10915 resultaten - Pagina 127 van 728
... 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 ...
[1] Terwijl wij echter zo aan onze tafel verschillende dingen bespraken, ontspon er zich een woordenstrijd tussen de dertig jonge Farizeeën en de nog aanwezige twintig Perzen. De Perzen beschouwden de opwekking van de negen verdronken mensen als een echt wonder, maar de dertig jonge Farizeeën hadden er ronduit hun twijfels over. En vooral Risa, die eerder Hebram ten gunste van Mij had aangemoedigd, was er het meest op tegen.Hoofdstuk 6: De hebzucht van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Judas Iskariot zoekt echter zijn eigen vermaak en gaat helemaal alleen naar de geheel verwoeste stad om te onderzoeken hoe het er daar uitziet. Eertijds had hij immers horen vertellen dat de rijke Grieken daar enige straten met goud en zilver hadden willen plaveien. En hij had begrepen dat de rijken daar al uitgebreid mee begonnen zouden zijn. Hij sloop daarom naar de plaats van de brand om daar te gaan vissen naar goud, zilver en andere kostbaarheden zonder eigenaar.
Hoofdstuk 6: De hebzucht van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Toen onze goudvisser echter haastig weer naar het huis van Marcus ging, trof hij daar natuurlijk niemand aan behalve de vrouwen de dochters van Marcus. Daar had hij weinig aan, omdat zij de handen vol hadden aan het klaarmaken van het middagmaal en geen tijd voor hem hadden. Bovendien geloofden zij allen reeds te vast in Mij en waren daarom helemaal niet in de stemming om de wat brutale vragen van Judas Iskariot te beantwoorden. Ook stond deze leerling beslist niet zo erg bij hen in de gunst, omdat hij zich gedurende die paar dagen reeds meermalen zelfvoldaan en onuitstaanbaar had gedragen.
Hoofdstuk 6: De hebzucht van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Daar hem in het vrouwenhuis van Marcus geen goede ontvangst te beurt viel, verliet hij het huis en ging aan zee kijken waar wij waren. Hij kon echter niets ontdekken omdat wij, teneinde een goede vangst binnen te halen, helemaal de volle zee waren opgegaan vanwege een trek van de vissen, die slechts tweemaal per jaar de Jordaan volgend, komend van het Meronmeer, een paaitocht maakt en merendeels bestaat uit de beste goudzalmforellen.
Hoofdstuk 6: De hebzucht van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] CORNELIUS zegt: "Maar, allerliefste Jarah, zo heb ik dat toch nooit bedoeld! Ik vroeg het je op die manier omdat dat een heel gewone manier van vragen is, maar Ik dacht er in de verste verte niet aan dat je me ook maar iets onwaars zou hebben willen vertellen! Vraag het aan de Heer Zelf die toch beslist weet hoe het er in mijn hart uitziet, of ik jou, argeloos, lief meisje, van een leugen heb willen betichten! De negen mensen zijn opgewekt door de wil van de Heer en zijn ook reeds weggegaan, eveneens volgens de wil van de Heer, en de gehele zaak is daarmee afgedaan. Zuiver uit gewoonte stelde ik je echter die wat lompe vraag.en ik dacht daar eigenlijk helemaal niets bij. -Kun je daarover boos op mij zijn?"
Hoofdstuk 5: De twijfel van Cornelius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] JARAH antwoordt een beetje verontwaardigd: "Hoor eens, ik mag toch veronderstellen dat ik er niet als een leugenaarster uitzie? Zolang ik leef en denk, is er nog nooit een leugen over mijn lippen gekomen, -en zou ik dan aan de zijde van mijn Heer, mijn God.en allerwaarachtigste Meester, met een leugen aankomen om daardoor jullie nieuwsgierigheid te bevredigen?! O, verheven heer, dan kent u Jarah nog lang niet! Kijk, al is het verstand nog zo verlicht, dan woont daar ook de leugen. Je kunt iemand.met je verstand uit eigen overtuiging iets uitgelegd hebben terwijl die overtuiging totaal onjuist was, en dan heb je door je uitleg volmaakt gelogen, -want je hebt jezelf en je naaste misleid. Maar de ware en zuivere liefde liegt nooit en kan niet liegen, omdat zij de naaste, die ook een kind van God is, meer acht dan zichzelf en daarbij God boven alles! Ik ben echter vol liefde tot God en dus ook tot de naaste -zou ik dan in staat zijn om onwaarheid tegen u te spreken? ! Verheven Cornelius, deze veronderstelling van uw kant was toch niet zo hoffelijk!"
Hoofdstuk 5: De twijfel van Cornelius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Maar op den duur ging het met het slapen ook niet omdat de vliegen hem niet met rust lieten, - kortom, Iskariot was drie volle uren lang een gekweld man en bijna aan het eind van zijn latijn. Toen zag hij echter eindelijk onze schepen aankomen en daardoor werd het hem wat lichter om het hart, en het speet hem nu al erg dat hij Mijn gezelschap had verlaten.
Hoofdstuk 6: De hebzucht van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Er was nu erg veel te doen en Marcus wist nauwelijks hoe hij alle vissen onder moest brengen. Maar Ik gaf Raphaël opdracht om Marcus te helpen en toen was alles snel en goed geregeld. Risa ontfermde zich echter over de twee lijken om te trachten hen tot leven te brengen en hij legde ze neer zoals Ik de vorige dag de lijken van de negen had laten neerleggen.
