Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1270 van 1490

...  1258 - 1259 - 1260 - 1261 - 1262 - 1263 - 1264 - 1265 - 1266 - 1267 - 1268 - 1269 - 1270 - 1271 - 1272 - 1273 - 1274 - 1275 - 1276 - 1277 - 1278 - 1279 - 1280 - 1281 - 1282 - 1283  ...
[15] BOREM zegt: O nee, vriend, niet in het minst. Dat alles staat daar alleen maar om je te laten zien, hoeveel dwaasheid er nog in je huist. Daarom sta je daar ook nog in de boerenkleding die je al gauw na je dood voor de bisschopsmantel ruilde, waarvan echter de kiel ontbreekt die je vrijwillig aan mij hebt gegeven, omdat ik naakt was in het huis van de Heer. Jij weet wel, bij welke gelegenheid. Opdat je deze echter ook niet zult missen, kun je hem weer terugnemen. Zie, daar onder de tafel ligt hij, gewassen en netjes opgevouwen. Neem hem en trek hem weer aan, opdat het gemakkelijker voor je wordt om je dwaasheden volledig in te zien.
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] BISSCHOP MARTINUS zegt ietwat nadenkend: 'Nu, als dat zo is, dan trek ik pro primo* (ten eerste) mijn kiel weer aan, zodat ik er niet uitzie als een huisknecht, doch minstens zo goed en eerlijk als een boer.En pro secundo** ( ten tweede) laat mij nu zien, jij reeds vreselijk wijze hemelse boekhandelaar, wat mijn vermeende dwaasheden zijn die ik uit het geschrevene op dit bord moet herkennen. Maar ik kan ze werkelijk niet herkennen, omdat al deze zinnen beslist voor iedereen ernstig en ook heel wijs zijn, daar ze allemaal door zulke verheven en wijze kerkvaders werden gegeven, dat wij beide nog lang niet waard zijn hun schoenveters los te maken - en dat waarschijnlijk ook nooit zullen zijn!'
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Als jij deze tekst zo goed kunt toepassen en er naar jouw mening geen laatste algemeen oordeel bestaat: hoe leg jij dan vervolgens die teksten uit, die uit de mond van de Heer komen en die juist ondubbelzinnig de verschrikkelijke wederkomst van de Heer als onverbiddelijke rechter aankondigen? Waarin de Heer de voortekenen op zich al als meer dan vreeswekkend afschildert, zoals grote rampspoed, duurte, hongersnood, oorlogen, volksopstanden, aardbevingen, het verschijnen van het teken van de Mensenzoon aan het firmament, het opstaan en de val van de Antichrist, de verduistering van zon en maan en het naar beneden vallen van de sterren aan de hemel. En waarin Hij tenslotte de verschrikkelijke voorbereiding voor het oordeel op de Jongste Dag en aan het eind daarvan het verschrikkelijke gericht zelf beschrijft: hoe de vervloekte ketters, hoerenlopers en echtbrekers naar de dui… God sta ons bij moeten lopen onder begeleiding van miljarden bliksemstralen, die uit de monden van de uitverkorenen en van de engelen Gods als een maar al terechte vloek over al die talloze verdoemde ketters, zoals jij er ook een bent, zullen uitgaan?
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[26] Na deze woorden verdwijnt Borem en bisschop Martinus is nu helemaal alleen en volkomen aan zichzelf overgelaten. Nu pas komt het er op aan, wat hij zal doen en hoe hij met al de wijze lessen in en om zich heen zal omgaan.
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[27] Bisschop Martinus roept nu weliswaar heel luid om Borem, maar deze komt niet meer opdagen. Hij roept ook om de Heer en om Petrus; maar ook van deze twee is nergens iets te bespeuren. Hij loopt nu weer naar de deur van Mercurius en ziet deze planeet wel, echter van grote afstand. Hij gaat naar de deur, waardoor hij vroeger bij nummer 1 de mooie kudde lammeren heeft waargenomen, ziet door deze deur echter niets dan de tamelijk verlaten weide, waarop hij die mooie kudde voor de eerste keer had gezien, voorzien van de lijst met hun namen.
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[29] Maar deze dingen bevallen onze bisschop Martinus niet. Daarom gaat hij nu naar de uitgangsdeur en wil het huis van de Heer binnensnellen, maar ook dat is onzichtbaar geworden. Omdat hij ook dat niet meer ziet en de kleine tuin om zijn huis er zeer naargeestig uitziet en hem niet uitnodigt tot een opmonterende wandeling, gaat hij totaal wanhopig weer zijn huis binnen, waar hij alles precies eender en onveranderd aantreft.
