Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 129 van 1112

...  117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142  ...
[6] Daaruit ontwikkelt zich dan tenslotte een soort geloof aan de onsterflijkheid van de menselijke ziel. Dit geloof wordt vervolgens meer en meer levend en een noodzaak voor de mens.
Hoofdstuk 212: De nood als voorwaarde voor de geestelijke ontwikkeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] In de loop van de tijd, als het blinde geloof in de priesters steeds zwakker en zwakker wordt, staan onder het volk nieuwe onderzoekers op, die het oude onderzoeken en nooit helemaal verwerpen. Zij verbinden het goede daaruit met hun nieuwe onderzoeksresultaten en maken zo een geheel nieuwe leer, die zich niet meer tevreden stelt met het blinde geloof, maar slechts met de volle overtuiging, op bewijzen gegrond, die noodzakelijkerwijs aan iedereen ter beoordeling getoond kunnen worden.
Hoofdstuk 212: De nood als voorwaarde voor de geestelijke ontwikkeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Jullie Mozes zegt bijvoorbeeld: 'In het begin schiep God hemel en aarde, en de aarde was woest en leeg, en het was duister in de diepte; en de geest van God zweefde boven het water. Toen sprak God: 'Laat het licht worden', en het werd licht. En God zag dat het licht goed was. Toen scheidde God het licht van de duisternis en noemde het licht dag en de duisternis nacht. Zo ontstond dan uit avond en ochtend de eerste dag.'
Hoofdstuk 214: Een vraag over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Vervolgens wordt in zeer korte stellingen de scheiding van het water, het droogmaken van de aarde en het scheppen van gras, struiken en bomen aangetipt. Met dit scheppen gaan drie dagen voorbij en dus ook nachten. Maar omdat dagen en nachten al ontstonden bij het scheppen van het eerste licht op de duistere diepte der aarde, zie ik echt niet in, waarom God op de vierde dag het nog nodig vond om twee grote lichten te scheppen en ze aan de hemel te plaatsen, waarvan het grotere licht de dag zou regeren en het andere, kleinere, de nacht.
Hoofdstuk 214: Een vraag over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] U ziet Zelf, dat de gehele scheppingsgeschiedenis, zoals zij door Mozes gegeven wordt, absolute onzin is, waar men, als men het geheel ook maar enigszins op natuurlijke wijze opvat, dol van wordt. Het is daarom niet zo verwonderlijk dat juist de Joodse schriftgeleerden zelf die leer, die onzinnig is, helemaal niet geloven, maar haar vanwege het volk overeind houden en zich daarvoor heel goed laten betalen. Alle vooraanstaanden in Rome erkennen dat ook, maar laten de zaak, ondanks de grove onzin, op haar beloop, omdat het blinde volk er veel waarde aan hecht en zich daardoor in het land behoorlijk rustig houdt.
Hoofdstuk 214: Een vraag over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Kijk, een vrouw, die haar uiterlijk erg belangrijk vindt, zal tenslotte niets anders meer doen, dan zich de gehele dag tooien en met sieraden behangen. Na verloop van tijd zal ze het prettiger vinden om zich door anderen te laten wassen, tooien en op te laten smukken. Maar dat duurt ook nooit erg lang; uiteindelijk wordt zo'n verwekelijkte vrouw zelfs te traag om zich te laten verzorgen, en zakt letterlijk af tot het bestaan van een varken of zelfs een luiaard, welke dieren je vindt in Indië en Midden-Afrika. Dan is het de vraag: Wat is er dan nog met zo'n vrouw te beginnen? Welke geestelijke ontwikkeling is daar nog mogelijk? Ik zeg je: Zij deugt zelfs niet meer voor hoer! Dat was ook de eigenlijke reden waarom het volk in Sodom en Gomorra zich onnatuurlijk begon te bevredigen! -Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 213: Het gevolg van een verzorgd bestaan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Leggen we dat nu naast de natuur van de aarde en bedenken wij, wat volgens Uw verklaring de zon, de maan en al de sterren zijn, dan is toch de hele scheppingsgeschiedenis van Mozes zo'n grote onzin, dat er op de lieve aarde zeker geen grotere bestaat en kan zijn! Wie zal dat ooit begrijpen? Onze kleine groep weet dat de aarde geen oneindige kring, maar een zeer grote bal is, zoals U het mij in Egypte toen U nog een kindje was, en later ons allen, zeer aanschouwelijk en waarheidsgetrouw hebt laten zien. Op de aarde wordt het eigenlijk nooit nacht, omdat een deel van de aarde altijd door de zon verlicht wordt. Daarbij is de maan een heel onbestendig baasje en bekommert zich, behalve een paar dagen per maand, bar weinig om de heerschappij over de nacht.
