Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 128 van 215

...  116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141  ...
[7] Maar wat moet ik nu denken, wat voelen en wat zeggen, omdat U nu in de hoogste eenvoud als een broeder voor ons allen hier staat, terwijl toch de hele eindeloze hemel in talloze lichten vanuit U ontbrandt, de zon Uw licht aan de aarde schenkt en de maan zich altijd met Uw glans omgordt en alle geheiligde pracht van de aarde Uw werk is?!
Hoofdstuk 265: Terhads goede toespraak en vurige liefdesverklaring aan de Heer. De ontroering van de Heer en de grote belofte over de geestelijke missie van de aarde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Als enige Heer van hemel en aarde kan Hij weliswaar doen wat Hij wil, en niemand kan dan tegen Hem zeggen: `Heer, wat doet U?', maar desondanks blijft deze geschiedenis toch hoogst merkwaardig!
Hoofdstuk 267: De ontevreden, afgunstige mopperaars. Het antwoord van de Heer aan de mopperaars - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Ik zeg jullie echter: Ik zag het allemaal reeds lang van tevoren, dat jullie harten vol afgunst zijn; daarom liet Ik jullie ook slechts zoveel genade toekomen, dat jullie konden erkennen dat Ik de Heer van hemel en aarde ben.
Hoofdstuk 267: De ontevreden, afgunstige mopperaars. Het antwoord van de Heer aan de mopperaars - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Zie, zo moeten jullie voortaan altijd de Heer van hemel en aarde zoeken, dan zullen jullie Hem ook altijd heel gemakkelijk vinden! En als je dan in je door liefde ontvlamde hart zult vragen: `Vader, waar bent U?', dan zal Hij jullie zeggen: `Kinderkens, Ik ben toch in jullie midden! Vrees niet; want Mijn almachtige hand beschermt jullie toch immers dag en nacht!'
Hoofdstuk 269: Henochs wijze woorden over het wezen van God en het geestelijke zien. De stem van de Heer in het hart van de mens. Waarschuwing voor valse profeten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Laten wij daarom vlug naar buiten gaan om onder de vrije hemel de Vader allen samen te loven, als Zijn ware kinderen, die Hem boven alles liefhebben!
Hoofdstuk 271: Henochs morgenwijding en zijn woorden tot de broeders. Het geestelijke brandoffer in de morgen op de gezuiverde slangenberg - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Wanneer de Godheid dan in zo'n voor jou onvoorstelbare tijd weer een nieuw groot scheppingsplan had opgesteld, dan werd er spoedig weer volop geschapen, en wanneer die schepping haar tijd weer zo had doorgemaakt en de Godheid weer genoeg had gekregen van Haar schepselen, dan was het al gauw weer gedaan met zo'n nieuwe schepping; er vond een totale vernietiging plaats van alle dingen, die toch al niets anders zijn dan slechts voor een bepaalde tijd gefixeerde gedachten van God, en een schijnbaar eeuwige leegte trad weer in de plaats van de vroegere scheppingspracht.
Hoofdstuk 274: Het tweegesprek van Henoch met de draak. De draak verdwijnt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Mijn licht wilde ik aan Haar teruggeven; Zij nam mij door andere, voor een korte tijd geschapen wezens, gevangen. Maar daar Zij desondanks niet in staat was mij te overwinnen, liet Zij mij in een hoogst ellendig bestaan blijven, daar mijn vroegere wezen uit haar onbegrensde zijn tot deze gestalte ineenschrompelde.
Hoofdstuk 274: Het tweegesprek van Henoch met de draak. De draak verdwijnt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Maar de Man vroeg aan de vrouwen en in het bijzonder aan Ghemela: 'Wat is er dan met deze plaats? Is niet de hele aarde door God geschapen en daardoor overal even heilig?!
Hoofdstuk 278: De vreemde Man onderhoudt zich met Pura, Naëhme en Ghemela op de heuvel van de verwekking. De ontzetting van de andere vrouwen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Geheel ontbrand in geheime liefde tot hem keek Ghemela de man ietwat verstolen aan en ontdekte in hem een grote gelijkenis met haar voor eeuwig meest geliefde Abedam, de Heer en Vader van hemel en aarde, en zei toen na enig stilzwijgen:
Hoofdstuk 279: Uranions goede antwoord aan de schreeuwende vrouwen. Ghemela en de vreemde Man, die Zich tenslotte als de Heer bekendmaakt. De liefdesscène op de heuvel en het getier van de andere vrouwen. Henoch en de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Ach, ik kan er zonder te beven helemaal niet aan denken, U, God, de almachtige Schepper van hemel en aarde, een raad te geven; daarom vraag ik U, o mijn beste, lieve, heilige Vader, mij van deze verplichting te ontslaan!'
