Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 126 van 1112

...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139  ...
[2] Als wij echter door God geroepen worden de wereld te verlaten, dan zal een engel van God vooraf ook met ons doen, wat deze nu met de spijzen doet. Dat wil zeggen, hij zal in één ogenblik al het geestelijke uit de materie vrij maken. De materie geeft hij over aan de volledige ontbinding, maar de ziel en haar levensgeest en ook alles wat zich in de materie bevindt en bij de ziel behoort, zal hij, terwijl hij het samenvoegt tot een volmaakte mensenvorm, volgens de eeuwige onveranderlijke wil van God, naar de geestelijke wereld overbrengen! -Kijk, dat is het wat je leren kunt en moet, uit de jou vreemd voorkomende manier van eten van de machtige hemelse jongeman!"
Hoofdstuk 195: Materie en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK zeg: "Vertel Mij eens, waarom vraagt de zo nu en dan uit Sichar naar je toekomende jongeman, ook dingen aan je alsof hij daar niets van af zou weten, terwijl hij het toch maar al te goed weet!? Ja, hij laat zich zelfs door jou onderwijzen alsof hij jouw leerling was!"
Hoofdstuk 196: Verschillende gaven, en zelfkennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Bij leerlingen die in allerlei wetenschappen goed thuis zijn, is deze mallier van lesgeven wel de beste ter wereld, omdat daardoor de toch nog beperkte leerling bijzonder actief geleid wordt om zelf te denken te voelen en te vinden. Maar als men zo'n manier van lesgeven bij een leerling toepast, die nog niets weet van alle elementaire wetenschappelijke beginselen, dan zou ik toch wel eens willen zien, wanneer en hoe de leerling zich bij zo'n mannier van lesgeven, het alfabet en uiteindelijk het lezen van het geschreven woord, zonder een wonder, op een natuurlijke manier eigen kan maken!
Hoofdstuk 196: Verschillende gaven, en zelfkennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] IK zeg: "Nee, nee, helemaal niet! Je oprechte hart is een open boek voor Mij, en je hebt Mijn beste Josoë zelfs een grote dienst bewezen. Hij was op de door jou zo kinderlijk wijs genoemde punten ook werkelijk wat zwak, en deze zwakheid zou hem in de toekomst op wat kleine dwaalwegen hebben kunnen brengen. Maar nu is hij ook in deze sfeer genezen, en zal nu wel graag een opvrolijkend gesprek met je willen beginnen, want hij weet zich goed uit te drukken."
Hoofdstuk 196: Verschillende gaven, en zelfkennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] In God is alle oneindige wijsheid, maar in ons bevindt zich daarvan slechts nauwelijks een zonnestofje! Alles wat wij weten bestaat uit losse stukjes, en wij vinden nooit de weg van alp ha naar beta, Iaat staan tot aan omega. Aan de hemel schitteren myriaden lichten, wie kent ze? De twee grote kennen wij nog niet eens, Iaat staan de talloze kleine; maar Gods wijsheid is daar overal net zo thuis als het gezichtsvermogen in het oog!
Hoofdstuk 197: De beperkte menselijke kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Zeg jij Mij daarom: Wélke waarheid geldt er alleen maar voor jou? Is dat wat je ziet een waarheid? Kijk eens, alles wat zich aan jou voordoet is als een droombeeld. Dat wat vandaag nog de volle waarheid is, kan morgen allang geen waarheid meer zijn! Kijk daar, in het laatste schemerlicht van de lang ondergegane zon zweeft een wolkje als een visje! Zeg eens, hoe lang zal dit wolkje naar waarheid de huidige vorm hebben? Het volgende ogenblik zal de huidige vorm van dit wolkje al een leugen noemen!
Hoofdstuk 198: Wat is waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Als Ik je drie peren voorleg, dan zeg je dat het een waarheid is dat er drie peren voor je liggen. Maar Ik zeg je dat ieder van de drie peren een aantal zaadjes bevat, waaruit in de toekomst een talloze hoeveelheid bomen kan ontstaan, die vervolgens ontelbare geheel eendere peren zullen geven! Liggen er dus werkelijk maar drie peren voor je, ieder op zichzelf een gesloten, onveranderlijke grootheid, of zijn het alleen maar drie schijnbaar gesloten, onveranderlijke grootheden, waarachter net als de soldaten in de buik van het houten Trojaanse paard, zich nog ontelbare gelijke en ook nog geheel andere grootheden verborgen houden?