Hoofdstuk 214: Een vraag over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar wie het verdere verloop van de Mozaïsche boeken iets beter bestudeert dan een fabel van de Griekse dichter Aesopus, moet toch al gauw merken dat Mozes zich met zijn beeldspraak alleen maar met datgene bezighoudt wat betrekking heeft op de oerschepping van de eerste mensen der aarde, en dus helemaal niet met de scheppingsgeschiedenis van aarde en hemel en alle schepsels op de aarde en in de aarde. Hij heeft daarentegen vrijwel enkel en alleen aandacht voor de eerste ontwikkeling van het menselijke hart en verstand; dat is de reden waarom hij ook meteen het menselijk-historische eraan verbindt.
Hoofdstuk 215: Het ontstaan van de eerste mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Maar het grote geslacht der dieren en zijn gehele voorschepping verdween voor het grootste deel al lang tevoren van de aarde, vóór de eerste mens met zijn op God gelijkende majesteit de wijde aarde begroette. Maar desondanks zullen er zich altijd nog overblijfselen van deze voorbewoners op en in de aarde bevinden; de mensen zullen echter niet weten wat ze daarvan moeten denken.
Hoofdstuk 215: Het ontstaan van de eerste mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] De wijzen zullen beetje bij beetje toch daardoor op het spoor gezet worden dat de aarde ouder is dan de korte tijd van de Mozaïsche berekening, en Mozes zal daardoor een tijdlang zeer in diskrediet geraken. Maar door Mij zullen dan weer andere wijzen gewekt worden, die Mozes in het volle licht zullen zetten. Vanaf die tijd zal het niet lang duren tot het hele rijk van God zich op de aarde vestigt en de dood voor altijd zal verdwijnen van de vernieuwde aarde. Maar voor die tijd zal er nog veel tegenspoed op de aardbodem verduurd moeten worden.
Hoofdstuk 215: Het ontstaan van de eerste mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Wel, het zaaien van het gezonde mooie zaad komt overeen met de eerste wording van de mens! Het is als het in een vleselijk omhulsel brengen van de op zichzelf al geheel gevormde ziel, die zich voordien in de lucht bevindt, speciaal in de middelste regionen van de bergen daar waar de boomgroei gewoonlijk ophoudt, tot aan de sneeuwen ijsgrens.
Hoofdstuk 216: Het ontwikkelingsproces van een tarwekorrel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] De mensen, die hier tijdens hun sterfelijke, lichamelijke leven al geheel zijn wedergeboren, zullen dan voor de gehele duur van dit tijdperk als reine geesten en engelen heersen, en dit tijdperk zal helemaal door hen geleid worden. Maar mensen uit deze tijd, die niet geestelijk volgroeid zijn, zullen in dit nieuwste tijdperk van de aarde wel met onsterfelijke lichamen op de aarde geplaatst worden, maar in heel behoeftige omstandigheden. Zij zullen heel veel en vaak zeer hard, dienend werk moeten doen, wat hen heel bitter zal smaken, omdat zij zich maar al te goed hun vroegere en heel gelukkige toestand tijdens hun sterfelijke leven zullen herinneren. Dit tijdperk zal dan zeer lang duren, tot uiteindelijk alles volgens het plan van God in een geheel geestelijk bestaan zal overgaan. Kijk, dat is het verloop volgens de orde van God, van alle dingen, al het ontstaan, bestaan en zijn!"
Hoofdstuk 215: Het ontstaan van de eerste mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Dan begint er pas een nieuw stadium. De door de allerfijnste buisjes gaande sappen vormen nu knoppen en bloemen, die voorzien worden van organen die alle mogelijkheden in zich hebben om het hogere leven uit de hemelen als zaad te ontvangen.
Hoofdstuk 216: Het ontwikkelingsproces van een tarwekorrel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Als de bloem deze dienst verricht heeft, wordt ze afgezonderd als ijdele pronk der wijsheid, die met haar schoonheid en bekoring de ether van het liefdeleven aantrekt, welke op zichzelf compleet is en geen verdere praal naar buiten behoeft. Want kijk, iedere bloem is een mooi versierde bruid, ~ie haar bruidegom in haar net tracht te vangen door zich eerst mooi te sieren! Als de bruidegom echter de bruid als de zijne genomen heeft, wordt de glinsterende bruidstooi het eerst afgelegd en de deemoedige levensernst begint.
Hoofdstuk 216: Het ontwikkelingsproces van een tarwekorrel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Vanaf dat moment begint de echte levensvrucht zich te ontwikkelen en te vormen. En als dan alle bedrijvigheid alleen op het rijpen van de vrucht is gericht, bergt het leven, dat alle eerdere gevaren ontsnapt is, zich veilig als in een vaste burcht op in de vrucht, voor een nog altijd mogelijke vijand van buiten.
Hoofdstuk 216: Het ontwikkelingsproces van een tarwekorrel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142  ...