2758 resultaten - Pagina 128 van 184
... 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 ...
[8] Bovendien zou een God in Zijn wijsheid meer gelegen moeten zijn aan een enorm groot volk dan aan een enkele persoon die in een of andere bergkloof woont! Jouw God komt echter alleen naar diegene toe die geen macht en voor de wereld geen aanzien heeft, en kan dan ook helemaal niets bewerkstelligen!Hoofdstuk 253: De bode van Noach voor de opperpriestergeneraal in Hanoch. Het verstandelijke antwoord van de opperpriestergeneraal. De zuivere verstandsstaat. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] De bode boog diep voor de koning en zei: 'Grote koning en heer, ik had alleen de opdracht om met de generaal te spreken! Hem heb ik de reden van mijn zending laten weten, maar hij heeft mij daarop met verbazingwekkende wijsheid de volkomen leegheid van mijn zending getoond en daarom wil ik die liever niet nog eens herhalen!'
Hoofdstuk 254: De bode van Noach voor koning Gurat. Het verleiden van de bode en zijn besluit in Hanoch te blijven. De wens en het vurig verlangen van de bode naar zijn zuster. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Nu, vriend, vraag ik aan je: kan een dergelijke stand van zaken wel rechtvaardig toeschijnen aan een hoogst wijze God, - aan Hem die de eeuwige liefde en wijsheid Zelf is en van daaruit de eeuwige waarheid, orde en gerechtigheid?
Hoofdstuk 281: Mahals wijze antwoord aan Fungar-Hellan en zijn kritiek op de politiek in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] 'O jij, absoluut onmachtige worm van een mens op deze aarde! Je wilt met God twisten en door de bedrieglijke argumenten van je verstand de Allerhoogste en de Allerheiligste van menselijke zwakheden betichten, en je wilt je wreken op Gods wijsheid met je zwakke wereldse verstand?!
Hoofdstuk 297: Mahals verhoorde gebed om hulp. Mahals hartige woorden tot de generaal en de verkondiging van het komende gericht. Fungar-Hellans angst. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Zou je gezegd hebben dat God onbarmhartig zou zijn en geen liefde had voor Zijn schepselen, dan zou dat een menselijk verwijt zijn geweest dat te vergeven is; maar jij hebt de goddelijke wijsheid en eeuwige orde aangevallen en God tijdens je twisten voor een nar uitgemaakt wiens wijsheid zelfs al door een heel eenvoudig mens wordt overtroffen.
Hoofdstuk 297: Mahals verhoorde gebed om hulp. Mahals hartige woorden tot de generaal en de verkondiging van het komende gericht. Fungar-Hellans angst. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Mahal loofde Fungar-Hellan daar buitengewoon voor en zei bovendien nog: 'Fungar-Hellan, het schijnt mij toe dat de geest van de Heer al in jou leeft, want werkelijk, ik meende nu uit jou de oude Henoch gehoord te hebben! Want zie, een dergelijke wijsheid woont anders niet in de mens!'
Hoofdstuk 304: Fungar-Hellans spreekt over de dwaasheid van uiterlijke pracht en de wijsheid van eenvoud. Mahals lof aan de generaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Daarop dankte Mahal God dat Hij deze man zo genadig was geworden; en allen verbaasden zich over de wijsheid van Fungar-Hellan.
Hoofdstuk 304: Fungar-Hellans spreekt over de dwaasheid van uiterlijke pracht en de wijsheid van eenvoud. Mahals lof aan de generaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Want zie, wat zou al onze voorzichtigheid voor nut hebben gehad als Mahals wijsheid ons niet had geleid toen heel Hanoch met de onderpriesters voorop tegen ons samenzwoer?!
