Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 128 van 139

...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139
[7] Het eerste werk bestaat eruit dat zulke geesten de bergen ingestuurd worden en wel naar die plekken, die in kale rotstoppen eindigen. Ze moeten daar voor het onderhoud zorg dragen en ook voor de eventuele ontbinding zorgen, door alle vochtigheid in de poriën van de stenen zo te verdelen, dat het gesteente van binnenuit aldoor dezelfde eigenschap behoudt. Aan de andere kant moeten ze het ontbonden gesteente weer omlaag brengen, opdat het zijn bestemming ter verlossing steeds meer naderbij komt.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Liggen op deze manier de zwarten overwonnen op de grond, dan laten de witte geesten nog een regen, die al uit vredesgeesten bestaat, over de overwonnenen naar beneden vallen. Zij zelf lossen zich op in een snijdend koude wind en binden daardoor de overwonnenen voor lange tijd aan het vroegere ijs van de troon. Daardoor komen de boze wezens weer tot rust en langzamerhand bezinnen deze zich gewoonlijk weer en komen mettertijd tot betere gedachten. Gebeurt dat, dan wordt de ijzige band weer tot stromend water en de verdeemoedigde geest wordt het weer mogelijk gemaakt van zij n vrijheid gebruik te maken. Verbetert hij zich, dan wordt hij weldra in de laagste rijen van vredesgeesten opgenomen. Verbetert hij zich echter niet en neemt hij weer deel aan een nieuwe aanval wat helaas meestal het geval is -dan wordt hij op dezelfde manier opnieuw gevangen genomen, maar elke keer langer in gevangenschap gehouden.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Als de natuurlijke geestelijke potenties weer tot vloeiend water worden, worden zulke vrijgekomen geesten als het ware door het water gebonden en moeten dan de reis tot in de zee meemaken. Waarom dat? Om dezelfde reden als wanneer op aarde iemand die schade heeft aangericht een zodanige straf ter verbetering wordt opgelegd, dat hij de schade kan herstellen en daarbij ook nog voor zijn boze opzet boete moet betalen. Daarom moeten ook zulke geesten elke veroorzaakte schade -evenals die, welke ze hebben willen toebrengen -weer geheel en al goedmaken en daarbij nog een aangepaste boete doen. Pas als deze geheel is nagekomen, kunnen ze tot de eerste trap van geestelijke voleinding opgenomen worden. Natuurlijk kunnen ze in de wereldzee moeilijk iets goedmaken. Maar daar niemand als geest goede werken kan doen als hij zelf niet goed is, bewijst dit verschijnsel dat de geesten zich in deze toestand volledig moeten verdeemoedigen, voor ze in staat zijn de boze daden weer goed te maken. En omdat de bodem der zee het laagst liggende deel van de aarde is, moeten zulke hoogmoedige geesten deze reis ter verdeemoediging maken om daardoor mettertijd als nieuw en wedergeborenen op te stijgen in de hogere sferen voor het verrichten van nuttig werk. Worden zulke geesten door die volbrachte reis ook werkelijk verbeterd? De resultaten zijn verschillend; enkele verbeteren zich onderweg al en mogen dan van deze vochtige weg terugkeren, als er niets kwaads meer in hen wordt gevonden. Zulk een uittreden kun je daaraan herkennen, dat er 's morgens uit de beken, rivieren en stromen witte nevelen opstijgen. Deze worden door de zon aangetrokken, treden in de hoge regionen weldra uit hun natuurlijke potentie en worden voor het oog zichtbaar.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] Zien deze boosaardige verspieders geen tegenstanders, dan verheffen ze zich hoger en hoger en in de tijd van enkele ogenblikken is de hemel boven de zee in dichte stormwolken gehuld, waaruit weldra de hevigste windstoten de zee woelig maken en duizenden bliksemstralen worden dan afgevuurd op die geesten, die de weg ter verbetering ingeslagen hebben. Deze rebelse geesten komen overal slecht terecht en daarom loopt ook deze onderneming altijd slecht voor ze af. Want dan worden met de snelheid van de gedachte vanuit het leger van onze hoofdwachters te land vreedzame geesten uitgezonden. Deze werpen zich dan op de ziedende scharen, slingeren ze gewoonlijk als hagel of hevige regen in zee en bevrijden bij deze gelegenheid de deemoedige geesten uithun onvrijwillige gevangenschap. De bozen, die maar een ondergeschikte rol hebben gespeeld, worden dan snel naar de Noordpool bevorderd; de ergsten echter worden voor zeer lange tijd naar het harde ijs van de Zuidpool verbannen.