Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 126 van 1490

...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139  ...
[14] En verscheidene leerlingen, die in deze streek goed bekend waren, haastten zich na het eten van het morgenbrood meteen naar de bovengenoemde omgeving en vroegen ijverig overal wat de mensen daar over Mij dachten, en of en hoeveel ze soms al over Mij gehoord hadden. De vooruit gezonden leerlingen waren echter niet weinig verbaasd toen ze merkten dat in de gehele omgeving, die nog nooit eerder door Mij bezocht was, Mijn naam overbekend was en dat iedereen veel over Mij wist te vertellen. De leerlingen deden namelijk alsof zij van Mij slechts van horen zeggen iets wisten, en daardoor kregen de gevraagden des te meer speelruimte om allerlei dingen te vertellen.
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Ieder mens zal zelf wel kunnen begrijpen dat de leerlingen deze vertellers verboden zulke sagen rond te vertellen, maar hoe het mogelijk was dat zulke dwaasheden en andere van hetzelfde kaliber zelfs in plaatsen waar Ik geleerd en genezen had, de kop op konden steken, dat is iets, wat voor menige hemelse engel tot op heden gewoonweg nog een raadsel is. Daar is echter ook de stapel van ruim vijftig evangeliën ontstaan, die tijdens de eerste grote kerkbijeenkomst van het morgenland als apocrief verbrand werd, hetgeen zeer juist was. Het is zo dat in oorsprong slechts de beide evangeliën van Johannes en Matthéus geheel authentiek zijn, en ook de geschiedenis der apostelen, de brieven, en de openbaring van Johannes. De beide evangeliën van Marcus en Lucas hebben ook hun duidelijke en heilige waarde, hoewel ze in menig detail van dat van Matthéus afwijken. -Nu we dit ook weten, gaan we weer verder met de evangelische tocht.
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Toen de HEER DES HUIZES dat hoorde, liet hij alles in de steek, viel voor Mij neer en zei: "Wat heb ik arme, zondige mens dan ooit voor goeds gedaan, dat U mij nu zo'n grote genade bewijst? O heilige, grote man uit de hemelen, gezonden naar ons arme zondaars op deze aarde! Hoe kan ik als arm en eenvoudig mens u daarvoor op waardige wijze eren en prijzen? Wat moet ik voor u doen om het u naar de zin te maken?"
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Dan staat de arme HEER DES HUIZES op en zegt met een wat treurig gezicht: "Goede meester, wat ik heb, geef ik omdat mijn hut zo'n grote eer en genade te beurt is gevallen. Want ik weet dat u een zoon van David en bovendien een groot profeet bent. Brood en vis heb ik nog wel in voorraad voor vandaag en morgen, maar met de wijn ziet het er wat slechter uit, niet alleen bij mij, maar in deze hele streek. Ook in de niet ver van hier gelegen stad Caesarea Philippi staat het er met de wijn erbarmelijk voor. Wat frambozen en bramensap heb ik wel, maar dat is al wat oud en daarom zuur, wij drinken het alleen met water en wat honing tegen de dorst.
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Na deze woorden riep de arme man van de hut meteen zijn vrouw en zijn acht kinderen, die al volwassen waren, waarvan zes dochters en twee zonen, en ging en vulde snel de vijftig zakken bij de bron. Toen de zakken allemaal vol waren, vroeg hij Mij wat hij daarmee nu moest beginnen.
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] De kinderen proefden en wisten ook met hun verbazing over dit wonder geen raad, en de oudste ZOON zei: "Vader, u weet dat ik goed bekend ben met de schrift. Ik ken alle profeten en hun daden, maar zo'n daad heeft niet een van hen gedaan! Deze buitengewone mens moet kennelijk méér zijn dan een profeet!"
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[24] De lichte wolkjes, de reeds door een stralend licht omspoelde voorboden die de op til zijnde zonsopgang aankondigen, zijn al zeer veel lichter dan het licht van de volle maan. Maar als er geen zon zou volgen op deze voorboden, dan zag het er op de gehele aarde weldra zo uit als in het vrijwel verstarde gebied van de middernachtszon, waar negen volle maanden lang geen zonnestraal doordringt. En kijk, zo overeenkomstig gaat het ook toe in de eeuwige wereld van de geest, die de enige oorsprong en reden van het voortbestaan van deze materiële wereld is.
