Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 129 van 1490

...  117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142  ...
[9] IK zei tegen hem: "Vriend, je bent nu erg dankbaar voor deze door Mij aan jou bewezen weldaad, maar vandaag wanneer het Romeinse schip hier landt, zul je nog een ander geschenk krijgen! Dat geschenk zal echter niet uit vissen of uit goud en zilver bestaan, maar zuiver uit Mijn woorden, die je de weg naar het eeuwige leven zullen banen. Schenk daar met je gehele huis aandacht aan, dan zal het licht en helder in je ziel worden voor nu en voor de eeuwigheid! -Heb je Mij goed begrepen?"
Hoofdstuk 189: Achting gepaard aan liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar op het schip waren ook vijf gevangen genomen gevaarlijke straatrovers, die op de bergpassen tussen Judéa en Samaria hun misdadige praktijken uitgeoefend en al heel wat moorden gepleegd hadden. Zij waren als rabbi's gekleed en zagen er zo gezien heel vriendelijk uit. Toch woonde in ieder van hun harten een heel legioen vreselijke duivels, die deze vijf rovers dwongen op onbarmhartige wijze de reizigers uit te roven en ze dan, om niet door hen verraden te worden, zonder enig medelijden te doden. Zulke rovers werd echter heimelijk door de Farizeeën de hand boven het hoofd gehouden, omdat daardoor bijeenkomsten tussen de ketterse Samaritanen en de Joden op heel veel plaatsen vrijwel onmogelijk gemaakt werden. De Romeinen wisten dat echter ook en waren daarom des te vijandiger tegen zulke rovers. En zulke misdadigers verging het dan ook altijd erg slecht; want op hen werden steeds de pijnlijkste doodstraffen toegepast.
Hoofdstuk 190: Ontmoeting van Cyrenius en Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] CYRENIUS antwoordt Julius: "Je hebt heel goed en wijs gehandeld door deze booswichten nog niet te veroordelen! Ik zal ze echter ook niet meteen oordelen; want hier in de buurt bevindt zich iemand die nog hoger is en meer bevoegdheid heeft, en die zullen wij hier in deze zaak laten oordelen. Laat de misdadigers daarom goed bewaken tot deze machtige en wijze komt!"
Hoofdstuk 190: Ontmoeting van Cyrenius en Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Cyrenius sprak echter op deze Romeinse manier over Mij met Julius, omdat hij Mij niet wilde verraden en niet wist dat Julius Mij ook reeds kende.
Hoofdstuk 190: Ontmoeting van Cyrenius en Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] En JULIUS zei om diezelfde reden: "Hoogste gebieder, wij leven nu in een tijd van buitengewone wonderen, en de goden lijken wel een groot welgevallen aan de sterfelijken te hebben. Ook ik kreeg namelijk een paar dagen geleden op zeer vreemde wijze kennis aan een mens, die, op een paar duizend bliksems in zijn hand na, sprekend op Zeus leek! Een jaar zou veel te kort zijn om alles te vertellen wat deze onloochenbare Zeus bij mij in Genezareth en vooral in het huis van de rechtschapen waard Ebahl heeft gedaan!"
Hoofdstuk 190: Ontmoeting van Cyrenius en Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Ook Ebahl en Jarah bevestigden de woorden van Julius en vertelden dat zij juist vanwege deze zeldzame wonderdoener een reis naar Sidon maakten, om hem zo mogelijk daar nog een keer te ontmoeten, omdat de dochter zo naar hem verlangde. Cyrenius deed erg verwonderd, dat zo'n jong, zo gezien pas dertien of veertien lentes tellend meisje al zo verliefd was, waarbij hij tevens opmerkte, dat er al zo'n bijzonder aantrekkelijke en knappe jongeman steeds bij haar was. Het was dan toch des te onbegrijpelijker, dat een meisje met zo'n tere schoonheid, in het gezelschap van zo'n knappe jongeman, toch nog stervensverliefd kon worden op een zekere, toch al wat oudere, menselijke Zeus.
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Verder valt het daarbij zeker niet in u te prijzen dat u mij eigenlijk beschuldigt van een platvloerse verliefdheid, want ik heb Hem slechts lief, zoals ieder mens dat zou moeten doen, als mijn Schepper, als mijn God en Heer, en ik aanbid Hem in mijn hart zo zuiver als dat een sterfelijk mens maar mogelijk is. Als dat echter zo is, -hoe kan ik dan alledaags verliefd op Hem zijn? Vraag het maar eens aan mijn begeleider en leraar , die zal het u beter uit kunnen leggen dan ik. Hij is overal veel beter in dan alle wijzen van de wereld en alle helden van alle aardse landen, uitgezonderd die Ene die ik hier zoek. Stelt u dus uw vragen maar aan deze jongeman, dan zult u van hem wel het juiste antwoord krijgen!"
