Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 126 van 179

...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139  ...
[4] Kijk, dit alles hoort tot zijn geest en is in de geest zelf voorhanden. Het is een schepping van zijn geest door de kracht van de liefde en deze is geordend volgens de wijsheid, die uit zo'n liefde voortvloeit. Als jullie nu dit voorbeeld wat verder overdenken, zal het jullie zeker duidelijk worden hoe eenieder eens in de geest, naargelang zijn liefde en de daaruit voortkomende wijsheid, de schepper zal zijn van zijn eigen voor hem bewoonbare wereld; en deze wereld is het eigenlijke rijk van God in de mens.
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Wie dus de liefde van God in zich heeft, zal ook de wijsheid toekomen in dezelfde mate waarin hij de liefde bezit. En zo wordt hem gegeven die reeds heeft, namelijk de liefde. Wie deze echter niet heeft, maar slechts zijn dorre wereldverstand, dat hij voor wijsheid aanziet, hem wordt dan ook dit afgenomen en wel op de meest natuurlijke manier van de wereld, wanneer hem het wereldlijke of het lichamelijke leven afgenomen wordt.
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Onze gastvrije vriend is reeds hier; treed dus maar binnen in zijn sfeer. Ook deze geest zullen jullie weer zien in zijn sfeer, waarin jullie door hem wat worden rondgeleid. Let weer goed op hetgeen hij jullie zal laten zien en wat hij jullie zal zeggen, want daaruit zal jullie veel van wat jullie tot nu toe nog niet goed hebben begrepen, duidelijk worden. Jullie bevinden je al in zijn sfeer; vertrouw dus maar op hem want hij is een bekwame gids en in hem is veel wijsheid uit Mij. Onderweg zullen jullie nog wel te weten komen wie deze geest eigenlijk is. Luister dus nu naar hem en volg hem maar!
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Jullie bevinden je al in zijn sfeer. Let dus op, wat deze nieuwe gids jullie gaat vertellen. Hij zegt: beste vrienden en broeders, kom, kom met mij mee om te zien wat de oneindig grote Vaderliefde allemaal bewerkstelligt en hoe mild zij overal is. Verheug je bovenmate dat de Heer er behagen in schiep dergelijke dingen aan jullie geest te tonen; want jullie zullen met eigen ogen aanschouwen, hoe ondoorgrondelijk de wegen van de Heer zijn en hoe onnaspeurlijk de raadsbesluiten van Zijn oneindige eeuwige wijsheid!
Hoofdstuk 17: De sfeer van de negende geest (ev. Marcus). Rondleiding in de eigenlijke geestenwereld. Hoe het kwaad van de vleselijke liefde zichtbaar wordt in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Kijk uit dit voorbeeld kunnen we de grote en belangrijke les trekken die precies op onze eenvoudige, geestelijke zon van toepassing is. En deze les stemt precies overeen met de tekst uit het evangelie welke luidt: `Wie heeft, hem zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft zal hem ontnomen worden' (Matth. 13:12). In deze schriftuur bevindt zich nog een andere, die met het bovenbeschreven voorbeeld nog meer overeenstemt, en deze tekst luidt als volgt: `Het rijk van God komt niet met uiterlijk vertoon, want zie, het is in u!' (Luk. 17:21). Begrijpen jullie nu hoe het met deze voorlopige eenvoud van de geestelijke zon gesteld is? Jullie zeggen: we begrijpen wel iets, maar nog niet volkomen duidelijk wat daarmee wordt gezegd en aangegeven. Maar Ik zeg jullie: nog een klein beetje geduld en alles zal dadelijk met weinig woorden zo helder naar voren komen als de zon op klaarlichte dag. Waarom zagen jullie de geestelijke zon zo eenvoudig? Omdat jullie alleen maar de eigenlijke buitenkant hebben gezien. Maar Ik zeg jullie: er bestaat op de geestelijke zon een oneindige, indrukwekkende en wonderbaarlijke veelzijdigheid, waarvan jullie je tot nu toe nog helemaal geen voorstelling konden maken. Deze veelzijdigheid ligt echter niet op de geestelijke zon, maar ze ligt in het innerlijk van de