Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 127 van 139

...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139
[3] Zo zijn dus deze atomaire wezens feitelijk negatief van aard en kunnen ze slechts zolang ze dit karakter behouden in de zon blijven. Nemen ze echter al te gretig een lichtverzadiging uit het positieve poolgebied van de zonnegeesten aan, zodat ze wat betreft het wezen van het licht zich maar heel weinig van de eigenlijk positiefpolaire geesten onderscheiden, dan worden ze door de positiefpolaire wezens met grote snelheid naar buiten gedreven.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Deze uitgedreven geesten zijn het uitstralende licht van de zon, dat zijn positieve deel afgeeft, wanneer het op een hemellichaam valt. Het meegenomen licht is dus de nog voortdurende liefde en vreugde vibratie van de volmaakte geesten.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[11] Nadat we in het kort de verschillen tussen licht en licht zo begrijpelijk mogelijk hebben verklaard, zullen we ons weer tot onze vlieg wenden, die schijnbaar in vergetelheid is geraakt. Maar Ik zie nu een nieuwe vraag opkomen, namelijk: 'Welk verband is er dan tussen de vlieg en de lichtverwekkende en lichtdragende geesten?' De vlieg, zeg Ik, zal hier een medium zijn en zal tot lichtverzamelende geest worden! Zie, hierin schuilt het grote geheim! Zou men ooit een wezen kunnen begrijpen, zonder te weten op welk standpunt het zich bevindt? Wat zou dat voor een begrip kunnen zijn? Waarlijk, er zou dan weinig onderscheid zijn hoe een mens de vlieg of een ander dier ziet, of hoe een ander dier de vlieg ziet, behalve dat een mens haar een naam kan geven en vaststellen dat ze zes voeten heeft, twee vleugels, een lichaam, een kop en tot de vliegende insecten behoort.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Met betrekking tot deze eerste mens, formeel materieel bezien, zijn hele hulsglobes vol zonnen en werelden amper zenuwknobbeltjes van zij n wezen te noemen. En als deze mens ook in zijn om vang zich geheel als één leven beschouwt, evenals u zich als één leven beschouwt, bestaat hij daarom werkelijk slechts uit één leven? Om in te zien, dat deze grote wereldmens een zeer veelvoudig leven in zich draagt, behoeft men maar naar een zwerm vliegen te kijken. Ze zullen door hun gezoem bekend maken, dat zelfs zij reeds als eerste diertjes elk een afzonderlijk leven hebben. Hoeveel te meer moet een mens dit bij zichzelf inzien, en meer nog bij een aarde vol met volkeren en andere levende wezens. En nog veel meer bij een zon met haar volmaakte wezens en bij een centraalzon met haar zeer machtige geesten en tenslotte nog meer bij een hulsglobe als zodanig, die toch een nagenoeg onvoorstelbaar aan tal hemellichamen bevat, om niet te spreken van al de wezens die zich daarop bevinden.
Hoofdstuk 26: De vlieg als symbool van de deemoed - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Hoeveel leven moet hij dan niet in één van zijn ledematen hebben, hoeveel in zijn hart en hoeveel in zijn gehele lichaam! En toch denkt deze hele hemelmens zelf slechts als een gewoon op zich zelf staand mens, terwijl in hem talloze miljarden van de meest volmaakte engelen en geesten allen voor zich even zelfstandig denken en leven, als de grote hemelmens zelf.
Hoofdstuk 26: De vlieg als symbool van de deemoed - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Wat is gewoonlijk de aanleiding tot zo'n strijd? Kijk, de boze geesten koesteren steeds de wraakgedachte dat ze deze bergtroon een keer zouden kunnen bemachtigen, om dan van hieruit naar alle kanten onheil te kunnen uitstrooien. Dat is de reden waarom ze in hun diepe schuilplaatsen samenscholen en kleine uitstapjes maken om te zien hoe het met de bezetting van de troon staat. Merken ze dat het er tamelijk leeg is, dan verbreidt zich dat bericht met de snelheid van een gedachte. En waar zich ook maar een bergtop met kloven bevindt, zullen dadelijk grote massa's donkergrijze wolken daaruit opstijgen.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Maar als de geesten van de witte wolken merken dat van de onderste vijandelijke bende als het ware de munitie op is, dan pakken de witte geesten de zwarte plotseling beet en duwen ze zo vast tegen elkaar aan tot de dichtheid van een steen en slingeren die dan met grote heftigheid naar beneden de diepte in. Voor het grootste deel komen ze terecht op de wijd uitgestrekte ijsvlakten van de troon zelf, alsook in de verdere omgeving, maar daar in steeds kleinere stukken en tenslotte vallen ze als hagel omlaag.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Het zal jullie weldra duidelijk worden, waarom onze berg een groot armenhuis zou kunnen worden genoemd. Gewoonlijk houden zich nog zeer aards gezinde zielen en geesten in de regio van de vroeger tijdens hun aardse leven door hen bewoonde planeet op. Deze geesten zijn vaak vol ergernis, boosheid en wrok, omdat ze hun tijdelijk goede leven hebben moeten verlaten en ze willen zich daarom wreken. Hoewel ze de aarde niet kunnen zien, -geen van deze geesten kan iets zien van wat buiten hem is, maar alleen wat in hem is –toch weten ze langs de weg van het innerlijk overeenkomstige heel precies waar of in welke streek van de aarde ze zich bevinden. Omdat ze als geesten met de natuurlijke potenties in verbinding staan, verenigen ze zich daarmee om de aarde schade toe te brengen. Omdat ze in hun geestelijke toestand weten dat zo'n bergreus voor veellanderijen nuttig werk doet, houden ze zich heel graag in zijn nabijheid op.