Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 126 van 278

...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139  ...
[5] De ene helft was het daar mee eens; maar de andere zei: 'ja, als wij ons altijd door dergelijke dreigementen laten afschrikken, kunnen wij ons aloude recht wel direct opgeven en tot bedelen overgaan. Als deze vreemdelingen inderdaad geen geld of andere schatten bij zich dragen, zijn ze zonder meer vrij; maar als ze toch iets bij zich hebben, zullen ze ons ook de verlangde schatting moeten betalen. Laten wij hen dus onderzoeken en kijken of zij hier helemaal zonder enig geld of andere schatten zijn!'
Hoofdstuk 198: De Heer en de Arabische rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Maar Ik zei: 'Kijk, dat was een heel goede les voor die bevoorrechte rovers van deze streek, waar een vreemdeling nauwelijks doorheen kon trekken zonder van een derde van zijn bezit beroofd te worden! Dezen zullen nu ook aan hun kornuiten, die langs de verschillende wegen op vreemdelingen loeren om hun een schatting op te leggen en hun die vervolgens in ruime mate onbarmhartig af te nemen, meedelen wat hun hier is overkomen; die gezellen: zullen zeker ook van hun bezigheid afzien en de vreemdelingen niet meer zo lastig vallen als sinds lange tijd het geval is geweest.
Hoofdstuk 198: De Heer en de Arabische rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Iedereen, die in Mijn naam over de hele wereld zal reizen om de volkeren Mijn leer even zuiver te verkondigen als hij die van Mij vernomen heeft, zal veilig over alle wegen en straten reizen en door geen enkele straatrover aangevallen worden. Hij zal over slangen, salamanders en schorpioenen kunnen lopen en zij zullen hem niet kunnen schaden; en als iemand vergif door zijn eten of drinken zal mengen, zal het zijn lichaam en bloed geen nadeel berokkenen. En mocht hij in hele troepen wolven, leeuwen, tijgers, panters, hyena's, beren en everzwijnen terechtkomen, dan zullen deze boze dieren hem niet alleen geen enkel kwaad doen, maar hem in geval van nood van dienst zijn; want een mens die van Gods geest vervuld is, is ook heer over de grimmigheid en toorn van boosaardige dieren, zoals hij ook heer over alle elementen is, als hij het geloof daarvoor zonder enige twijfel in zijn hart en ook in zijn ziel draagt.
Hoofdstuk 199: Over het doel en het nut van reizen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] En ook al roept hij in zijn nood tot Mij: 'Heer, Heer, help mij in mijn grote nood!', dan zal hem als antwoord in zijn hart en geweten gelegd worden: 'Waarom roep jij, wereldling, Mij om hulp?! Ik ken je niet en heb jou ook nog nooit erkend; want jij bent op jezelf, zonder enig geloof in Mij en alleen vanwege werelds gewin, zogenaamd in Mijn naam als een valse leraar over de hele wereld gereisd. Help jezelf maar, nu je in nood en ellende zit; want Ik ben je geen hulp verschuldigd, aangezien je voor Mij ook niets gedaan hebt. Je bent er namelijk noch vrijwillig op uitgegaan, gedreven door het geloof in Mij, noch door de ware liefde voor het zieleheil van de mensen, maar alleen ten behoeve van jouw eigen aardse welzijn! En nog minder ben jij daar ooit door Mij toe geroepen of uitgenodigd! Je hebt je ter wille van jezelf in gevaar begeven; help jezelf nu dan ook, of misschien kunnen zij jou helpen, die jou gestuurd hebben!'
Hoofdstuk 199: Over het doel en het nut van reizen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Wanneer de mensen dan vrijwillig het een of ander voor jullie doen of geven, dan kunnen jullie dat ook zonder bezwaar in alle liefde en vriendelijkheid aannemen. Maar van de armen moeten jullie ook onder deze voorwaarde niets aannemen, maar jullie moeten hen bovendien nog in alle liefde en vriendelijkheid ondersteunen, zodat zij zich volledig bewust worden van Gods eeuwige liefde en vriendelijkheid.
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Wat Ik hier echter tegen jullie gezegd heb, houd dat voorlopig voor jezelf, aangezien Ik het ook zonder vreemde getuigen op deze eenzame heuvel aan jullie heb toevertrouwd; maar degenen die in jullie voetsporen zullen treden, moeten jullie hiervan volledig op de hoogte stellen! Want als iemand niet weet hoe hij zijn ambt moet vervullen en er niet van op de hoogte is wat het ambt inhoudt, hoe zal hij het dan uitoefenen? Daarom moet iedereen die Mijn ambt op aarde onder de mensen wil uitoefenen, daar goed in thuis zijn en zelf werkelijk geheel en al van alles overtuigd zijn, anders is en blijft hij een dode en blinde leraar!