Hoofdstuk 1: Purista als raadgeefster van de Heer. De bede van de mens als een eerbiedig voorleggen aan de Heer. Over de genade en de liefde van de Vader voor Zijn kinderen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Ghemela dat van Zuriël had vernomen, werd zij buitengewoon blij en vrolijk en ging dadelijk naar de Heer van hemel en aarde, en dankte, loofde en prees Hem in haar brandende hart voor zo'n grote genade, dat Hij haar zo zalig had laten ervaren hoe het leven van de geest helemaal leek op het leven van een nog op aarde in het vlees levende mens die staat in de volle liefde tot Hem, de heilige, de van alle liefde en erbarming vervulde Vader.
Hoofdstuk 11: Ghemela's uitbundige dank en de woorden van de Heer over de hoge waarde van de liefde. Een belofte aan Ghemela en aan Pura als toekomstige Maria. Pura's opname. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Jou, Ghemela, geef Ik een nieuw geslacht en jou, Pura, geef Ik Mijn levende woord! Zo zul je in de geest blijven bestaan met een levend lichaam en je zult in de tijd der tijden niet meer in het vlees worden verwekt, maar je zult voortkomen als niet verwekt vlees uit verwekt vlees en uit jou een levend vlees dat een toekomstige grond van al het leven zal zijn. Wees daarom rustig en blij, want Ik heb je eindig en oneindig lief, omdat er buiten Mij in de hemel noch ergens op aarde iemand heerlijker en mooier is dan jij!
Hoofdstuk 11: Ghemela's uitbundige dank en de woorden van de Heer over de hoge waarde van de liefde. Een belofte aan Ghemela en aan Pura als toekomstige Maria. Pura's opname. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] U bent God de Almachtige van eeuwigheid vanuit Uzelf, ik echter maar een tijdelijk zwak schepsel van Uw heilige, boven alles machtige wil. Maar zoals U als mijn Schepper met mij verlangt te spreken, spreek ik ook open met U, zoals U mij ook vrij en open hebt geschapen; en daarom zeg ik U ook open en vrij: Schepper, Vader, deze keer hebt U ons, Uw arme kinderen, met Uw verwijt te veel gezegd; de helft daarvan zou genoeg geweest zijn om ons dood te drukken!
Hoofdstuk 12: Adams verontschuldiging en zijn dwaze verzoek aan de Heer om het verwijt en de dreiging van het gericht terug te nemen. Het gedenkwaardige antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Zie, zo staan de zaken. Blijf daarom allemaal in Mijn liefde, dan zullen jullie je niet bezondigen aan de dingen die Ik voor jullie geschapen heb!
Hoofdstuk 14: Uranion vraagt aan de Heer of Hij door de mensen beledigd kan worden. Het bevestigende antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Want dat moet ik zijn, omdat ik als een geschapen god ben, en ik ben nu in dit materiële heelal zodanig volledig gevangen, dat ik mij er eeuwig niet aan kan onttrekken zolang er nog een laatste materieel stofje van de allerlaatste wereld zal bestaan. Op grond daarvan ben ik ook alleen maar uit op de voortdurende vernietiging van de dingen, die de Almachtige bouwt, om volgens mijn heerszuchtige opvatting des te eerder mijn alleenheerschappij te verwerven en de Heer der heerlijkheid zogenaamd van Zijn troon te stoten, omdat Hij altijd en eeuwig tegen mijn vernietigingsplannen is, sedert ik uit Hem in mijn buitengewoon machtige en nagenoeg eindeloos grote bestaan geroepen ben ten einde naast Hem als een tweede god te zijn en met Hem te heersen, maar Hem toch in alle liefde boven alles lief te hebben uit het diepst van mijn innerlijk, opdat ik eeuwig voor Hem zou zijn wat een trouwe vrouw voor haar man is!
Hoofdstuk 17: Satan bekent zijn leugens en het kwaad van zijn stijfhoofdigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141  ...