Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1265 van 1490

...  1253 - 1254 - 1255 - 1256 - 1257 - 1258 - 1259 - 1260 - 1261 - 1262 - 1263 - 1264 - 1265 - 1266 - 1267 - 1268 - 1269 - 1270 - 1271 - 1272 - 1273 - 1274 - 1275 - 1276 - 1277 - 1278  ...
[15] (BISSCHOP MARTINUS:) 'O, Heer, o Heer, o Heer, omwille van Uw allerheiligste Naam - ach, ach! Is dat wel mogelijk! Is het mogelijk dat U al deze wonderen der wonderen kunt overzien, ordenen en leiden? Nee, nee, dat gaat elk menselijk en zelfs elk voorstellingsvermogen van engelen te boven! O mijn God, mijn God, U bent onbegrijpelijk groot en aan Uw roem en Uw heerlijkheid komt eeuwig geen einde.'
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Ach Heer, wat moet ik zeggen; ik ben helemaal sprakeloos door deze te grote heerlijkheid en meer dan hemelse schoonheid en majesteit!
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] Zelfs de landschappen veranderen! Waar eerder vlak land was, groeit opeens een reusachtige berg; deze drijft water met zich mee naar boven en uitgestrekte velden veranderen in zeeën. De bergen exploderen en dan storten ontelbare brandende werelden uit de opening van de berg en vluchten of vallen dan, alsof ze door groot geweld worden gedreven, naar buiten in het eindeloze heelal. Daarentegen vallen er evenveel weer terug uit de eindeloze ruimte en vergaan als afzonderlijke sneeuwvlokken, die op warme bodems vallen.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Ach, ach, dat zijn verschrikkelijk grote verschijnselen. En toch wandelen die mooie en gelukkig uitziende mensen temidden van deze taferelen en lijken zich daar nauwelijks om te bekommeren. Zij lopen in hun meer dan hemelse tuinen rond en verlustigen zich in de aanblik van de prachtigste bloemen die, zoals ik merk, ook onder de ogen van hun toeschouwers veranderen en zich in steeds heerlijker vormen vernieuwen. 0 Heer, laat mij hier nog een halve eeuwigheid naar kijken; want hier kan naar mijn mening de meest verheven aartsengel eeuwig nooit genoeg van krijgen.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] Ach, ach, daar komen er al enkele heel dicht bij mij. Ik kan hun edele en mooie gelaatstrekken die elke menselijke voorstelling te boven gaan, en hun werkelijk oneindig mooi gevormde lichaam met volle teugen bewonderen en bekijken! Zij zijn er nu helemaal, zo dicht zijn ze bij me, dat ik ze heel gemakkelijk zou kunnen aanspreken. Maar ik zou het niet uithouden, als deze al te hemels mooie mensen met mij zouden beginnen te praten! O Heer, ik zou door een enkel woord uit deze al te mooie mond totaal worden vernietigd!
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[31] Kortom, ik ben nu wel heel dom, verschrikkelijk dom moet ik wel zijn! Ik wilde nog iets vra - vra - vragen, ja, echt vragen!? Haal je de koekoek met die vraag! Ik ben nu heel dom, O, ik ben een ezel of een nog dommer stuk vee. Ja, ik ben een rinoceros! Daar sta ik te gapen als een os bij een nieuwe poort en ik vergeet bijna, dat U, o Heer, hier bij mij bent, ten opzichte van wie ook al deze schoonheden totaal niets zijn! Want als U dat wilde, zou U zeker nog oneindig, grotere heerlijkheden in een oogwenk te voorschijn kunnen roepen!
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[32] Heer, ik heb mij nu genoeg verlustigd in deze meer dan hemelse schoonheden! Voor mij zijn ze te zuiver en te mooi. Laat mij daarom weer iets heel gewoons zien, zodat ik weer tot mezelf kan komen en mijzelf kan zien, zonder ontsteld te zijn over mijn verschrikkelijk lelijke gedaante in vergelijking met deze mooiste hemelse wezens.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[33] Werkelijk, zie maar eens - O, ik ben gewoon een grote baviaan, een ontzettend grove lummel! Nee, is me dat een verschil tussen mij en deze engelen der engelen! Ik kan er wel van spugen als ik mezelf bekijk! Het is gruwelijk en toch ben ik nu ook al een geest, die er toch al een beetje beter zou moeten uitzien dan een mens op aarde in zijn lichaam! Maar hoe komt het dan, dat deze mensen zo oneindig mooi zijn en wij er - als Uw kinderen - daarentegen uitzien als echte bavianen, vooral ik?'