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Als ze niet goed opletten gebeurt het vaak, dat boze geesten hen achter hun rug een poets bakken en dan een heel rotsblok losmaken en dat in de diepte slingeren. Zo'n losgemaakt rotsblok moet dan goed verzorgd worden, zodat het een vast rustpunt in een beek of rivier vindt, opdat de in hem nog niet geboren opgesloten geesten niet voortijdig losbreken. Zou dat het geval zijn, dan zou het met de hele aarde wel haast gedaan zijn! Daarom tref je zo'n losgemaakt rotsblok gewoonlijk in een greppel aan, waar een bron in uitkomt, of het is tot over de helft in de aardeverborgen en met mos omgeven, of je vindt het in stukken of geheel in een of andere beek of rivier. Dat is de reden waarom niet zelden vele honderden en duizenden centenaren zware steenblokken daar worden aangetroffen, waar geen rotsgebergten en geen soortgelijke gesteenten voorkomen.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[11] Als je een of andere berg opgaat zul je soms op plaatsen komen, waar het er zo woest uitziet alsof alles star en dood is. Maar juist daar gaat het heel levendig toe, want daar hebben de nuttige geesten het meest te doen en te waken, opdat alles mettertijd weer in orde wordt gebracht. Voel je je op zo'n bergwel te moede en voel je je gesticht zoals bijvoorbeeld op plaatsen die begroeid zijn met welriekende kruiden, dan wonen daar zeker meer zalige en vreedzame geesten, wier bezig zijn rustiger maar tegelijk in geestelijk opzicht ook verhevener en indrukwekkender is dan dat van de vorigen.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[12] Op die vlakten, die met eeuwige sneeuwen ijs zijn bedekt, begint al de eerste zalige regio van de voleindigde geesten, daar komen de hemel en de aarde zichtbaar tot elkaar: want de aardse kou betekent het totale gebrek aan eigenliefde en daardoor de hoogste graad van nuttige werken van natuurlijk standpunt uit bekeken, d. w .z. bezien van het geestelijke, dat in het natuurlijke overgaat.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[17] Kan de hemel de aarde, die zo vaak door de snode hebzucht wordt ontheiligd, wel ooit ergens aanraken? Daarom zijn zulke aanrakingspunten slechts daar mogelijk, waar de aarde geheel vrij is van alle afgunst. Daarom is dan ook onze Grossglockner bij uitstek zo'n aanrakingspunt. En als een of ander mens op zijn hoogste tinnen iets zou willen oprichten dat wereldse winst opbrengt, dan zou er door de reine geesten dadelijk voor gezorgd worden, dat zulke inrichtingen in korte tijd zouden verdwijnen. Zo wordt een dergelijke plaats door zijn geesten zuiver gehouden.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Worden deze geesten door een ongelovige smadelijk behandeld en daardoor geprikkeld, dan zijn ze gauw bereid zich op zulke mensen te wreken. Wee degene die dan in hun handen komt! Maar een zachtmoedig mens heeft daarentegen niets van hen te vrezen. Integendeel, als een gelovig en goedmoedig mens in de onderaardse holen en gangen van de berg is verdwaald, wijzen ze hem bijna altijd een veilige weg naar buiten. Dit kun je oude mijnwerkers uit de meest verschillende streken horen vertellen.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] Onze natuuronderzoeker gaat het bij deze uiteenzetting niets beter af. Want hij ziet wel het water stromen, maar wat ervoor nodig is om het water te laten stromen en het de juiste graad van zwaarte te geven en daarbij te weten waaruit die zwaarte op zichzelf bestaat -kijk, dat is voor onze scherpzinnige natuuronderzoeker wel wat te onzichtbaar! Maar wie draagt het water hu bovenop de bergen, verzamelt het daar en brengt het naar beneden, waar het nuttig werk kan verrichten? Dat zou weer een andere vraag zijn! Men zal ook hier met de innerlijke druk en met de wetten van wederzijdse aantrekkingskracht tevoorschijn komen. Als Ik dan echter vraag: Wie oefent dan die druk en de wederzijdse aantrekkingskracht uit, dan zal het antwoord uitblijven. Daarom vertel Ik dat hier, opdat wat Ik over die geesten vertelde je niet teveel zal bevreemden: en geloof daarom maar dat er op de hele aarde niets gebeurt wat niet van allerlei soort geesten uitgaat, goede of boze!