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Ik zei, terwijl wij de heuvel reeds afliepen: 'Jullie hebben zelf nog lang niet alles van Mij geleerd wat jullie nodig hebben om het ambt dat Ik jullie toevertrouwd heb helemaal goed uit te kunnen oefenen, en toch zullen jullie binnenkort zonder Mijn persoonlijke aanwezigheid al het resterende van Mij leren! Want ook al ben Ik niet lichamelijk als persoon aanwezig zoals nu, dan ben Ik dat echter wel in de geest van Mijn liefde, wijsheid, macht en kracht; en deze geest zal jullie altijd leren wat jullie moeten doen en spreken. Hij zal jullie de woorden die jullie moeten spreken, in je hart en in je mond leggen.
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] En net zoals jullie op die manier door Mijn geest in alle wijsheid uit God onderricht zullen worden, zullen ook jullie echte opvolgers zonder tussenkomst van Mijn lichamelijke persoonlijkheid in alles onderricht worden. Want waarlijk Ik zeg jullie: waar Ik nu spreek en werk, spreekt en werkt ook alleen Mijn geest, die God is als de Vader in eeuwigheid, en niet Mijn lichamelijke persoon, die eerst ontbonden moet worden om geheel en al in de heerlijkheid van de Vader binnen te gaan.
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] En als je dat nu weet, zul je nu ook wel begrijpen hoe een mens ten behoeve van het eeuwige leven altijd door Mij onderricht kan en zal worden, ook zonder deze lichamelijke persoonlijkheid van Mij!'
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Dat zag de man zonder armen wel in, maar toch zei hij tegen de overste: 'Als die grote Heer en Meester jou zoveel macht verleend heeft om zulke kreupelen, zoals wij eerst waren, doorjouw woord en door het opleggen van jouw handen plotseling en wonderbaarlijk te genezen, wat eigenlijk toch ook overeenkomt met een volledig nieuw scheppen, dan zou het toch ook mogelijk zijn om mij mijn verloren gegane handen terug te geven; dat zou waarschijnlijk voor jou en die Meester net zo goed mogelijk zijn als het heel plotseling genezen van onze verlamde en geheel en al kreupel geworden ledematen, zintuigen en zieke ingewanden! Want kijk, ik voel mijn beide verloren gegane handen nog steeds alsof ik ze nog had, en zelfs voel ik af en toe nog als het ware een brandende pijn in mijn beide verloren gegane armen; en zodoende geloof ik dat mijn ziel de handen niet kwijtgeraakt is, ook al heeft mijn lichaam ze verloren.
Hoofdstuk 201: De genezing van de zieken van de overste der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Na deze zeer betekenisvolle woorden van de man zonder handen, die een uitgeweken jood was, wist de overste niet wat hij op dat moment moest doen. Moest hij de man zonder handen nog een keer in zeer vast geloof de handen opleggen, of moest hij eerst met Mij overleggen, of en hoe het verlangen van de man zonder handen eventueel ingewilligd zou kunnen worden? Hij gaf de voorkeur aan het tweede en kwam met deze kwestie naar Mij toe.
Hoofdstuk 201: De genezing van de zieken van de overste der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] En Ik zei tegen hem: 'Zie eens hoe goed het was dat jij onder Mijn ogen een eerste werk gedaan hebt en daarbij op een klein gebrek aan geloof en vertrouwen in Gods liefde, wijsheid en kracht gestoten bent! Als jij zonder te twijfelen ook het teruggeven van de armen van de Egyptische jood in je geloof had betrokken, dan zou hij zijn handen al hebben; maar jij bent daarvoor teruggeschrokken en hield dat voor onmogelijk, en daarom kreeg die man zijn kwijtgeraakte handen dan ook niet terug. Maar ga nu en geloof vast, dat bij Mij alle dingen mogelijk zijn; leg hem nog een keer je handen op, dan zal hij ook zijn handen weer nieuw krijgen!'
Hoofdstuk 201: De genezing van de zieken van de overste der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Na deze woorden van Mij ging de overste, die Roclus heette, vol vast geloof nogmaals naar de man zonder handen toe en zei: 'Omdat jij zelf gelooft en als jood de almacht van de enige ware God kent, geschiede jou in naam van die grote Heer en Meester, in wie de volheid van Gods geest lichamelijk woont, naar jouw verlangen en gelooft'
Hoofdstuk 201: De genezing van de zieken van de overste der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Toen de overste dat over de man zonder handen uitgesproken had, kreeg deze ook onmiddellijk zijn verloren gegane handen weer terug.
Hoofdstuk 201: De genezing van de zieken van de overste der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Toen Roclus dat tegen de genezenen gezegd had, gehoorzaamden zij, stonden zonder enige moeite op van het plein en gingen direct naar hun herbergen, waar ze door de herbergiers onder grote verbazing direct uitstekend bediend werden.
Hoofdstuk 202: De genezing van de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139  ...