Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1247 van 1490

...  1235 - 1236 - 1237 - 1238 - 1239 - 1240 - 1241 - 1242 - 1243 - 1244 - 1245 - 1246 - 1247 - 1248 - 1249 - 1250 - 1251 - 1252 - 1253 - 1254 - 1255 - 1256 - 1257 - 1258 - 1259 - 1260  ...
[4] O wee, o wee, nu komen ze allemaal naar mij toe zonder dat ik hun namen afgeroepen heb! Nu ja, ook goed; dan zal ik deze lieve kinderen van nabij naar hartelust kunnen bekijken en - oh, oh - misschien kan ik zelfs wel de één of ander omarmen? Dat zou werkelijk niet zo slecht zijn, om in alle eeuwigheid hier een herder over zo'n heerlijk veranderde kudde schapen te zijn. Werkelijk niet slecht, niet slecht!
Hoofdstuk 6: Bisschop Martinus' aangename, maar gevaarlijke verrassing in zijn nieuwe werkkring - De kudde schapen - een menigte mooie meisjes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Ik moet ze weliswaar bij hun naam roepen uit het boek, maar dat laat ik mooi achterwege; want dan zullen zij zeer zeker wegrennen en zich nooit meer laten zien! Daarom rustig aan, mijn dikke boekje met namen; voor deze kudde zul je mooi gesloten blijven!
Hoofdstuk 6: Bisschop Martinus' aangename, maar gevaarlijke verrassing in zijn nieuwe werkkring - De kudde schapen - een menigte mooie meisjes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] De mooiste onder hen gaat met kinderlijk vertrouwen als eerste vlak naast onze man zitten en de anderen volgen haar voorbeeld. Juist DEZE ALLERMOOISTE zegt daarop tegen onze herder: 'Jij lieve man, jij bent veel te bescheiden; want ik vind jou erg mooi en was je er toe te bewegen, dan was ik overgelukkig eeuwig de jouwe te zijn. Kijk mij eens aan, beval ik jou dan niet?'
Hoofdstuk 7: Bisschop Martinus' beproeving en zijn onderricht door de engel Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] 'Maar broeder, weid jij zo jouw schapen? Heb ik je dan deze raad gegeven? Ja, wanneer jij zo met de jou toevertrouwde schapen en lammeren omgaat, dan zal het nog wel heel lang duren voor je het eeuwige levensdoel bereikt! Waarom heb je het boek niet gebruikt?'
Hoofdstuk 7: Bisschop Martinus' beproeving en zijn onderricht door de engel Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] DE BISSCHOP zegt: 'Waarom heb je mij dan niet verteld, dat deze schapen en lammeren gezien vanuit jouw huis eigenlijk de allermooiste en bekoorlijkste meisjes zijn, bij wie alleen een steen onverschillig kan blijven? Je ziet dat ik eigenlijk voor de mal gehouden ben, en je zult om deze voor-de-gek-houderij toch niet vreselijk veel drukte maken?'
Hoofdstuk 7: Bisschop Martinus' beproeving en zijn onderricht door de engel Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] DE BISSCHOP zegt: 'Ach, wat celibaat en gelofte! Ik sta nu toch met huid en haar op lutherse bodem en daar gelden beide niet. En afgezien daarvan, voor zo' n engel als dat meisje was, had ik ook op de wereld het hele celibaat opgeofferd en zou ik terwille van haar ogenblikkelijk luthers geworden zijn! Maar waarheen zijn deze heerlijke meisjes nu verdwenen, vooral dat ene? 0, wanneer ik alleen deze nog maar een keer zou kunnen zien!'
Hoofdstuk 7: Bisschop Martinus' beproeving en zijn onderricht door de engel Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Wat nu gebeurde, offer dat in je hart aan de Heer Jezus; Hij liet toe dat je viel en in deze val je hardnekkig celibaat afwierp!
Hoofdstuk 7: Bisschop Martinus' beproeving en zijn onderricht door de engel Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Na deze woorden verdwijnt de engel Petrus plotseling, opdat de bisschop nu geen gelegenheid zou krijgen om nog enkele boertige opmerkingen te maken en de engel tegen te spreken.