geesten. Als jullie deze dus willen zien, dan moeten jullie met zuiver geestelijke ogen in de sfeer van een of andere zalige geest kijken en jullie zullen de anders zo eentonige, geestelijke zonnewereld spoedig in talloze wonderen zien overgaan. Want jullie moeten weten dat aan iedere geest wel een en dezelfde ondergrond wordt gegeven, die louter uit Mijn genade en erbarming bestaat, en deze komt in gelijke mate in de door jullie geziene geestelijke zon tot uiting. Wat dan de inrichting van deze gegeven ondergrond, ofwel de eigenlijke bewoonbare wereld voor de geest betreft, deze hangt enkel en alleen af van het innerlijk van een geest, hetgeen de liefde is tot Mij en de uit deze liefde voortkomende wijsheid. Opdat jullie dit nog duidelijker mogen inzien, wil Ik jullie nog een heel aanschouwelijk voorbeeld erbij geven. Een van jullie bevindt zich op een of andere uitgestrekte vlakte. Op dit veld treft hij niets anders aan dan in het midden een boom, waaronder in de schaduw welig gras groeit. Op dit gras gaat de wandelaar liggen, valt rustig in slaap en wordt daardoor gesterkt. Maar tijdens deze zoete en sterkende rusttoestand is een wonderbare droom over hem gekomen. In deze droom bevindt de eenzame en eenvoudige wandelaar zich in de prachtigste paleizen, houdt zich louter nice vorsten bezig, gaat nut hen ons en geniet daardoor een buitengewoon grote zaligheid. Nu vraag Ik jullie: hoe komt deze man op dit eenzame, lege veld eigenlijk aan zo'n innerlijk gezelschap?
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ik zou echter eerst eens aan iedereen die zoiets beweert, willen vragen: kun jij de sterren aan de hemel met je handen pakken en kun jij ze zien bij heldere zonneschijn? Kijk, je kunt noch het een noch het ander. Bestaan daarom de sterren niet, omdat jij noch het ene noch het andere kunt? Je zegt tegen Me: de sterren zie ik tenminste 's nachts en dan kan ik hun haan berekenen. Maar Ik zeg je: jouw getuigenis strekt jou, wat scherpzinnigheid betreft, niet tot grote eer, omdat je daardoor openlijk te kennen geeft dat je Mijn ordening alleen vanuit jouw nachtzijde berekent, terwijl de ordening van de dag jou vreemd blijft. En had je geen nacht dan zou je er op klaarlichte dag bijstaan als een blinde en zou je niet eens kunnen dromen over de ordening van Mijn dingen. Het is treurig als jullie je wijsheid, wat de orde van Mijn dingen betreft alleen maar aan de nacht, maar niet aan de dag te danken hebben. Kijk, dat blijkt ook heel duidelijk uit de dingen die jullie nu gezien hebben.
Hoofdstuk 12: De sfeer van de zevende geest. Raadselachtige beelden van geestelijke toestanden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Jullie zeggen: beste vriend en broeder! We zijn hiermee al tevreden, want de buitengewoon vieze huizen zien er uit als die van een afgebrand dorp in een of andere duistere uithoek van de aarde. De mensen die we hier zien, zien er zo haveloos uit dat men zich op aarde moeilijk iets havelozer kan voorstellen. Daar komt zojuist een stel op ons af; de man is halfnaakt. De blote delen van zijn lichaam zijn uitgeteerd en vuil en op zijn borst lijkt hij een brandwond te hebben. Zijn haren zijn voor meer dan de helft als door vuur verschroeid, ook de helft van zijn gezicht lijkt te zijn verbrand. Zijn begeleider lijkt een vrouw te zijn. Heer, wat een beklagenswaardige vrouwelijke gestalte! Zij ziet er uit alsof ze werkelijk reeds drie jaar in de grond heeft gelegen. Alleen over haar schouders hangen nog enkele vuile lompen, die er uitzien alsof ze zojuist uit een beerput zijn gehaald. Haar blote voeten lijken op vleesloze beenderen en haar armen! De ene is een halfverbrande skeletarm en de andere zit vol etter en zweren, en haar hoofd, wat een gelaatsuitdrukking! Werkelijk, wie in staat is om daaruit een andere karaktertrek dan die van de dood te halen, die moet een hoge graad van wijsheid bezitten.
