dus afkomstig uit mijn kennis en wijsheid, die echter natuurlijk geen andere kan zijn dan de goddelijke, omdat mij steeds alleen maar de goddelijke wil doorgloeit, die mij laat handelen en spreken. Als jullie dus de morgenster naar aard en werkelijkheid willen kennen, wil ik jullie dat plezier wel doen en hem aan jullie laten zien." -ALLE DRIE zeggen: "Doe dat, lieflijke, hemelse vriend!"
Hoofdstuk 244: De vrije wil van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Wij weten echter, dat wij de preciese uitvoering daarvan slechts door middel van de volmaakte rekenkunde en vaardige meetkunde kunnen bereiken. Daarom is het ook weer voor ieder de hoogste plicht om deze kunst en wetenschap in de eerste plaats te beoefenen, want anders zou een mens de grote Geest iedere dag wel duizend maallelijk en verachtelijk voor moeten komen! Want de grote Geest ziet en meet alles ieder ogenblik. Waar Hij in zo'n Hem alleen welgevallige orde een onzorgvuldigheid aantreft, daar laat Hij Zijn oog en dus ook Zijn zegen niet meer op rusten, zodat daar niets kan gedijen!
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Zijn deze hoofdpunten bij ons echter geheel in orde, dan spreekt het vanzelf, dat wij ook in ons denken en willen orde moeten hebben, want de uiterlijke volkomen symmetrie in alles moet noodzakelijkerwijs de innerlijke symmetrie van de ziel tot gevolg hebben, wat de grote Geest natuurlijk het belangrijkst vindt.
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] En zo zijn er nog meer van dergelijke ongelijkheden in de symmetrie van de ordeningen van de grote Geest. Zij dienen echter slechts om ons te leren dat er ook naast de grootste orde, wanorde is, die niet gezegend is omdat deze is toegelaten, maar alleen opdat wij daardoor het slechte gemakkelijker herkennen. Laat niemand met een gescheurd gewaad rondlopen, maar direkt het gat met een passende lap verstellen, als hij zich geen nieuw gewaad kan maken!
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Bij sommigen is echter opgevallen, dat zij zich bij het maken van een langere tocht bedienen van een slag of steunstok. Dat is tegen de orde en moet vermeden worden! Wie vanwege zijn ouderdom tóch een stok gebruikt, moet twee gelijke stokken nemen, vanwege de symmetrie in iedere hand één, om geen aanstoot te geven in de ogen van de grote Geest!
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Tot slot moet ik jullie echter nog iets meedelen wat een lichte geest mij reeds geruime tijd geleden heeft meegedeeld en nu weer, maar nog veel duidelijker dan eerst. 's Nachts zien jullie wel de blinkende, grote ster, die door een kleine vergezeld wordt. De mooie, heldere Kapra (zo noemen de Venusmensen deze aarde) kennen jullie maar al te goed, maar jullie allen weten niet wat Kapra is. Vroeger wist ik het ook niet. De Geest vertelde het mij echter en toonde mij in een soort droomtoestand Kapra als een wereld en aarde die even groot is als de aarde die ons draagt.
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] Maar op de grote Kapra toonde de Geest mij een mens, en zei: 'Kijk, dit is de Heer! In Hém woont de volheid van de eeuwige, grote Geest. Van nu af aan zal deze geest in geheel menselijke gedaante voor al Zijn met rede begaafde schepselen net zo toegankelijk zijn als de ene mens voor de andere. De mensen van Kapra zijn merendeels Zijn kinderen en hun wordt allen een grote, goddelijke macht gegeven als zij, deze kinderen, de wil van deze Mens aller mensen vervullen. Zij die Zijn wil echter niet vervullen, blijven dom en zwak en worden niet als kinderen aangenomen, maar blijven evenals de zielen der dieren net zolang dier tot zij zich de wil van de grote Geest, die in die Ene Mens woont, volledig eigen gemaakt hebben!'
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] Wij, mensen, moeten daarom altijd een bijzondere achting voor de mooie, heldere Kapra hebben! Wij moeten echter de grote Geest, die nu als een volmaakt mens op Kapra woont, ook liefhebben zoals hier een vrouw haar man en een kind zijn vader en zijn moeder liefheeft, dan zouden ook wij bij machte zijn de grote Geest eens als mens te zien en te spreken, -wat de zaligheid die ons te wachten staat zeer zou vermeerderen. Ja, de Geest die mij dat openbaarde zei zelfs, dat het voor velen van onze aarde waarschijnlijk niet onmogelijk zou zijn gelijkgesteld te worden met de kinderen van Kapra.
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)