Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1259 van 1490

...  1247 - 1248 - 1249 - 1250 - 1251 - 1252 - 1253 - 1254 - 1255 - 1256 - 1257 - 1258 - 1259 - 1260 - 1261 - 1262 - 1263 - 1264 - 1265 - 1266 - 1267 - 1268 - 1269 - 1270 - 1271 - 1272  ...
[11] De almacht kan wel alles veroordelen en doden en vernietigen door het gericht. Maar helpen, oprichten, het leven behouden, het verlorene teruggeven, de gevangen geest weer vrij maken, zie, dat kan alleen maar de liefde, gepaard met alle zachtmoedigheid en geduld. Waar deze ontbreekt, daar is niets dan dood en verderf.
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Probeer jij het met deze ontembare, geleerde calvinisten en zie, wat jij als vroegere bisschop met hen kunt aanvangen!'
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Daarom draag Ik dit werk, waarvoor broeder Petrus nu voor jou al de weg heeft gebaand, aan jou op. Zelf is hij ook nog te sterk voor deze zwakke broeders. Daarom moet nu iemand die niet te sterk is hen eerst hulp bieden, opdat hij deze onmachtigen niet teneerdrukt. Want muggen kunnen en moeten eerst alleen maar door muggen gezoogd worden, opdat ze niet te gronde gaan. En kleine kinderen kunnen de eerste tijd geen mannenkost verdragen, doch alleen een lichte en zoete melk. Ga er daarom naar toe en voer Mijn opdracht bij deze dertig zwakken uit. Zo zij het!'
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] BISSCHOP MARTINUS kijkt nu een tijdlang naar deze kudde en richt zich dan met de volgende woorden, die overeenstemmen met zijn eigen toestand en die van deze kudde, tot hen, zeggend: 'Jullie arme, zwakke broeders die er in het zuivere licht van de almachtige, eeuwige God als waarlijk domme dieren uitzien, luister geduldig naar mij en neem de betekenis van mijn woorden in je op!
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] PETRUS zegt: 'Ik ben, die ik ben, soms Simon Jona, soms alleen maar Petrus! Wat jouw verlichte tijden betreft, die hebben werkelijk niet al te veel te betekenen. Het oude Jezussprookje is duidelijk meer waard dan de schatten van je ezelsvel. De oude wijzen zijn daarom ook meer waard dan de jonge melkmuilen, omdat ze wisten wat ze deden. Daarom werden zij leraren van de volkeren van alle tijden, terwijl alle zich zeer wijs dunkende geleerden van deze tijd niet weten wat zij doen. Zij kennen zichzelf niet en daarom nog minder iemand anders en al helemaal niet de puur goddelijke natuur en het wezen van de Heer Jezus Christus. Om welke reden zij er hier in het aangezicht van de Heer dan ook uitzien als jullie, namelijk in de gedaante van ezels, ossen, schurftige schapen en opgejaagde hazen die op aarde, als ze wegens hun soms te zonderlinge wijsheid voor het gerecht moesten verschijnen, uit louter moed voor hun zogenaamde goede zaak liever het hazenpad kozen, dan zichzelf moedig te verdedigen, en pas dan tegengeluiden lieten horen, als ze het vege lijf in een of andere schuilhoek veilig wisten.
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Zie, deze gedachte, mijn fantasie, ja deze heerlijke luchtkastelen van mij op aarde waren hier mijn enige redders van het eeuwige verderf. Ze waren een verborgen liefde tot God in mij, die ikzelf niet kende. En zie, lieve broeders, hoe moeilijk ik het ook had, toch ben ik door deze liefde zo ver gekomen, dat juist deze aardse fantasieën in mij - wat voor jullie zeker nog moeilijk te geloven is de meest evidente werkelijkheid zijn geworden. Ik ben nu werkelijk bij Jezus, de enige Heer en Meester van de geestelijke en stoffelijke wereld en ben op deze manier allerheerlijkst voor de hele eeuwigheid verzorgd.
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] Na deze werkelijk heilzame woorden van onze Martinus wendden ALLE DERTIG zich nu tot hem en antwoordden hem bijna eenstemmig: 'Vriend, wat je nu zegt bevalt ons beter dan de vroegere woorden die je tot ons hebt gericht; hoewel wij er meteen aan toe moeten voegen, dat het ons bepaald niet goed bevalt, dat jij dieren in ons ziet. Men kan een domme kerel wel voor een ezel of een os uitschelden; maar hem in zekere zin aan het verstand willen brengen, dat hij tevens echt een os - en ezelgedaante heeft, zie, broeder, dat gaat toch wel wat te ver!