Hoofdstuk 17: De sfeer van de negende geest (ev. Marcus). Rondleiding in de eigenlijke geestenwereld. Hoe het kwaad van de vleselijke liefde zichtbaar wordt in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Jullie zien hoe deze zeven dalen door bergketens van elkaar zijn gescheiden en dat elke bergketen uit tien heuvels bestaat. Elke heuvel is met een soort kapel versierd. Wat betekent dat wel? Deze tien heuvels stellen de verheven wetten van Mozes voor. De kapellen op de heuvels duiden op de wijsheid van die wetten. De zeven dalen, die deze heuvelrijen van elkaar scheiden, geven nog eens de zeven geboden van de naastenliefde aan.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] De gevraagde buigt en zegt: machtige bode van de Heer! Een wijze vanuit de morgen, zeker een u goedbekende broeder, onderricht hier de liefde van de Heer. Om die hoge wijsheid te horen gaan we ernaartoe. Ik vraag hem: hoe lang zijn jullie reeds onsterfelijke bewoners van deze eilanden? Hij zegt: machtige bode van de Heer! Volgens aardse begrippen bewonen we deze streek al meer dan honderd jaar. Ik antwoord: zouden jullie dan niet graag wat meer naar de morgen toe willen gaan?
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Het uitgestrekte water vormt de voornaamste scheidingslijn, die men langs de gebruikelijke weg niet kan overschrijden, want dit grote water duidt op de hoge graad van wijsheid die nodig is om in de middag te komen. Daarom moeten zij die overgaan naar de middag heel sterk worden in het vuur van de liefde, opdat ze een overeenkomende graad van wijsheid verkrijgen zoals die door dit uitgestrekte water wordt aangegeven. Daar we nu ook dit weten, zullen we ons de volgende keer zoals gezegd, zonder verder om te zien ineens naar de stralende middag begeven. Dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 40: Waar bevinden de heidenen zich aan gene zijde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ja, ja, lieve vrienden, zo is het; het inwendige krijgt hier reeds zijn waarde. De waarde is nog wel te meten maar toch al zo groot dat ze jullie begrippen te boven gaat, want zij is de werking van het licht uit de wijsheid die ontspringt uit het ware geloof in de Heer, en door dit ware geloof, dan ook naar evenredige verhouding uit de daadwerkelijke liefde, die een lagere rangorde is van de eigenlijke liefde voor de Heer.
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Na deze wijze woorden zegt de aanvoerder (de bode): we merken uit jouw korte inleiding al, dat jij je de overwinning van het heldere verstand volkomen hebt eigengemaakt; daarom wagen we het ook om met grootste vertrouwen in jouw wijsheid, jou ons probleem voor te leggen. De verstandsvertegenwoordiger zegt: alles waarmee ik jullie maar van dienst kan zijn is mij welkom, leg daarom geheel vrijmoedig en zonder voorbehoud jullie probleem aan mij voor! De aanvoerder (de bode) zegt: luister dan! In het gezelschap waardoor wij werden afgevaardigd om bij jou goede raad te halen, is een grote strijd ontstaan over de noodzaak of overbodigheid van het licht. De redenen voor de noodzaak van het licht zijn net zo steekhoudend als de argumenten ertegen, daarom kunnen we absoluut niet beslissen, welke partij gelijk heeft. De verstandsvertegenwoordiger zegt: laat enkele van jullie argumenten en tegenargumenten horen en jullie kunnen ervan verzekerd zijn dat ik met mijn oordeel de spijker op de kop zal slaan.
