Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1272 van 1490

...  1260 - 1261 - 1262 - 1263 - 1264 - 1265 - 1266 - 1267 - 1268 - 1269 - 1270 - 1271 - 1272 - 1273 - 1274 - 1275 - 1276 - 1277 - 1278 - 1279 - 1280 - 1281 - 1282 - 1283 - 1284 - 1285  ...
[4] Als jullie dus al iemand willen prijzen, looft dan Jezus, de Heer! Vooropgesteld dat jullie ooit van Hem hebt gehoord, wat ik bij jullie allen des te minder veronderstel, omdat jullie volgens jullie zeggen reeds een ondenkbaar lange tijd in dit geestenrijk moeten zijn. Maar in dat geval is het dan ook nodig dat jullie van deze enige God en Heer Jezus enige notie zouden nemen!'
Hoofdstuk 57: Het beklagenswaardige gezelschap wordt gesterkt - Dank en klachten over hun lotgevallen - De toespraak van de geredden en het antwoord van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Geloof dit van mij, want ik verzeker jullie: het heeft wel nooit iemand meer moeite gekost dan mij, om dat aan te nemen! Met woorden zouden alle aartsengelen mij dat ook niet hebben bijgebracht. Maar toen kwam de Heer Jezus Zelf bij me en leerde mij door daden, die alleen maar door God Zelf kunnen worden gedaan, dat Hij het is: de enige Heer van de oneindigheid! En ik ben in deze overtuiging nu even beslist, als ik vroeger twijfelachtig was.
Hoofdstuk 57: Het beklagenswaardige gezelschap wordt gesterkt - Dank en klachten over hun lotgevallen - De toespraak van de geredden en het antwoord van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Het is wel waar, dat wij allen ons op de wereld om Zijn religie weinig of helemaal niet hebben bekommerd en leefden naar onze begeerten. Maar wij waren verder toch eerlijke en fatsoenlijke mensen uit de beste families. Wij zijn opgevoed als aristocraten en leefden dan ook volgens deze opvoeding. Een wijze God zou toch moeten inzien, dat geen mens zich zelfkan scheppen en evenmin kan opvoeden zoals hij wil!? Maar het zij nu zoals het is, de gemene vervolging is nu hopelijk ten einde; daarom is Jezus door ons nu ook vergeven, wat Hij ons allen heeft aangedaan.'
Hoofdstuk 57: Het beklagenswaardige gezelschap wordt gesterkt - Dank en klachten over hun lotgevallen - De toespraak van de geredden en het antwoord van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] EEN ANDERE stapt naar voren en zegt: 'In de grond van de zaak heb je wel gelijk, want vergeven is mooier dan zich willen wreken. Maar met de volledige vergiffenis zal ik toch wat terughoudend zijn. Want je weet hoe ik voor mijn gevoel 1000 jaar tussen twee gloeiende rotsblokken zat ingeklemd en meer heb gebeden en gevloekt dan er zand in de zee ligt. En als jullie mij door uiterste inspanning niet hadden gered, dan zou ik nu nog in deze ongehoord pijnlijke rots pers zitten; een almachtige Heer Jezus zou deze helse kwelling niet een haartje hebben verzacht.
Hoofdstuk 57: Het beklagenswaardige gezelschap wordt gesterkt - Dank en klachten over hun lotgevallen - De toespraak van de geredden en het antwoord van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Nu weet je, beste vriend en broeder, wanneer wij op aarde hebben geleefd en wat we waren; al het andere kun je gemakkelijk voor je zelf bedenken, welke dwaasheden we hebben moeten uitvoeren en hoe Rome ons in de hele wereld op zieltjes winnerij heeft uitgestuurd. En hoe wij ons voor deze vervloekte eer deels in Azië, deels in het gloeiend hete Afrika en Australië en ook in Amerika de kop hebben moeten laten afhakken. En toen wij dan hier in de geestenwereld aangekomen, dachten als uitgesproken martelaars meteen de kroon van de eeuwige glorie te ontvangen, begon de ellende juist pas goed!
Hoofdstuk 58: Nadere bijzonderheden over het nieuwe gezelschap van mannelijke en vrouwelijke dienaren van Rome - Een rooms-chinese missionaris - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Zoals gezegd, jij bent na werkelijke of alleen maar naar ons gevoel triljoenen van aardse jaren - wat om het even is - het eerste menselijke wezen dat we in deze eindeloze woestijn ontmoeten. Is dat niet afschuwelijk - een dergelijk loon voor ons martelaarschap op aarde? Ach, wat zijn de mensen op aarde toch grote ezels! Maar wij waren dan toch nog de allergrootste!
Hoofdstuk 58: Nadere bijzonderheden over het nieuwe gezelschap van mannelijke en vrouwelijke dienaren van Rome - Een rooms-chinese missionaris - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Zeker, wij geloofden niets van alles, wat wij de andere mensen met de allervurigste welsprekendheid leerden - want ons motief was alleen maar Rome en de gouden vissen voor ons en voor Rome. Maar wij hebben toch Christus gepredikt en vele heidenen tot het Christendom bekeerd - en hebben ons tenslotte nog moeten laten martelen. En wat voor loon wij daarvoor hebben geoogst, kun je opmaken uit onze onnoemelijke ellende in deze wereld.