Hoofdstuk 7: De ontrouwe dienaar van Helena. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Thomas kwam gauw naar Judas Iskariot toe en vroeg hem een beetje ironisch hoe zijn vistocht dan wel uitgevallen was? Judas Iskariot bromde wat in zijn volle baard, maar durfde met Thomas geen twistgesprek aan te gaan, want hij herinnerde zich dat juist Thomas hem tevoren had gewaarschuwd om niet naar de stad te gaan om goud te zoeken, en dat hij dus wist hoe het hem daar vergaan was! Daarom zweeg Judas Iskariot. Ik gaf Thomas echter een wenk om de goudzoeker niet verder in het nauw te drijven, omdat dat weinig goeds zou opleveren.
Hoofdstuk 7: De ontrouwe dienaar van Helena. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] De BEWAKER antwoordt: "O, meteen nadat de verheven, allergenadigste prinses de tent aan mijn hoede toevertrouwde! Er zaten nog precies 600 groschen in. Nu zijn er echter nog maar 570 - er ontbreken dus precies 30 groschen, die niemand anders heeft kunnen ontvreemden dan de bewuste leerling! Omdat ik als bewaker van de verheven schatten voor alles verantwoordelijk ben, moet ik toch ook weten waarover en over hoeveel ik moet waken, en het kan mij, als oude, trouwe dienaar, toch niet kwalijk genomen worden als ik mij van tijd tot tijd ervan overtuig waarover en over hoeveel ik moet waken! Ik heb nu echter het gemelde tekort bemerkt en dat plichtsgetrouw meegedeeld.
Hoofdstuk 7: De ontrouwe dienaar van Helena. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] HELENA zegt: "Heel goed, heel goed en best, wij zullen de zaak later nog nader onderzoeken en de dader van het kwaad opsporen, die dan de gerechte straf niet zal ontlopen! Misschien is het echter ook mogelijk, dat je je bij het tellen de eerste of de tweede keer hebt vergist, en dan zou het niet netjes zijn een leerling van de goddelijke meester alleen maar te beschuldigen omdat hij uit pure verveling de tent heeft betreden. Daartoe had hij zelfs het recht, omdat niemand van ons een gebod heeft uitgevaardigd dat onze tenten door geen mens betreden mochten worden! Ga nu weer naar je plaats terug, ik zal direkt volgen en alles grondig onderzoeken!"
Hoofdstuk 7: De ontrouwe dienaar van Helena. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Daarbij zag hij er echter zeer bedremmeld uit, want hij wist dat koning Ouran niets zo zwaar bestrafte als leugen en diefstal. HELENA kreeg medelijden met de arme drommel, van wie eerder nooit enige ontrouw was gebleken en zij zei tegen hem: "Sta op en ga aan je werk! Het was niet netjes van je dat je je op zo'n lage manier hebt willen wreken op de leerling van de Heer, alleen omdat zijn gezicht je niet aanstond. Hij heeft je nog nooit iets anders misdaan dan datje hem, al sinds wij hier zijn, niet kunt lijden' Kijk, dat was slecht van je en je hebt daarvoor de zwaarste straf verdiend, want alles wat je hebt gedaan is mij nu bekend!"
Hoofdstuk 7: De ontrouwe dienaar van Helena. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Daarop trok Judas Iskariot zich terug en IK zei tegen Helena, Ouran en Mathaël: "Laat dit nu rusten, want wij hebben belangrijker zaken te behandelen! Behoud de knecht en straf hem niet, want hij zou deze lelijke streek nooit uitgevoerd hebben als hij niet door een geest daartoe was aangezet! Hij werd daartoe echter aangezet opdat ook hij voor ons een voorspelling zou doen die in vervulling zal gaan. -Maar daar praten we nu niet verder over, want we hebben nu veel belangrijker zaken te behandelen"'
Hoofdstuk 8: Uiterlijke rust en innerlijke activiteit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] CYRENIUS vroeg Mij echter heel verbaasd; Heer, wat dan? Het schijnt mij toe, dat er nu toch niets meer zou kunnen zijn wat nog belangrijker zou zijn dan dat wat wij hier al allemaal hebben meegemaakt! Spreek toch, o Heer! Mijn hart beeft gewoonweg van verlangen om Uw nieuwe voorschriften en besluiten te vernemen en mij dan daaraan te houden!"
Hoofdstuk 8: Uiterlijke rust en innerlijke activiteit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Omdat wij ons dus zelf nog bij lange na niet kennen, kunnen wij ook niet weten wat ons, buiten alles wat wij reeds ontvangen hebben, nog ontbreekt. Hij weet het echter en kan daarom datgene wat nog komen zal heel goed aanduiden als iets dat uitzonderlijk is en buitengewoon belangrijk! Want Hij, die van eeuwigheid Heer is van alle orde, kan toch onmogelijk bij 13 of 14, maar altijd alleen bij 1 beginnen te tellen. En zo weet Hij beslist ook heel klaar en duidelijk de volgorde van wat voor onze innerlijke levensvoltooiing geschikt is. Wij kunnen daarom heel rustig afwachten wat Hij vandaag nog allemaal zal ondernemen!"
Hoofdstuk 8: Uiterlijke rust en innerlijke activiteit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)