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[34] IK zeg: 'Omdat jullie Mijn hart zijn; deze echter zijn Mijn huid! Maar ook Mijn kinderen zien er oneindig mooi uit als ze volmaakt zijn. Als ze echter nog op jou lijken in hun onvolmaaktheid, dan zien ze er inderdaad nog niet al te mooi uit. Doe daarom je best om je te vervolmaken en word volmaakt, dan zal je gedaante ook een meer hemels aanzien krijgen.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[35] Ik wil echter dat je deze grote, zuivere schoonheden ziet, opdat je jezelf in hun licht des te eerder en des te gemakkelijker leert kennen. Kijk daarom nog een tijdlang in dit licht en ervaar de lelijkheid van je eigen ziel, opdat deze daardoor breekt, murw en rijp wordt en je geest dan in haar opstaat en jou tot een nieuw schepsel omvormt.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[36] Want zie, jij bent nog lang niet uit de geest wedergeboren. Daarom heb Ik je hier naar deze tuin verplant, als in een reusachtige broeikas, opdat je eerder tot volledige wedergeboorte kunt komen. Maar je moet je ook laten verzorgen als een edele plant. Want zie in en begrijp: distels en doornen worden niet gekweekt in hemelse tuinen en broeikassen. Kijk nu verder en spreek, maar vraag slechts weinig. Zo zij het!'
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Ik zie nu overigens meerdere gordels, die parallel om de zon heen lopen. En binnen iedere zone zie ik andere mensen, sommigen groot, de anderen weer wat kleiner, weer anderen heel klein en - O drommel, drommel! Daar helemaal aan het eind zijn mensen, wat zijn die groot! O jee, op deze mensen zouden de andere zelfs wel als parasitaire mensen, in plaats van zekere kleine diertjes, heel gemakkelijk op het hoofd tussen de haren kunnen rondlopen.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] O Heer, o Heer, vergeef me deze enigszins onsmakelijke opmerking! Ik zie in dat deze niet op haar plaats is in dit hoogst verheven oord. Maar men kan bijna niet anders als je die enorme reuzen ziet. Ik heb weliswaar ook op enkele planeten zoals op Jupiter, Saturnus, Uranus en Miron de ontdekking gedaan, dat de bewoners daarvan groter zijn dan de mensen op de aarde die ik bewoonde, sommige zelfs aanzienlijk groter. Maar wat deze reuzen betreft, tegenover hen zijn alle bewoners van andere planeten parasietmensjes.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Als zo' n reus zich op aarde zou bevinden, dan zou hij immers nog aanzienlijk boven de hoogste berg uitsteken! Nee, nee, dat is echt enorm en méér dan dat! Zeg me, mijn liefste Heer Jezus, U mijn God en Heer, waarom deze mensen toch zo verschrikkelijk groot zijn? Ik zou U weliswaar niet veel vragen, maar omdat ik U tot nu toe bij deze beschouwing nog niets heb gevraagd, vergeef me daarom deze eerste vraag. Geef mij genadig een verhelderend antwoord op mijn vraag over deze wonderlijke kwestie!'
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Nu wordt echter de ware, eigenlijke grootte van de geest niet naar zijn omvang, doch slechts naar zijn liefde en wijsheid bepaald. Maar zie, dat zijn nog oergeesten, die in vrije toestand een heel zonnestelsel in volledige werkzaamheid vervulden! Daar ze echter ook zalig deel zouden willen hebben aan Mijn Rijk, moeten ze ook de smalle weg van het vlees bewandelen! Wanneer ze het lichaam afleggen, dan zullen ze wegens hun grote deemoed en zachtmoedigheid ook slechts onze omvang hebben, - maar ook wel de vroegere, als ze deze nodig hebben.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1253 - 1254 - 1255 - 1256 - 1257 - 1258 - 1259 - 1260 - 1261 - 1262 - 1263 - 1264 - 1265 - 1266 - 1267 - 1268 - 1269 - 1270 - 1271 - 1272 - 1273 - 1274 - 1275 - 1276 - 1277 - 1278  ...