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[25] Maar hoe het ook zij, jij hebt door je woorden bewezen, dat je een verstandige en goede kerel bent en met jouw Jezus zul je er dan ook niet ver naast zitten. Het enige wat hier een beetje vreemd is, is dat je hier geen engelen ziet. Ook met de hemelse schoonheid van deze omgeving lijkt het ons magertjes gesteld te zijn, evenals met de hemelse kledij. Want jij bent nog altijd een aardse boer en bovendien ook nog zonder kiel. Ook jouw Heer Jezus heeft bepaald geen hemels kleed aan en Petrus ziet er eerder armoedig dan hemels uit. Alleen de mij welbekende boekhandelaar uit N. heeft een iets beter kleed, dat echter voor de hemel ook niet de juiste snit heeft.
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[26] Zie, vriend, dat is nu echt een zwakke kant. Als jij deze bedenkingen uit de weg kunt ruimen, dan zullen wij je helemaal op je woord geloven, wat je ons ook zult zeggen en wij zullen alles doen wat je zegt.'
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[27] Hier schrikt MARTINUS een beetje van, want aan deze dingen heeft hij zelf nog niet gedacht tijdens zijn geestelijke vooruitgang. Maar hij vermant zich meteen duidelijk en spreekt verder tegen deze al half bekeerde kudde: 'Vrienden, geloof mij, het komt er hoofdzakelijk op aan, hoe iemand het hebben wil! Ik wilde het tot nu toe zo en daarom is het ook zo; wil ik het echter anders, dan zal het er ook meteen anders uitzien!
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[31] Na deze woorden verheft DE HELE KUDDE zich als uit een stofwolk in een reeds volledig menselijke gedaante en zegt eveneens luid: 'Amen! Broeder, je hebt gelijk, wij geloven je nu allemaal. Je hebt nu werkelijk meer dan wijs gesproken en daardoor in ons hart een licht aangestoken, dat nooit meer uit zal gaan. Dank zij daarom de Heer Jezus, jouwen nu ook voor eeuwig onze God!'
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Allen die hier binnentreden, zijn helemaal weg van de al te grote heerlijkheid die hun hier opeens zo onverwacht tegemoet komt. Het gezelschap dat de boekhandelaar als zijn voorman heeft, heeft zich samen met hem van louter hoogachting tot aan de grond gebogen. De dertig die kort tevoren naar de ontbrekende hemelpracht vroegen, sperren nu mond en ogen open en kunnen geen woorden vinden, om deze pracht voldoende te beschrijven.
Hoofdstuk 37: De hemelse maaltijd - Zegening van de zojuist verlosten en hun hemels thuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Alleen onze MARTINUS blijft zichzelf en zegt, op Mij doelend: 'Lieve broeders, waarom verbazen jullie je zo geweldig over de enorme pracht van deze zaal? Zie, het maakt mij helemaal niets uit; want als onze Heer en Vader niet met ons in de zaal zou zijn, dan zou ik voor de hele zaal nog geen rotte sinaasappel over hebben. Alleen Hij is voor mij alles; zonder Hem betekent al het andere niets voor mij!
Hoofdstuk 37: De hemelse maaltijd - Zegening van de zojuist verlosten en hun hemels thuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Als Hij zich met mij in de allereenvoudigste plaggenhut zou bevinden, dan zou ik daar oneindig veel gelukkiger zijn dan in deze prachtige zaal. Daarom ben ik van de pracht van deze zaal ook helemaal niet onder de indruk, maar alleen van Hem, Hem, ons aller Vader, Heer en God! Hem alleen komt onze hoogste achting, liefde, bewondering, verering en aanbidding toe. Want al deze overgrote heerlijkheid is immers Zijn werk, een ademtocht van Zijn mond! Laat ieder van jullie maar doen wat hij wil - ik denk en doe nu eenmaal zo!'
Hoofdstuk 37: De hemelse maaltijd - Zegening van de zojuist verlosten en hun hemels thuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Ga echter nu met Mij dit huisje binnen, opdat Ik je Zelf de inrichting kan laten zien en je leren om deze ook goed te gebruiken. Kom daarom nu met Mij naar jouw huisje. Het is weliswaar klein, maar bevat toch meer dan de hele wereld, zelfs meer dan een heel zonnegebied in de natuurlijke wereldsfeer, waarvan je jezelf spoedig duidelijk kunt overtuigen. Kom daarom mee, ga en wandel met Mij jouw huis binnen! Zo zij het!'
Hoofdstuk 38: Bisschop Martinus in zijn hemelse huis - De eerste verrassing – De inrichting van het huis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1247 - 1248 - 1249 - 1250 - 1251 - 1252 - 1253 - 1254 - 1255 - 1256 - 1257 - 1258 - 1259 - 1260 - 1261 - 1262 - 1263 - 1264 - 1265 - 1266 - 1267 - 1268 - 1269 - 1270 - 1271 - 1272  ...