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Let eens op hoe uit de kloven van de rotsmassa's die zich rondom hem opstapelen, niet zelden plotseling donkergrijze wolken opstijgen. Als deze boven de kruin van de hoogste bergtoppen zijn opgestegen en onze Grossglockner zien, trekken ze zich meestal dadelijk weer terug en zijn vaak niettegenstaande nog zulke hevige winden niet uit hun schuilplaatsen te krijgen. Dit verschijnsel is een zeker teken van de aanwezigheid van zulke kwaadwillige geesten en wel in verbinding met de natuurgeestelijke potenties. Kijk je nu verder omhoog naar de witte vlakten van de gletscher, dan zul je daar eveneens bijna voortdurend wolken en nevelen ontdekken die nagenoeg verblindend wit zijn. Dat zijn ook geesten, maar dan goedaardige. De hoogst zwevende van hen zijn beschermende engelgeesten, terwijl de meer in de diepte van de gletscher zwevende nevelen, die gewoonlijk rechtlijnige wolken vormen, nog niet geheel rijp zijn voor de hoogten. Pas door trouwe waakzaamheid en veel strijd tegen de boze geesten moeten ze rijp gemaakt worden en geschikt om op de hoogten te werken.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] Was even daarvoor de hemel helder, dan is ze niet zelden in enkele minuten tijds gehuld in dichte, dikwijls geheel zwarte wolkenmassa's, die schijnbaar zonder doel heen en weer trekken, opdat daardoor de wachters van de troon op een dwaalspoor worden gebracht. Bij zo'n gelegenheid is dan de Grossglockner gewoonlijk in korte tijd weer wolken -en nevelvrij. Want zodra de wachters zo 'n plan van de boze geesten bemerken, trekken ze zich samen en verbergen zich in de binnenste grote kristallen tempels van deze berg. Als nu de hoofdaanvoerders van de boze bende zien dat de troon niet bezet is, bevelen ze hun troepen dadelijk zich zo hoog mogelijk te verheffen en boven over de troon te vallen om alles in de binnenste vertrekken gevangen te nemen en te verdrukken.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Op dit commando start nu het grauwe gespuis met een ongelooflijke snelheid over onze Grossglockner heen. Bij zo'n gelegenheid wordt het dan in zijn buurt zelfs midden op de dag volkomen donker. Daarbij komt nog dat het heel stil wordt, omdat de boze geesten nu van mening zijn dat ze eindelijk hebben gewonnen. Zo'n rustige scène duurt echter op zijn hoogst zevenenzeventig minuten. Na deze tijd zal men opmerken, dat dichte witte wolken uit de ijsspleten beginnen op te trekken. Deze breiden zich in korte tijd onder de zwarte wolken uit en beginnen dan ongemerkt op te stijgen. Daardoor dragen ze het zwarte gespuis op hun rug steeds verder omhoog. Als deze echter hun gedwongen omhoogstijgen bemerken, maken ze al gauw op verschillende plaatsen openingen en laten de witte wolken passeren. Dat bemerken de geesten van de witte wolken wel; zijn deze dan boven de zwarte gekomen, dan breiden ze zich daarboven als een net heel snel uit, vaak wel vele mijlen ver en ze nemen het gehele leger van donkere geesten gevangen. Als de boze aanvoerders het bericht ontvangen dat de witte geesten hen volledig hebben omsingeld, dan worden ze razend. Ze beginnen al hun troepen te concentreren om daarmee met geweld door de witte massa's heen te breken. Dit ogenblik is het eigenlijke begin van de strijd. Nu kun je eerst een vreselijk razen en tieren horen in deze zwarte wolkenmassa's. Dat ontstaat door het samendringen van die geesten in hun toenemende woede. Hoe meer echter deze boze geesten vergeefse pogingen doen de bovenste te vernietigen en door ze heen te breken, des te meer worden ze door hen verdrukt. In deze positie beginnen de onderste geesten zich in hun woede te ontsteken. Dat geeft weldra zo'n vurige toestand, dat de hevigste bliksemflitsen met een vreselijk verscheurend geknetter naar alle kanten, naar boven en naar beneden schieten om de naar beneden drukken de witte massa’s te verjagen; omhoog om hun hoofdleider te vernietigen en naar beneden om de hoge troon te vernietigen.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] We hebben gehoord dat na de gevangenschap weer bevrijding komt, zodra de zo tot bezinning gebrachte geesten, als ze zich verbeterd hebben, bij de vredesgeesten van de onderste trap worden opgenomen of dat hen een nieuwe termijn van vrijheid wordt gegeven.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Een andere soort van deze geesten verbergt zich door hun Opnieuw ontwaakte boosheid 's nachts als een aanvankelijk zichtbare vorm van grijze nevels in de ravijnen en kloven van de bergen, om bij de volgende aanval weer daadkrachtig mee te werken.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Een derde soort legt werkelijk de weg naar zee af. Als ze daar echter zijn aangekomen, scholen ze samen al naar gelang van de graad van hun boosaardigheid en ze begeven zich dan in zee. De zeelieden kunnen van de vernielende kracht van de zeestormen vertellen. Willen deze kwaadaardige geesten hun boosheid uitoefenen, dan sturen ze één of twee heel losjes gevormde wolken ter verkenning over de zeeoppervlakte omhoog -zulke wolkjes kent de zeeman heel goed -om vast te stellen of er ergens nog vredesgeesten te zien zijn. Zien ze er nog een paar, dan verdwijnen deze wolkjes weerplotseling. Gebeurt dit, dan is maar heel zelden een belangrijke storm te verwachten
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Zo eindigt het oproer van deze geesten: de bozen worden naar een veilige plaats gebracht, de goeden worden echter opgenomen om veel nuttig werk te doen. Waaruit bestaat dat?
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139