Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1274 van 1490

...  1262 - 1263 - 1264 - 1265 - 1266 - 1267 - 1268 - 1269 - 1270 - 1271 - 1272 - 1273 - 1274 - 1275 - 1276 - 1277 - 1278 - 1279 - 1280 - 1281 - 1282 - 1283 - 1284 - 1285 - 1286 - 1287  ...
[7] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Jij spreekt nu ook als een dwaas en oordeelt over goddelijke dingen als een blinde over de kleuren! Denk jij dan dat de grote God, die talloze myriaden van de meest ongehoorde wonderen eeuwig door de hele oneindigheid eren - ik zeg je: heilige wonderen, wier helderheid, verhevenheid en onbegrijpelijke, goddelijke schoonheid zo groot is, dat deze jou in een ogenblik zouden doden, als jij die zou aanschouwen -, iets voor Zijn eer zou winnen, als jij jezelf te Zijner eer ongepast Jezuïet noemt, of als jij door duizend andere, dikwijls schandelijke middelen schijnbaar goede doeleinden denkt te bereiken?'
Hoofdstuk 62: Dialoog tussen een Jezuïet en bisschop Martinus - Belering van een zuster van Liefde die angst voor de hel heeft - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Sta op, jij oerdomme liefdezuster. Ik zal nooit een rechter zijn, maar ben zelf een arme zondaar en hoop zelf op de genade van de Heer. Maar ik zie mijn grote domheid god zij dank nu in en daarom laat ik jullie ook je domheid zien, opdat je deze kunt afleggen en worden zoals de eeuwige orde van de Heer het wil. Anders zullen jullie alleen maar in een steeds grotere ellende vervallen in plaats van op te gaan in een grotere zaligheid!
Hoofdstuk 62: Dialoog tussen een Jezuïet en bisschop Martinus - Belering van een zuster van Liefde die angst voor de hel heeft - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Dat ik niet over jullie oordeel, bewijst dat ik jullie allemaal in mijn huis heb opgenomen en jullie niet wegzend, doch allen vriendelijk bij mij houd, als jullie bij mij willen blijven. Maar als jullie blijven, moeten jullie niet aan je dwaasheden blijven vasthouden, doch je rustig laten beleren door degene die hier zeker meer ervaring heeft dan jullie nieuwelingen in deze wereld. Wees nu gerust en denk na over mijn woorden!'
Hoofdstuk 62: Dialoog tussen een Jezuïet en bisschop Martinus - Belering van een zuster van Liefde die angst voor de hel heeft - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Zie, lezen kan ik dan nog, alhoewel ik naar mijn gevoel in miljoenen jaren geen letter meer heb gezien. Maar zeg mij eens, wat is er dan aan de hand met deze oude, dogmatische spreuken? Wordt alles hier in de geestenwereld dan misschien heel serieus daarnaar geoordeeld? Echt, als dat het geval zou zijn, dan zou het er heel slecht uitzien met ons aller bestaan voor de hele lange eeuwigheid! O vriend, leg ons uit hoe we dit moeten opvatten en begrijpen!'
Hoofdstuk 63: Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Er is hier ook licht, dat daar door de mooie, grote vensters voortdurend naar binnen stroomt. Dus is ook dit huis van mij als een schoot van Abraham en die grote, met brood en wijn gevulde kast een echte tafel van Abraham, waaraan jullie samen met mij voor eeuwig gevoed zullen worden tot aan het jongste gericht - en als jullie op deze dag van de toorn niet verdoemd worden, ook daarna voor eeuwig! Wat willen jullie dan nog meer?'
Hoofdstuk 63: Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Ja, maar wat voor nut hebben deze bedenkingen van je? Heb je dan nooit gelezen, dat er geschreven staat: 'Ieder zal leven naar wat hij gelooft' en 'Zoals de boom valt, zo zal hij blijven liggen'? Waarom geloofden wij dergelijke domheden, terwijl de werkelijkheid daarvan ons hier helemaal niet bevalt?
Hoofdstuk 63: Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Hoe zou het dan anders moeten worden verstaan, dan het daar geschreven staat! Ik zeg jullie, deze passages hebben geen andere betekenis dan alleen die, welke duidelijk uit hun woordelijke inhoud valt op te maken. Daarbij zeggen jullie het zelf: Hebben jullie ooit op de wereld een andere uitleg aan deze uitroepen gegeven, dan in hun letterlijke betekenis wordt weergegeven? Als jullie in de wereld met deze spreuken tevreden waren, omdat ze jullie geld opleverden en een geheimzinnig geestelijk aanzien gaven, waarom zou het jullie dan nu storen dat hun betekenis in de praktijk op jullie wordt toegepast? Waarom hebben jullie bezigheden nodig? Requiescant in pace; ergo requiescamus!* (* Zij mogen in vrede rusten, laat ons daarom rusten! ) Deze rust in eeuwige vrede hebben jullie nu allemaal gevonden!
Hoofdstuk 63: Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Wij zwoeren deze kerk tot aan het eind van ons leven trouw te zijn en alles voor waar aan te nemen wat zij ons beval om te geloven - of dat nu in een of andere bijbel geschreven zou staan of niet. En zo hebben wij ons ook onder ede verplicht om iedere andersdenkende en anders gelovende als ketter te beschouwen en te verdoemen.