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Wat de derde soort geesten betreft, die zijn ook weer in drie groepen te verdelen en wel in een onderste, een middelste en een bovenste. Tot de onderste behoren die geestelijke wezens, die binnenin de bergen wonen en daar waken over de metalen en de waterbronnen en ook over het gesteente en de aarde. Dit soort geesten is op zichzelf ook weer drieërlei en wel: de vuurgeesten, de aardgeesten en de watergeesten. Ze hebben noch een kwade noch een goede natuur, maar bevinden zich tussen goed en kwaad in. Daarom worden ze ook voor het volgende doel gebruikt: de vuurgeesten om de metalen uit te koken, de watergeesten om de vuurgeesten bij hun werk te temperen en de aarde en steengeesten om de vuur en watergeesten binnen de perken te houden. Wie zich van het bestaan van deze geesten wil overtuigen, zoekt maar het gezelschap van rechtschapen en onbevangen mijnwerkers op. Hij zal onder deze mensen zeker velen aantreffen, die in hun leven minstens één, twee of driemaal een zogenaamd bergmannetje hebben gezien. Deze geesten komen maar zelden naar de oppervlakte der aarde, want binnenin hun bergwereld vinden ze het veel heerlijker dan in de waardeloze wereld daarbuiten, zoals ze plegen te zeggen. De materie hindert hen bij het heen en weer lopen niet. Waar zo'n geest zich ook maar heen wil begeven gaat hij doorwater, vuur of steen veel gemakkelijker heen dan jij je door de lucht beweegt. Want waar jij materie ziet, daar ziet de geest alleen maar de overeenkomstige substantie (het geestelijke) daarvan; deze bestaat alleen maar voor hem; de eigenlijke grove materie bestaat voor hem zo goed als niet.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] De tweede soort geesten is meestal aan de oppervlakte van de aarde bezig en van deze soort zijn er veel. Het ene deel moet voor bomen, struiken, planten, gras, mos en paddestoelen zorgen. Ze moeten de geesten die uit de planten nog niet vrij zijn geworden bij hun werk leiden, zodat elke plant zijn eigen vorm en werking behoudt. Het andere deel van deze geesten heeft de dierenwereld onder zich en moet daar hetzelfde doen, zodat elk dier overeenkomt met zijn voorgeschreven vorm en werkzaamheid.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Deze soort geesten zijn slechts zelden voor de mensen zichtbaar, want ze hebben veel te weinig tijd om zich zonder reden zichtbaar te maken. Toch vindt men in de bergen nog menige vrome herder, die zulke geesten meerdere malen gezien heeft. Deze herders weten ook te vertellen hoe zulke geesten hun koeien en schapen bij hevig onweer vaak tegen ongelukken behoed hebben. Al kan een weinig gelovige zulke geesten ook niet zien, toch wordt hij vaak door hen geprikkeld, vooral in uitgestrekte bergwouden of op vrije bergweiden, of wanneer hij langs grote kudden paarden, koeien of schapen loopt. Deze prikkeling bestaat uit een min of meer onrustig gevoel, waarop dan een lichte huivering volgt. Als iemand zoiets heeft ervaren, kan hij ervan verzekerd zijn, dat zulke geesten hem hebben benaderd. Met welke toestand ze in de eigenlijke geesteswereld overeenkomen, wordt in het religieuze deel besproken.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] De derde soort wordt uiterst zelden gezien en ook niet de werking die van de geesten uitgaat, en nog minder worden zijzelf als wezen opgemerkt. Het werk van deze geesten bestaat uit het waken over de lucht en de ether. Door de ouden werden ze daarom 'luchtgeesten' genoemd.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Als je naar de vaak merkwaardige vormen van de wolken kijkt, kun je ook weer zeker zijn, dat zulke vormen het werk van die geesten is. De wolk zelf bestaat niet uit deze geesten. Hun vorm hangt echter af van hoe de luchtgeesten de ene luchtlaag om de andere draaien en wenden, zodat de wolkengeesten –namelijk die van de onderste, kwade soort -alleen de vormen kunnen aannemen die hen door het draaien en wenden van de luchtlaag wordt toegestaan.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139