Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 128 van 278

...  116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141  ...
[18] Ik zei: 'Met Mijn persoonlijkheid zeer zeker, maar niet met Mijn geest; want Ik heb elders nog veel te doen, opdat alles vervuld wordt, wat de profeten over Mij voorspeld hebben! Maar jullie zullen zonder Mijn persoonlijke aanwezigheid meer onbelemmerd in Mijn naam kunnen onderwijzen en handelen dan wanneer Ik persoonlijk aanwezig ben; de oorzaak daarvan is gemakkelijk te begrijpen.'
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Maar geloven jullie nu ook allen zonder twijfel, dat al jullie kinderen in de doodskisten al leven?'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Allen zeiden: 'ja, u, die een machtige vriend bent van de ene, enig ware en almachtige God, geloven wij zonder de minste twijfel!'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[25] Toch is van mijn daden en die van de Essenen veel opgetekend, wat veelal in Egypte in de grote bibliotheken bewaard werd maar later, zoals bekend, door de blinde Mohammedanen vernietigd is. En zo kwam het dat de mensen in deze tijd bijna niets meer weten van de grote wonderen die in die tijd gebeurd zijn, waaraan echter ook de oude hoer van Babylon overduidelijk heeft bijgedragen. En hoe, dat zal in deze tijd iedere onderzoeker die nadenkt zonder meer bekend zijn!
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ik zei: 'Vriend, die hebben wij ook niet nodig; want Ik Zelf ben de Herberg van alle herbergen! Jij hebt gistermiddag gezien hoe wij zonder jouw keuken beslist uitstekend verzorgd werden - en kijk, zo kan Ik het ook op die weg zonder herberg doen!
Hoofdstuk 220: De Heer neemt afscheid van de Essenen (16.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Toen stond Helena zonder moeite op, pakte bescheiden de karaf en dronk daar de wijn uit, die haar sterkte en waarvan zij de goede smaak niet genoeg kon prijzen en roemen.
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Want dat men zijn medemens moet liefhebben als zichzelf, is immers het eerste watje uit de geboden van Mozes opmaakt. Maar je moet ook eens zien hoe de belangrijkste vertegenwoordigers van de leer van Mozes hun medemensen liefhebben;je zou wel met de diepste blindheid geslagen moeten zijn om niet op te merken dat juist deze vertegenwoordigers van de leer er niet in het minst in geloven. Want de waarheid van een echt geloof moet immers blijken uit het handelen volgens de leer, en in het bijzonder bij hen die de leer vertegenwoordigen en verbreiden. Maar wanneer zij door hun handelen nu al voor het oog van iedereen zonder enige schroom of vrees voor een enig ware God laten zien dat zij niets geloven -hoe kunnen wij vreemdelingen ons dan bij hun leer aansluiten?
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Maar nu zijn als gevolg van uw daden en woorden de zaken bij ons alle maal enorm veranderd, en wij geloven nu zonder twijfel in de ene, enig ware God van de Joden, die aan u zo'n ongehoorde puur goddelijke macht verleend heeft, omdat u natuurlijk altijd Zijn wil hebt gedaan.
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Toen wij binnenkwamen, kwam natuurlijk iedereen vriendelijk naar ons toe. De vader en moeder van Kado en ook zijn vrouwen kinderen begroetten Mij heel vriendelijk en vroegen Mij te gaan zitten, aangezien Ik vast wel moe zou zijn van de lange reis. Deze begroeting was heel goed en maakte dat de vreemdelingen geen acht sloegen op Mij en Mijn leerlingen. Maar bij al die goed gekozen bewoordingen kregen allen tranen in de ogen van grote vreugde, met name de vader van Kado en de oude, trouwe dienaar van Kado, die Apollon heette. Maar Ik sterkte direct hun gemoed en zo konden ze Mijn aanwezigheid verder zonder tranen verdragen.
Hoofdstuk 6: Het weerzien met Kado - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Maar Ik zei: 'Omdat jullie het tot nu toe hebben uitgehouden, zullen jullie ook wel in staat zijn het nog een paar ogenblikken uit te houden zonder van honger of dorst om te komen! Wacht op de warme spijs; pas als die op tafel staat, moet je eerst wat brood met zout nemen en daarna een kleine slok wijn, dan zal het avondmaal jullie sterken en fris en monter maken, maar anders jullie ledematen en ingewanden alleen maar verzwakken! De mens moet ook zijn lichaam gezond proberen te houden als hij zijn ziel van droefheid en angst bevrijd wil zien. Doen jullie ook zoals Ik het doe!'
Hoofdstuk 6: Het weerzien met Kado - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Enkele vreemdelingen hadden gemerkt dat Ik de leerlingen dat advies had gegeven, en een van hen, die een koopman uit Sidon was, stond op, kwam naar Mij toe en zei: 'Goede vriend, vergeef mij dat ik als vreemdeling de vrijheid heb genomen om u hier aan te spreken! Aan de woorden die u tot uw vriend richtte merkte ik dat u zonder twijfel een arts moet zijn; ik zou u dus een advies willen vragen, namelijk wat ik moet doen en gebruiken om bevrijd te worden van mijn maagklachten, die ik nu al verscheidene jaren heb.'
Hoofdstuk 7: De Heer en de zieke koopman uit Sidon (27.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] En Ik zei vriendelijk: 'Treed maar op zonder schroom of bedenkingen, want Ik ken je en weet dat je een zuivere zanger bent, geheel op de wijze van David! Jouw beloning zal daarom groot zijn!'
Hoofdstuk 8: Een harpspeler zingt voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei:'Vriend, je vraagt nu iets heel uitzonderlijks van Mij! Jouw verstand zit veel te vol met wereldse en derhalve materiële dingen; hoe zal het dan geestelijke dingen kunnen begrijpen? Wij echte, oude en ware Joden hebben ons verstand echter gevuld met geestelijke dingen; daarom zijn die voor ons ook aantoonbaar en kunnen wij ze zonder veel moeite begrijpen.
Hoofdstuk 11: De Heer geneest de Griek die een zieke maag heeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] De Griek zei: 'O vriend, als je dat zonder geneesmiddel kunt, geloof ik niet alleen in jullie God en zal ik Hem ook direct samen met mijn metgezellen alle eer bewijzen, maar dan wil ik je ook de helft van mijn niet geringe vermogen schenken!'
Hoofdstuk 11: De Heer geneest de Griek die een zieke maag heeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik zei: 'Doe dat zonder enige vrees en bid God vóór het eten of hij voor jou en alle mensen de spijzen en de drank wil zegenen; dan zal Hij zo'n bede altijd verhoren, en ieder voor mensen bedoeld voedsel zal heel bevorderlijk voor je zijn en je lichaam waarlijk voeden en sterken! Zo zij het en blijve het!'
Hoofdstuk 11: De Heer geneest de Griek die een zieke maag heeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141  ...