Hoofdstuk 64: Eerlijke bekentenis van de Minderbroeder - Rome als de schuldige - Beginnend inzicht en verbetering bij de Minderbroeders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Vraag: Als wij bij al deze, door God toch zeker op zijn minst toegelaten rooms-kerkelijke regels lijnrecht tegen de eigenlijke leer van Jezus in hebben gehandeld, kunnen wij daar dan iets aan doen? Degene die daaraan schuld heeft moet bijgevolg naar menselijk en zeker ook goddelijk recht ter verantwoording worden geroepen. Aan ons allen zou echter bekend moeten worden gemaakt, hoe wij ons voor de eeuwige toekomst hebben te gedragen en hoe wij moeten goedmaken, wat we tenslotte zelf voor slechts hebben gedaan!'
Hoofdstuk 64: Eerlijke bekentenis van de Minderbroeder - Rome als de schuldige - Beginnend inzicht en verbetering bij de Minderbroeders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Men heeft ons gedoopt zonder onze instemming en heeft ons door een dergelijke te vroegtijdige doop een roomse belijdenis opgedrongen en zodoende het kind in de moederschoot al verantwoordelijk gemaakt. Of is het niet meer dan dwaas om een pasgeboren kind door bepaalde vertegenwoordigers een eed van trouw te laten zweren? Zonder er bij na te denken of een kind, als het volwassen is, het met deze gedwongen gezworen trouw wel eens zal zijn of niet, en in het tegengestelde geval kennelijk eedbreuk moet begaan. O, dat is immers heel erg in tegenspraak met de christelijke leer!
Hoofdstuk 64: Eerlijke bekentenis van de Minderbroeder - Rome als de schuldige - Beginnend inzicht en verbetering bij de Minderbroeders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Er wordt gezegd dat door deze doop de erfzonde en alle vóór de doop begane zonden worden kwijtgescholden. O, wat bot en dom is dat toch! Kan iemand die maar een beetje helder denkt een kind verdoemen, omdat zijn ouders samen een onvergeeflijke fout hebben begaan? En God, de meest wijze, zou kinderen van meer dan duizend generaties later nog voortdurend de misstap van Adam als doodzonde aanrekenen, terwijl zij toch nooit schuld aan diens misstap kunnen hebben?! Ja, dat zie je hier pas zo duidelijk in. Wat echter de zonde betreft die vóór de doop begaan zou zijn, dat is gewoon belachelijk! Een kind zal toch niet al zondigen in de moederschoot!
Hoofdstuk 64: Eerlijke bekentenis van de Minderbroeder - Rome als de schuldige - Beginnend inzicht en verbetering bij de Minderbroeders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] DE MINDERBROEDER zegt weer: 'Vrienden, jullie zijn mij te vlug afgeweest. Jullie opmerking was heel juist. Ik zeg jullie: Deze roomse christenmakerij in de moederschoot heeft volgens mij nu veel overeenkomst met de oude sprookjes over het verkopen van de ziel aan de duivel. Je wordt uit louter lage, politieke bedoelingen al bijna in de moederschoot helemaal aan de 'God sta ons bij' overgeleverd, die iemand dan dankzij Rome van alle kanten volledig in beslag neemt. 0, dat is fraai! En zo'n anti-christelijke, zogenaamde 'eerste christenkerk' noemt zich ook nog een 'moeder' en haar hoofd een 'plaatsbekleder van Jezus Christus', dus plaatsbekleder van God!
Hoofdstuk 64: Eerlijke bekentenis van de Minderbroeder - Rome als de schuldige - Beginnend inzicht en verbetering bij de Minderbroeders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] BISSCHOP MARTINUS neemt echter het bewerken van deze Jezuïeten op zich en begint voor deze hoofdschudders en schouderophalers een diepgaande verhandeling te houden, die als volgt luidt:
Hoofdstuk 65: Bisschop Martinus maakt de geestelijk blinde Jezuïeten ziende - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] O, oude dwazen! Waardoor kunnen jullie dat bewijzen? Waar staat in de Schrift een dergelijke tekst, waardoor deze dwaasheid te rechtvaardigen zou zijn? Denken jullie dat de Heer ook tot jullie, absolute anti-christenen, heeft gezegd wat Hij tegen Petrus en Zijn andere apostelen heeft gezegd, toen Hij ze de wereld in zond om het evangelie aan alle volkeren te verkondigen? O, dan zitten jullie er heel erg naast! Zie, er staat geschreven: 'Ontvang de Heilige Geest! Wat gij in het bezit van deze Heilige Geest - op aarde zult binden of ontbinden, dat zal ook in de hemel gebonden of ontbonden zijn!'
Hoofdstuk 65: Bisschop Martinus maakt de geestelijk blinde Jezuïeten ziende - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Hebben jullie ooit deze Heilige Geest bezeten? Kan de Heilige Geest zich ooit zelf tegenspreken, kan hij veranderen wat hij eenmaal voor eeuwig heeft bepaald? Of kan hij ook nog wijzer worden en inzien, dat zijn eenmaal gegeven geboden onvolmaakt zijn en daarom door nieuwe en betere zouden moeten worden vervangen?
Hoofdstuk 65: Bisschop Martinus maakt de geestelijk blinde Jezuïeten ziende - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1262 - 1263 - 1264 - 1265 - 1266 - 1267 - 1268 - 1269 - 1270 - 1271 - 1272 - 1273 - 1274 - 1275 - 1276 - 1277 - 1278 - 1279 - 1280 - 1281 - 1282 - 1283 - 1284 - 1285 - 1286 - 1287  ...