Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 126 van 184

...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139  ...
[2] En zo was hij in zekere zin van alle kanten terechtgewezen en hij schaamde zich bovendien omdat zijn wijsheid nu voor het aangezicht van de vaderen alsook van Purista ten eerste in twijfel werd getrokken.
Hoofdstuk 102: Henoch verhindert dat de beschaamde Muthaël wegloopt. Henochs woorden over het wezen van de vrouwen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Daarom zul je mij wel vergeven wanneer ik me de vrijheid veroorloof, je in alle oprechtheid duidelijk te maken dat ten eerste de gezongen woorden van Kenan op mij sloegen. En ten tweede dat Henoch, toen hij door zijn korte uitlating Kenan tegenover jou verdedigde, mij nog veel duidelijker dan Kenan zelf door woord, oog en hand aangaf, dat ik mijzelf moest onderzoeken om te zien hoeveel van dergelijke onzuivere wijsheid nog in mij schuilt!
Hoofdstuk 110: Lamechs kalmerende woorden tot Adam. Over de macht van de gewoonheid en over de zegen van de geestelijke uitbranders. Het doel van onze zwakheden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Deze woorden van Eva hielden Adam weer op zijn bed, en hij gaf zich over aan de wijsheid van zijn vrouw.
Hoofdstuk 112: De verstoorde nachtrust van Adam en Eva in de hut van Uranion. Adams brandende nieuwsgierigheid door Eva ingetoomd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Ikzelf heb jullie gedurende een tijd van meer dan twee maanden persoonlijk geleerd om jezelf en Mij, als jullie ware God en Vader, te kennen en in Mij het eeuwige leven van de geest te vinden en in dit leven alle liefde, wijsheid, macht en kracht, waardoor alle dingen aan jullie onderworpen moeten worden.
Hoofdstuk 114: De afscheidswoorden van de Heer. Koning Lamech keert met de zijnen terug naar Hanoch. Het ware gouden tijdperk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Maar Muthaël antwoordde Lamech: 'Broeder, je hebt toch ook een zoon die nog rijker is aan wijsheid en genade in de ogen van God! Waarom wil je hem dan niet de handen opleggen?
Hoofdstuk 127: Het begin van de legermacht. Het uitsterven van Lamechs stam met de dood van Thubalkaïn. Muthaëls en Purista's zoon Uraniël als koning in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] De Heer zal daarom de twee zonen slechts met de kracht van de wijsheid toerusten en hen dan weer naar de stad Hanoch sturen.
Hoofdstuk 139: De vaderen beraadslagen over de redding van de diep gezonken laagte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Wat willen jullie dus doen met geslepen wijsheid?
Hoofdstuk 151: De heimelijke bespreking van de duizend raadsheren. De reactie van de tien boden als echte gedachtelezers. Het ultimatum van de tien boden en hun vertrek uit de burcht. De verlegenheid van de raad van de duizend. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] O jullie dwazen, wat is jullie verstand nu? - Niets dan een zwakke naglans van de heldere wijsheid die eens jullie oervaders bezaten in zo'n verheven licht, dat ze deed denken aan een opgaande zon!
Hoofdstuk 151: De heimelijke bespreking van de duizend raadsheren. De reactie van de tien boden als echte gedachtelezers. Het ultimatum van de tien boden en hun vertrek uit de burcht. De verlegenheid van de raad van de duizend. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Diezelfde wijsheid uit God bezitten wij nog in onverminderde mate, - en jullie willen het daar tegen opnemen met jullie naglans?!
Hoofdstuk 151: De heimelijke bespreking van de duizend raadsheren. De reactie van de tien boden als echte gedachtelezers. Het ultimatum van de tien boden en hun vertrek uit de burcht. De verlegenheid van de raad van de duizend. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] We hebben dus onze hoop gevestigd op de overwinning van ons verstand! Ja, ons verstand zal ook zegevieren over hun wijsheid! - Maar hoe?
Hoofdstuk 152: De raad van duizend vergadert. Een van hen spreekt verstandige woorden en stelt voor om te emigreren. Onenigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Ohlad! Ik heb je aangezien! - Verhef je en ga rechtop staan opdat Ik bij je kom en je zalf met de olie van Mijn liefde en erbarming, en je omgord met Mijn wijsheid ter getuigenis van het verbond dat dit volk met Mij heeft gesloten, zich daar echter niet aan hield, maar het al spoedig zeer smadelijk verbroken heeft en al Mijn weldaden en Mijn grote erbarming vergat!
Hoofdstuk 164: Ohlad wordt door de Heer tot koning beroepen. De Heer verschijnt als evenbeeld van Ohlad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Zie, hier zalfde Ik Lamech met de wijsheid tot een volkomen priester; daarom heeft hij uit grote liefde tot Mij deze tempel gebouwd en wijdde deze volgens Mijn wil tot lof van de wijsheid die hij uit Mij verkreeg!
Hoofdstuk 169: De woorden van de Heer tot Ohlad op de tempelberg. Het doel van de uiterlijke tempel. De Heer verdween voor hun ogen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Weliswaar heeft ieder mens een levende tempel van wijsheid in zichzelf! Als hij daarin Mij de lof der wijsheid heeft gegeven, kan hij deze tempel wel ontberen.
Hoofdstuk 169: De woorden van de Heer tot Ohlad op de tempelberg. Het doel van de uiterlijke tempel. De Heer verdween voor hun ogen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] En in die zin draag Ik nu dan ook deze tempel aan jou over! Leer het volk daarom ook in deze zin de tempel te betreden en daarin de ware, innerlijke, levende tempel te zoeken en te vinden, - dan zal jij en iedereen die deze leer ernstig zal volgen de ware, innerlijke, levende wijsheid uit Mij ontvangen!
Hoofdstuk 169: De woorden van de Heer tot Ohlad op de tempelberg. Het doel van de uiterlijke tempel. De Heer verdween voor hun ogen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Wie echter slechts uit een zekere gewoonte deze tempel zal betreden om zijn dwaze geweten te sussen, die doet er beter aan buiten te blijven. Want wie zich niet aan deze tempel stoot en zijn materie niet te pletter laat slaan, die zal daarbinnen geen leven van de geest en diens wijsheid vinden, maar wel het gericht van zijn geest in de materie en hierdoor de dood.
Hoofdstuk 169: De woorden van de Heer tot Ohlad op de tempelberg. Het doel van de uiterlijke tempel. De Heer verdween voor hun ogen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139  ...