Hoofdstuk 325: Koning Gurat is bedroefd over het heengaan van Mahal en uit zijn bange vermoedens tegen Fungar-Hellan. Het pientere antwoord van de generaal en de bouw van traptorens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Waar je ook maar iets tegen deze vorsten zult ondernemen, zal zijn grote wijsheid je van grote afstand doorzien en al je plannen weten te verijdelen, en ons weten te verslaan en te gronde te richten zoals jij het aan zijn zijde met alle tempels hebt gedaan, - waarbij ook al je macht van geen enkel nut geweest zou zijn als je de macht van de man Gods niet om je heen zou hebben gehad!
Hoofdstuk 325: Koning Gurat is bedroefd over het heengaan van Mahal en uit zijn bange vermoedens tegen Fungar-Hellan. Het pientere antwoord van de generaal en de bouw van traptorens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Aan Mahals wijsheid hebben we nu niets. Daarom moeten wij ons toch zoveel mogelijk beveiligen, willen wij niet ieder ogenblijk onze ondergang verwachten!
Hoofdstuk 325: Koning Gurat is bedroefd over het heengaan van Mahal en uit zijn bange vermoedens tegen Fungar-Hellan. Het pientere antwoord van de generaal en de bouw van traptorens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Wij weten echter dat ook jullie een grote nederlaag hebben geleden en daarom misschien nauwelijks meer de moed zult hebben om van ons je schatting op te eisen, omdat jullie in je grote wijsheid kunnen oordelen en voor zeker aannemen dat wij nog een bewapende macht van bijna vijf miljoen soldaten in reserve hebben.
Hoofdstuk 326: De vredesmissie naar de tien vorsten en Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Waren wij stenen, dan zou Hij terecht met ons kunnen doen wat Hij wilde; maar Hij heeft ons tot vrije wezens gevormd! En nu wil Hij ons te gronde richten in onze door Hem Zelf gegeven vrijheid, en zie, dat is een zonde van God tegenover ons, - of wijzelf zijn een fout, dus een zonde van Zijn wijsheid en macht! - Begrijp je nu de zonde van God tegenover ons?'
Hoofdstuk 336: Mahal met zijn kinderen op de volle hoogte. Kisarells emstige vraag aan zijn vader Mahal, hoe hij God van een zonde kan betichten. Mahals verwijten aan God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Maar niet alleen deze gerechtigheidshoogmoed heeft je in de ogen van de Heer ongenaakbaar gemaakt, maar wijsheid die daaruit voortkomt en als volgt luidt:
Hoofdstuk 337: Noach opent Mahals ogen over zijn eigenlijke fout. De hoge dunk van eigen rechtvaardigheid als voornaamste wortel van hoogmoed. Mahals uitdaging aan God. De Heer verschijnt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Maar de Heer zei tegen Noach: 'Noach, vrees Mij niet, want Ik ben niet gekomen om jou noch iemand anders te richten! Maar omdat je broer Mahal Mij voor de rechterstoel van zijn wijsheid heeft gedaagd en verantwoording van Mij verlangt vanwege Mijn zonde tegen zijn gerechtigheid, moest Ik wel komen om Mijn eer te redden voor jou en je kinderen alsook voor Mahals kinderen! Laat ons daarom met Mahal spreken!'
Hoofdstuk 338: Het gesprek van de Heer met Mahal. Mahals uitdagende vragen en het wijze antwoord van de Heer. Over het wezen van Gods berouw. De natuurlijke oorzaken van de zondvloed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Dat getuigt allemaal van de eindeloze goedheid en liefde van de Heer, die er voortdurend met al Zijn eindeloze wijsheid en almacht voor zorgt Zijn kinderen zo te vormen en ongedwongen te sterken dat zij eens ook Zijn zichtbare tegenwoordigheid voor eeuwig zullen verdragen zonder ook maar enigszins afbreuk te doen aan hun vrijheid.- O zeg me, ben jij het er niet mee eens dat de Heer het zo heeft ingericht?!'
Hoofdstuk 341: Mahal bespreekt met Waltar de reden van de onzichtbaarheid van de Heer. Mahals inzicht in zichzelf en zijn berouw. De vergevende woorden van de Heer uit de lichte wolk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)