Hoofdstuk 7: Bisschop Martinus' beproeving en zijn onderricht door de engel Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Het verbaast mij echter wel, dat in deze fantasiewereld dit boek, mijn boerenkleding, ook deze streek met dit lutherse huis en de tempel zo geheel onveranderd blijven. Al met al is deze geschiedenis toch wel grappig. Er schijnt toch wel iets aan de hand te zijn, maar wat, dat is nu juist de vraag!
Hoofdstuk 8: Bisschop Martinus' kritische monoloog en de belijdenis van zijn zonden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Nu heb ik genoeg van deze geschiedenis! Een miljoen jaren is er al weer verstreken, tenminste naar mijn gevoel, en nog steeds geen verandering in mijn toestand. Nu ga ik me voor jou, mooie gids die je bent, niet langer meer belachelijk maken; als een eerlijke kerel zal ik jouw domme boek in je lutherse huis leggen en mij dan op weg begeven. Het kan me niet schelen, waarheen. Deze wereld zal toch ook wel met planken zijn dichtgespijkerd, waar men dan zal kunnen zeggen: Huc usque et non plus ultra! (* Tot hier toe en niet verder)
Hoofdstuk 9: Verdere beproeving van bisschop Martinus' geduld en zijn galgehumor - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] En wanneer ik dan in Gods Naam op zo'n plek zo'n triljoen of deciljoen jaren moet blijven zitten tot misschien de planken vermolmd zullen zijn, dan zal ik tenminste weten waarom. Maar om me hier totaal belachelijk te maken, dat zal ik voortaan achterwege laten. Wat men zichzelf aandoet, verdraagt men gemakkelijker dan wat zo'n bekrompen hals van een gids iemand aandoet. Ik ben zo nijdig op deze lutherse lummel, dat ik mij wel aan hem zou kunnen vergrijpen, als ik hem nu tegen zou komen!
Hoofdstuk 9: Verdere beproeving van bisschop Martinus' geduld en zijn galgehumor - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Trof ik hier maar een mij gelijkgezind mens aan, hoe heerlijk zou dat zijn. Wat zouden wij op deze waardeloze geestenwereld afgeven, dat het een lust zou zijn; nu moet ik deze vreugde alleen met mijzelf delen! Maar vooruit, er is geen tijd meer te verliezen, wil ik op deze steen niet zelf steen worden!
Hoofdstuk 9: Verdere beproeving van bisschop Martinus' geduld en zijn galgehumor - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Neen, zo dom als deze geestenwereld in elkaar zit, dat gaat elke menselijke voorstelling te boven! Een boek verdwijnt vanzelf wanneer men het - en terecht - een beetje bekritiseerd heeft. Dat is niet slecht!
Hoofdstuk 9: Verdere beproeving van bisschop Martinus' geduld en zijn galgehumor - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Straks zal ik nog deze steen om vergeving moeten vragen, omdat ik zolang mijn onwaardig persoon op hem heb laten rusten, anders verdwijnt hij ook nog. En als ik nu op weg ga door deze heerlijke nevelvlakten en mosvelden bij dubbele schemerbelichting, dan zal ik zeker ook dat mos eerst om toestemming moeten vragen, mijn voeten daarop te mogen zetten om verder te gaan.
Hoofdstuk 9: Verdere beproeving van bisschop Martinus' geduld en zijn galgehumor - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Wel, nu wordt het misschien ook voor mij tijd om te gaan. Maar waarheen? Want hier is werkelijk niet veel keus. Maar regelrecht mijn neus achterna, vooropgesteld dat ik nog een neus heb; want iemand zoals ik, die nu reeds voor de tweede maal enige miljoenen jaren bij de neus genomen is, moet zich immers serieus afvragen hoe het met het bezit van dit lichaamsdeel staat? Maar God zij dank, ik heb hem nog; daarom nu in deze werkelijk fraaie geestenwereld deze enige wegwijzer achterna.'
Hoofdstuk 9: Verdere beproeving van bisschop Martinus' geduld en zijn galgehumor - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1235 - 1236 - 1237 - 1238 - 1239 - 1240 - 1241 - 1242 - 1243 - 1244 - 1245 - 1246 - 1247 - 1248 - 1249 - 1250 - 1251 - 1252 - 1253 - 1254 - 1255 - 1256 - 1257 - 1258 - 1259 - 1260  ...