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Bij de wereldse rabbi's is en blijft de leerling lichamelijk en geestelijk altijd een slaaf van zijn rabbi, want hij kan alleen maar datgene leren wat zijn vaak lichamelijk en nog vaker geestelijk kreupele rabbi zelf kan en weet. Of het nu verkeerd of goed is, daar mag een leerling, wil hij geen straf krijgen, niet naar vragen! Waarom zal zo'n opgeblazen wereldse rabbi zich bekommeren om de geestelijke aanleg en kunde van zijn leerling?! Er is alleen maar sprake van: Vogeltje, eet of sterf! Kortom het onderwijs van deze tijd lijkt precies op een helm die op alle hoofden past, en een bed waarin alle mensen prettig moeten slapen! Reus Goliath zou raar opkijken als men hem een wieg als rustplaats aanwees!
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Ontroerd door de goedheid van de opperstadhouder, dankte EBAHL Cyrenius uit de grond van zijn hart en zei tot slot van zijn dankrede: "Waarlijk, zo'n eer had ik hier in de nabijheid van de stad Caesarea nooit verwacht! Van mijn kant zal deze brief ook voor de mensheid veel goeds te weeg kunnen brengen, en dat te meer, omdat de brief ook mij het recht en de keizerlijke volmacht geeft om van iedere rechtschapen Jood, een Romeins burger te maken, die dan ook weer net als ikzelf, alle rechten en voordelen van een Romeins burger krijgt. Reken maar dat onze omgeving binnenkort veel Romeinse burgers zal tellen, en de ontslagen van de Farizeeën uit deze provincies zullen zich vermeerderen als het gras in het voorjaar! Oh, dat zal heerlijk zijn!"
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] De naast hem staande oude MARCUS zegt: "Broeder, je hebt geen ongelijk dat je je daarover verheugt, want het is belangrijk om burger van Rome te zijn! Ik ben het door mijn geboorte. Maar toch moet ik jaarlijks net als de Joden een bepaalde schatting aan de tempeljoden betalen. Van de Joden nemen ze slechts de tiende, maar van ons Romeinen een schatting volgens een aan het Romeinse hof op arglistige wijze verkregen recht, -en je moet het met hen op een akkoordje kunnen gooien, om in plaats van de zware schatting, de oorspronkelijke tiende te mogen betalen. Deze plicht van de Romeinse burgers tot het betalen van een schatting, zou van Rome uit zonder voorbehoud van de tempelpriesters afgenomen moeten worden; ten eerste is de opgelegde schatting veel te zwaar en ten tweede maakt zij de tempel te machtig, -en dat is allebei slecht.
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Bij het huidige transport van misdadigers naar Sidon zitten juist weer een paar opruiers, die heel zeker door de tempel voor hun werk betaald zijn. Het is wel zo, dat de schatplicht alleen in enige vorstendommen van Kanaän erg zwaar is, en dat de tempel alleen maar daar rechten heeft, waar Rome er schijnbaar nog achter staat. Maar de tempelpriesters stellen zich daarmee niet tevreden, overtreden de wet door valse oorkonden te tonen alsof deze nieuw uit Rome komen, en dwingen de Romeinse burgers op z'n minst de tiende te betalen. Ik heb vanmorgen nog de tiende van de vis af moeten geven, omdat ik anders alle mogelijke moeilijkheden met hen gekregen zou hebben.
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] CYRENIUS zegt: "Ook voor deze kapotte bijl zal een steel gevonden worden! Maar wanneer de tempelpriesters het wagen ook in deze streek de schatting te eisen en zo hun oude tiende weer in te voeren, dan zullen wij meteen een fikse donderbui op de tempel afsturen, want dat is weer een pure eigenmachtigheid van de kant van de tempelpriesters, die mettertijd werkelijk de kwaadste gevolgen voor Rome zou kunnen hebben.
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Na deze woorden zei CYRENIUS tegen Julius: "Ga dus, breek de staf en deel hen mee wat ze morgen kunnen verwachten!"
Hoofdstuk 193: De veroordeling van de misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen zei de oude MARCUS: "Heer en Meester van alle wereldse meesters! Eerder heeft u tegen mij gezegd, dat ik vandaag nog veel belangrijks over de bestemming van de mens zou vernemen en ook het Rijk van God zou leren kennen. Ja waarlijk en zeer wonderbaarlijk! Ik heb nu op deze dag meer gehoord, gezien en beleefd, dan tijdens mijn hele leven. Daarom vind ik dat Uw voorspelling geheel is uitgekomen en ik zal er nu alles aan doen, opdat ook onze ledematen niet ontevreden zullen gaan rusten."
Hoofdstuk 194: De wijze toespraak van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Toen de oude MARCUS Jarah zo hoorde spreken, zei hij, geheel vervuld van een hogere bezieling: "O kind uit de hemelen, veel te goed en te zuiver voor deze bedorven aarde! Waarlijk, als de heer mijn huis weer zal verlaten, kom ik naar jou om hemelse wijsheid te leren! Oh, wat een verschil tussen jou en mijn dochters! Jij bent al een zon, en mijn dochters zijn nauwelijks een weerkaatsing van het grote hemellicht in een heel klein dauwdruppeltje! O Ebahl, wat ben jij toch gelukkig om vader van zo'n engel te zijn!"
Hoofdstuk 194: De wijze toespraak van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142  ...