Hoofdstuk 25: Een bekeringstocht naar de betere stoïcijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] De verstandspreses: hoe bekijken jullie jezelf met betrekking tot het oneindige? Jullie zeggen: niet anders dan eindig en begrensd. Kijk, jullie geven met dit antwoord zelf al de algemene reden aan waarom ik voor mij deze streek als verblijfplaats heb gekozen. Daarom zeg ik jullie: werkelijk wijs is slechts hij, die de grenzen van zijn verstand heeft gevonden en dan met dit verstand inziet hoeveel er nodig is voor de verzadiging van zijn geest. Deze omgeving komt volkomen overeen met de door mijn verstand bepaalde grenzen en het devies van dat verstand luidt daarom: wees altijd tevreden met hetgeen overeenkomt met je beperktheid, ga nooit buiten de kring van je inzichten en ken en vind jezelf in deze kring; dan heb je het geluk van je leven in de meest volmaakte en jouw meest aansprekende vorm gevonden. Kijk, om die reden is deze omgeving, die jullie zeer onherbergzaam vinden, voor mij volkomen geschikt omdat ze niet meer biedt dan juist zoveel als overeenkomt met de grenzen van mijn verstand. Als ik derhalve iemand ergens mee van dienst kan zijn, dan kan ik dat toch alleen maar binnen de horizon van mijn inzichten; daarbuiten zou ik een leek zijn en niet in staat iemand ook maar de geringste dienst te bewijzen. Hieruit kunnen jullie opmaken waarom ik juist deze omgeving en geen andere heb gekozen om er te wonen. Mochten jullie echter denken dat ik mij door mijn wijsheid wellicht tot ijdelheid zou laten verleiden om voor anderen als een licht te stralen, dan zouden jullie je zeer in mij vergissen. Want mijn onwankelbare grondbeginsel luidt als volgt: als je iemand van dienst wilt zijn, ken dan goed de hele sfeer waarin je hem van dienst wilt zijn. Ken je die sfeer niet, blijf dan mooi thuis met je filantropie, want wie meer wil geven dan hij heeft, is of een dwaas of een bedrieger.
Hoofdstuk 26: Vervolg van het bezoek bij de stoïcijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Hij zegt: maar mijn geliefde vrouw, heb je er dan helemaal geen vermoeden van om welke redenen je op deze donkere plaats terecht bent gekomen? Ik denk toch dat jouw te wereldse gezindheid je hier heeft gebracht. Je was wel een heel spaarzame en in onze wereldse verhoudingen zeer eerzame vrouw en je was verder ook buitengewoon verstandig; alleen was de leer van het ware christendom jou vaak een doorn in het oog. Je hebt je er soms niet zo gunstig over uitgelaten en hield je meer aan de wijsheid en de filosofie van de wereld. Ik heb je vaak gezegd, lieve vrouw, als er in het hiernamaals een leven bestaat, dan denk ik dat men daarin aan alle wereldwijsheid niet genoeg heeft; daarom zou het beter zijn zich aan Gods woord te houden, want het tijdelijke duurt maar kort. Als er echter een eeuwigheid bestaat, zullen we niet onze tijdelijke wijsheid zoals gezegd, heel moeilijk onze weg vinden. Kijk lieve vrouw, dat zijn letterlijk de woorden die ik heel vaak in vertrouwen tot je heb gesproken en zoals ik nu tot mijn grootste en betreurenswaardigste verbazing merk, zijn deze jammer genoeg maar al te goed uitgekomen. Daarom, denk ik nu, lieve vrouw, dat het voor ons de allerhoogste tijd is, als men dat hier zo kan zeggen, om ons helemaal vrij te maken van alle wereldse herinneringen en ons voor genade en ontferming tot onze Heer Jezus Christus te wenden. Want als Hij ons niet helpt zijn we voor eeuwig verloren; omdat ik in mezelf heel zeker weet en aanvoel dat er voor ons buiten Christus in de hele oneindigheid geen God en geen helper meer is. Helpt Hij ons dan zijn we geholpen; helpt Hij ons niet dan zijn we voor eeuwig reddeloos verloren! Nu zou ik willen dat ik ons hele vermogen aan de bedelaars had vermaakt en dat onze kinderen daardoor bedelaars zouden zijn geworden. Dat zou ons hier zeker meer zegen gebracht hebben dan al onze wereldwijze zorg voor het materiële welzijn van onze kinderen. Omdat we onze wereldse dwaasheid nu niet meer kunnen veranderen, blijft ons, lieve vrouw, zoals gezegd niets anders meer over dan dat we ons in alle ernst met uitsluiting van alle andere gedachten of wensen, alleen tot Christus wenden opdat Hij voor ons, ondanks onze grote dwaasheid, genadig en barmhartig mag zijn en juist deze dwaasheid door Zijn oneindige genade en erbarmen aan onze kinderen mag goedmaken.
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] Nu hebben jullie gezien hoe het hier toegaat. Jullie vragen mij heimelijk: deze geesten zijn toch kennelijk reeds in de hemel; hoe kunnen ze dan zo spreken alsof nog niemand van hen de Heer had gezien? Maar ik zeg jullie: zij vier weliswaar de Heer voortdurend zoals jullie op aarde de zon zien; dat betekent zoveel als: het licht van God is boven hun hoofden, hetgeen duidt op de sfeer van de wijsheid.
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139  ...