Hoofdstuk 198: Wat is waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar CYRENIUS zegt: "Heer, dat is toch een vraag waarop zich alle wijzen en filosofen de tanden tot op de wortel zouden hebben stukgebeten! Sta mij toe, goddelijke Vriend, -volgens Uw voor mij altijd heilige woorden is dan ook alles, wat wij met onze zinnen waarnemen geen volle waarheid, maar voor de helft een leugen!? Wie kan dan een gegeven woord helemaal vertrouwen? Uw vraag heeft mij zelf echt wat bedroefd gemaakt. U zult dit keer wel zo goed moeten zijn Uw vraag Zelf te beantwoorden, want op de gehele aarde lost geen wijze uit zichzelf dit raadsel op!"
Hoofdstuk 199: De volle waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Maar hoe kan zij dat, en Josoë niet, die zich voorgenomen had alleen voor de waarheid te zijn? Wel, dat doet haar onbegrensde zuivere liefde tot Mij; die liefde verbindt haar hart met het Mijne en op die wijze kan zij steeds op de kortste weg al het licht en daardoor ook alle wijsheid putten uit de door haar zelf aangeduide oerbron van al het licht, al het zijn en al de waarheid, die voor eeuwig onveranderlijk een en dezelfde in Mij is.
Hoofdstuk 199: De volle waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: "O, helemaal niet; want kijk eens, het hele gezelschap verheugt zich op jullie gesprek! Ik zeg je: Aan haar zijde zul je datgene vinden, waarvoor je alleen wilt bestaan!" - Pas na deze woorden van Mij staat Josoë vlug op en gaat tussen Jarah en haar engel Raphaël zitten.
Hoofdstuk 199: De volle waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Oh, ik weet het absoluut juiste antwoord, en het geldt niet alleen maar voor nu, maar het zal voor alle tijden gelden zolang Gods woord ergens aanwezig is en er op deze lieve moeder aarde priesterkastes zijn, die zich daar het meest mee bezighouden! Het antwoord op de door mij aan de lieve Josoë gegeven vraag is als volgt:
Hoofdstuk 201: Jarah's tuin. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Behalve dit merkwaardige verschijnsel vond ik echter ook, dat een aantal niet ontkiemde zaadkorrels jammer genoeg helemaal door de rottingsschimmel verteerd waren, en daarbij was natuurlijk niets meer te vinden waaruit een mogelijke vruchtkiem had kunnen opgroeien. Het ontging mijn scherpe ogen echter niet, dat juist boven zulke geheel verrotte zaadkorrels heel kleine en tere plantjes te zien waren, die uit de aarde opkwamen en met de goede en edele kiemen niet de geringste overeenkomst hadden. Aha, dacht ik, dat is het! Deze valse kiemen zijn zeker ook een produkt van de goede in de vette aarde gelegde zaadkorrels, maar de hongerige aarde heeft zich er alleen maar mee verzadigd, en liet niet toe dat de echte goede kiem ontkiemde. Maar wat heeft zij uiteindelijk daaraan? Op de plaats van de ene edele kiem schieten dertig onedele omhoog en onttrekken zo aan de aarde wel honderd keer meer van de vette voedingstoffen, dan dat ene goede plantje gedaan zou hebben. Want alles wat goed en edel is, is ook met weinig tevreden, wat het ook is.
Hoofdstuk 201: Jarah's tuin. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Kijk, de aarde van mijn tuintje was dus ten dele onedel en vrekkig en wilde zich vetmesten met mijn edele zaadkorrels, die ik daarin gelegd heb! Maar wat is het wrange gevolg? Wel, zij moet nu in plaats van één edel, bescheiden plantje, honderd vraatzuchtige onedele voeden!
Hoofdstuk 201: Jarah's tuin. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] En zoals het de domme vrekkige en zelfzuchtige grond vergaat, zo vergaat het ook de mensen op aarde, die zich hier al een hemel vol zalige genietingen hebben willen scheppen! Op het laatst moeten zij allen hun moeitevol verzamelde voorraad toch loslaten, en honderd anderen verbrassen die dan op een vaak zeer liederlijke manier. - Dit is als voorbeeld bedoeld bij mijn komende complete antwoord op mijn vraag. Prent dit beeld goed diep in uw gemoed, dan zult u het antwoord haast vanzelf vinden!" - Allen denken erover na en blijven zich verbazen over de grote wijsheid van het meisje.
Hoofdstuk 201: Jarah's tuin. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Maar het MEISJE wendt zich intussen tot Josoë en vraagt hem heel vriendelijk: "En, aardige, edele buurman, schijnt bij jou het juiste licht al in je hart?"
Hoofdstuk 202: Toepassing van de gelijkenis van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139  ...