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] De MAN zegt: "Dat is wel boven alle twijfel verheven! Maar hoe? Wie kan ons dat uitleggen? Wat is hij? Wie is hij? Als wij zeggen: 'Hij is een profeet!', dan zeggen wij duidelijk te weinig. Zeggen wij: 'Hij is een engel!', dan hebben we daarmee niet veel méér gezegd. Zeggen we echter: 'Hij is een God!', dan konden we misschien toch te veel zeggen, want een God is immers alleen maar Geest. Hij heeft echter vlees, bloed en botten, en daarom is het misschien nog de vraag of hij tenslotte toch niet zoiets als een Griekse Zeus of Apollo zou zijn. Maar nu moeten we in alle deemoed, liefde en dankbaarheid de wijn naar buiten brengen, en brood en vissen en wat we maar voor eetbaars hebben; want deze weldaad is met geen goud te betalen!"
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[27] Aan de hand van deze waarachtige schildering kun je nu genoeg ontdekken om in jezelf tot een helder inzicht te komen, zodat je Mij in je hart die plaats geeft, die mij toekomt! Noch het licht van de sterren, noch dat van de maan en net zo min de op zichzelf staande gouden glans der morgenwolkjes is in staat de ketens te verbreken van het in de materie van deze aarde gevangen leven, en het dan naar de zelfstandige actieve vrijheid te lokken. Dat kan alleen maar het licht van de zon.
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] O juich, en beef daarbij ook van vreugde, want Hij blijft in deze nacht bij ons! De gehele aarde is deze grote genade niet waard, laat staan deze armzalige hut en dan wij nog, die vol zonden zijn!"
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Terwijl de man van de hut tijdens het gereedmaken van de slaapgelegenheid zo over Mij sprak, stelde IK Mijn leerlingen, en wel degenen die deze dag vooruitgestuurd waren om informatie in te winnen, de volgende vraag: "Wie zeggen de mensen uit de omgeving dat Ik ben?" (Matth. 16:13)
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Toen waren alle leerlingen met stomheid geslagen en wisten behalve Simon Juda niet wat ze Mij op deze vraag moesten antwoorden. - JUDAS Iskariot zei tegen Thomas: "Doe nu je mond open! Jij bent toch altijd zo verstandig en wijs! Dat moet voor jou toch een kleinigheid zijn om op de vreemde vraag van de meester een juist antwoord te vinden!"
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] THOMAS zegt: "Zeker, en wel voor de grootste die de aarde ooit gedragen heeft, -hoewel dat niet zijn, maar Gods verdienste is! Want God alleen kan de mens tot profeet roepen, zoals Hij dat met Samuël heeft gedaan toen deze nog een kind was, en zoals Hij zelfs de ezel van de valse profeet Bileam tot echte profeet maakte en door de ezel vervolgens ook Bileam zelf. Dat moeten wij goed begrijpen, en ook het getuigenis dat Jezus over zich zelf geeft, namelijk dat hij slechts een mensenzoon is, ondanks dat hij ook de wonderdadige kracht van God, die in bijzonder grote mate in hem is, zo nu en dan met het goddelijke Ik betitelt. Dan kunnen wij hem naar mijn bescheiden mening onmogelijk een ander getuigenis geven dan dat, wat hij altijd zichzelf geeft! Dus is hij een voortreffelijke Godszoon, zoals wij dat ook zijn, maar dan niet in zo hoge graad als hij."
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Daar voeg Ik nu aan toe: Jij bent Petrus, een rots. Op deze rots wil Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen! (Matth. 16:18) En Ik zal je de sleutel van het hemelrijk geven! Alles wat jij op aarde zult binden, zal ook in de hemel gebonden zijn, en wat je op aarde zult ontbinden, zal ook in de hemel ontbonden zijn!" (Matth. 16:19)
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Toen zei PETRUS: "Heer ik dank U voor deze grote genade, waarvoor ik mij helemaal onwaardig acht, omdat ik altijd een ruwe zondaar was en jammer genoeg nog ben. Maar wat betreft dat binden en ontbinden, geef ik openlijk toe, dat ik dat niet begrijp en niet weet wat ik daarvan moet denken. Als U wilt zou U het mij wel een beetje begrijpelijker kunnen maken!"
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139  ...