Hoofdstuk 58: Nadere bijzonderheden over het nieuwe gezelschap van mannelijke en vrouwelijke dienaren van Rome - Een rooms-chinese missionaris - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Vertel mij nu alleen maar, wanneer jullie eigenlijk de aarde hebben moeten verlaten? Want dát kan ik uit jullie gesprek wel opmaken, dat jullie niet vóór Christus hebben geleefd, want jullie lijken hieromtrent de nadere omstandigheden te kennen, evenals die van de roomse kerk. Jullie waren dus pas ná Christus op de wereld gekomen? Dat is duidelijk, maar omstreeks welke tijd? Informeer mij alleen daarover wat nader. Want op deze gevoelstijd hier in de geestenwereld kun je niet afgaan, omdat hier voor een arme zondaar één uur een heel miljoen jaren kan lijken - wat ik zelf helaas maar al te duidelijk heb ondervonden!'
Hoofdstuk 57: Het beklagenswaardige gezelschap wordt gesterkt - Dank en klachten over hun lotgevallen - De toespraak van de geredden en het antwoord van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Ik werd opgepakt en meteen tussen twee stenen platen gezet en vastgeklemd. Aan weerskanten begonnen de mandarijnen deze te verhitten, waardoor deze platen langzamerhand steeds heter werden en ik langzaam gebraden werd. Deze manier van doodgaan is toch zeker wel de allerergste en men zou toch denken, hiermee voldoende te hebben geboet voor alle doodzonden; maar luister verder! Deze marteling werd bij mij na de dood voortgezet door die twee gloeiende rotsblokken, die ik al eerder heb genoemd.
Hoofdstuk 58: Nadere bijzonderheden over het nieuwe gezelschap van mannelijke en vrouwelijke dienaren van Rome - Een rooms-chinese missionaris - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Als ze nu zo allemaal rondom BISSCHOP MARTINUS staan, vraagt deze hen meteen: 'Lieve zusters en dames, hoe staat het dan eigenlijk met jullie? Hoe zijn jullie toch in zo'n ellendige toestand geraakt? Jullie hebben toch zeker gebiecht en zijn vaak genoeg ter communie gegaan, hebben in het koor gezongen en ontelbare rozenkransen gebeden, alhoewel misschien vaak meer gekwebbeld dan gebeden.
Hoofdstuk 59: De werkijver van de roomse kloosterzusters - Loon naar werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Ook aan andere gebedsoefeningen zal het zeker niet hebben ontbroken. En zullen jullie je zeker streng aan alle vastendagen hebben gehouden en de heilige relikwieën, het wijwater, de wierook en de klokken en belletjes in hoge ere hebben gehouden. Ook hebben jullie in je vroegere werk zeker onvermoeibaar jullie plichten vervuld. Blijft daarom de vraag, zoals ik meteen in het begin al heb gezegd: Hoe is het dan mogelijk dat jullie zo in deze ellende terecht zijn gekomen?'
Hoofdstuk 59: De werkijver van de roomse kloosterzusters - Loon naar werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] EEN VAN DE ZUSTERS VAN LIEFDE zegt: 'O beste vriend, dat zal de lieve Heer God allemaal beter weten dan wij. Ik zeg je: ik en ook al deze zusters van mijn orde waren echte martelaressen!
Hoofdstuk 59: De werkijver van de roomse kloosterzusters - Loon naar werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Weten jullie dan niet wat de wijze leraar Paulus zegt, die zich zelf ook voor een slechte, nutteloze knecht houdt en geen waarde hecht aan zijn werk, doch alleen aan de zuivere genade van de Heer? Zie, deze leraar zegt: 'Je zult niet uit je verdienste, doch slechts door de genade van de Heer zalig worden!' Neem dat ter harte en leg al jullie vermeende verdiensten aan de voeten van de Heer! Belijdt voor Hem de totale nietigheid van al datgene, wat jullie tot nu toe als iets verdienstelijks voor het eeuwige leven hebben aangezien, dan zal de genade van de Heer meteen voor jullie zichtbaar worden.
Hoofdstuk 60: Martinus als vredestichter - De dwaze werkwijze van de schoolzusters en de gevolgen hiervan aan gene zijde - Martinus' waarschuwing - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] De zusters van Liefde trekken zich nu geheel gekalmeerd terug. Bisschop Martinus roept hierna de schoolzusters naar voren, die elkaar tijdens dit onderricht in een hoekje juist de ogen wilden uitkrabben en vraagt ook aan hen, hoe en op welke manier ze in deze ellende terecht zijn gekomen en waar ze op aarde eigenlijk hebben gewoond.
Hoofdstuk 60: Martinus als vredestichter - De dwaze werkwijze van de schoolzusters en de gevolgen hiervan aan gene zijde - Martinus' waarschuwing - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] En EEN VAN DEZE antwoordt: 'O lieve, hooggeëerde, eerbiedwaardige vriend! Wij komen niet allemaal van één plaats, doch zijn gedeeltelijk uit Frankrijk, deels uit Zwitserland, uit Italië en Tirol en voor een deel ook uit Stiermarken.
Hoofdstuk 60: Martinus als vredestichter - De dwaze werkwijze van de schoolzusters en de gevolgen hiervan aan gene zijde - Martinus' waarschuwing - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1260 - 1261 - 1262 - 1263 - 1264 - 1265 - 1266 - 1267 - 1268 - 1269 - 1270 - 1271 - 1272 - 1273 - 1274 - 1275 - 1276 - 1277 - 1278 - 1279 - 1280 - 1281 - 1282 - 1283 - 1284 - 1285  ...