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Zo, zo - daar heb ik dan weer eens de aarde bekeken en ik moet zeggen, dat het er schandelijk toe gaat! Nee, deze bedriegerijen, deze valsheden, deze schandalige politiek en die onnoemelijke gruwelen die er in alle landstreken worden bedreven! Dat gaat werkelijk zelfs alle begrip van de engelen te boven!
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] BOREM zegt: 'Huichelaar, hoe kort nog maar houdt jij Christus enigszins voor God, terwijl je bij de kleinste beproeving weer afvalt als een dor blad van de boom! Ik zeg je, als je tijdens je hele aardse leven ook maar het kleinste beetje materiële geloof zou hebben gehecht aan deze woorden van Christus, dan zou je hier allang in een ander kleed staan. Maar daar je noch de uiterlijke, letterlijke betekenis van het evangelie en nog veel minder de innerlijke, geestelijke zin gelovig hebt aangenomen en daarnaar hebt gehandeld, sta je hier nog als iemand die bij het zien van al de oneindige wonderen Gods en bij het luisteren naar duizend wijze lessen uit de mond van God Zelf, de oude, onverbeterlijke stijfkop blijft!
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Na deze alleenspraak wordt bisschop Martinus weer stil en overlegt bij zich zelf wat hij nu zal doen; maar er valt hem helemaal niets geschikts in.
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Na lang gepieker schiet hem plotseling te binnen, dat hij de mooie galerijen van zijn huis nog niet heeft doorzocht en bezichtigd. Hij begint daarom naar de opgang te zoeken, om daar te komen. Maar deze is verborgen, zodat hij hem niet kan vinden. Hij gaat daarom naar buiten en zoekt buiten zijn huis naar de trap. Maar ook daar is nergens een spoor van een trap naar de galerijen te ontdekken.
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Het komt hem trouwens heel komisch en onbegrijpelijk voor, dat zijn huis van binnen uit een enorme hal bestaat, terwijl het er van buiten niet veel groter en voornamer uitziet dan het huisje van een of andere kluizenaar op aarde. Ook verwondert hij zich er niet weinig over, dat hij buiten dit tuinhuis geen spoor van de twaalf binnenste zijvertrekken ontdekt, terwijl deze binnenin het huis toch zo'n wonderlijke rol speelden.
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Omdat hij zich echter een tijdlang buiten zijn huis ophoudt en niets van al datgene vindt, wat hij graag zou willen vinden, loopt hij daarop wat landerig een tijdlang in zijn kleine tuin heen en weer en vindt enkele onaanzienlijke bessen, die hij al gauw plukt en opeet, omdat hij wat honger begint te krijgen. Maar deze kost smaakt hem nu juist niet al te goed, zodat hij daarvan maar niet te veel eet. Wel zoekt hij nog een tijdje verder, maar omdat hij niets vindt, gaat hij weer zijn huis binnen en geeft het dan ook op, om nog naar de galerijen te willen gaan.
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] In huis begeeft hij zich weer naar het witte bord en bekijkt het van voren en van achteren, maar ontdekt nog geen veranderingen: op de voorkant is het nog steeds leeg en op de achterkant die naar het astronomische mechanisme is gewend, staan nog de eerdergenoemde latijnse spreuken, dus voor onze bisschop Martinus niets interessants. Hij gaat daarom weer naar een deur en wel naar die van de zon, opent deze en ziet vandaar heel in de verte de zon en vermaakt zich tenminste met haar licht, omdat hij anders niets kan ontdekken.
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] (BISSCHOP MARTINUS:) 'De aarde is over het geheel genomen wel een gekkenhuis, maar zo dom als deze vermeende hemelse wereld is ze toch niet. Want wat op de aarde is, dat is er en blijft zoals het is, of komt tenminste als hetzelfde weer tevoorschijn.
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Neem nu alleen maar deze deur, waardoor ik nu naar een verte kijk van vele miljoenen mijlen. Waar is die, als ik hem buiten het huis zoek? Geen spoor is er van te vinden.
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1258 - 1259 - 1260 - 1261 - 1262 - 1263 - 1264 - 1265 - 1266 - 1267 - 1268 - 1269 - 1270 - 1271 - 1272 - 1273 - 1274 - 1275 - 1276 - 1277 - 1278 - 1279 - 1280 - 1281 - 1282 - 1283  ...