15542 resultaten - Pagina 129 van 1037
... 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 ...
[2] HEBRAM ging daarop naar overste Stahar en zei: "Kijk, wij zijn hier met dertig man, net als u door de tempel het land ingestuurd om heidenen voor de tempel te werven; een moeilijke zaak! In ontwikkeling zijn de heidenen de huidige tempeljoden echter overal tweehonderd jaar vóór. Moeten wij dan de zienden blind maken en ze in de macht brengen van het vervloekte water van de tempel!? Dat gaat niet en iets anders gaat ook niet! Dat zei ons ons verstandige hart en daarom zijn wij allen Romeinen geworden, en ons getuigenis tégen de tempel zal voor veel mensen erg verhelderend werken. Maar wij kregen hier nog een groot, heilig getuigenis, dat een stralender licht geeft dan duizend zonnen tegelijk. Het is een eeuwig licht, dat reeds vóór de schepping van alle werelden heeft geschenen voor alle engelen, die levende vlammen waren uit de eeuwige vlam in God die liefde heet.Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Wij zijn nu alleen erg nieuwsgierig naar de Messias, die vrijwel zeker uit Nazareth afkomstig is! Zou het misschien diegene zijn uit het grote gezelschap, die een rozekleurig gewaad draagt met daarover een Griekse lichtblauwe merinosmantel en zeker de mooiste haren heeft die wij ooit bij een man hebben gezien?!"
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] STAHAR zegt: "Ja, daar zouden jullie best eens gelijk in kunnen hebben, want op hem had ik ook allang mijn oog laten vallen! Ik zag ook, dat zowel de engel als Cyrenius tijdens hun spreken en handelen steeds naar hem omkeken en hem als het ware vroegen, of het wel in orde was wat zij zeiden en deden!
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] De ANDEREN zeggen: "Ah, met zulke mooie, blonde haren kan dat nooit een Romein zijn! Maar wat kan ons dan gebeuren als wij naar hem toegaan en hem het een en ander vragen?!"
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan gaan allen welgemoed naar Cyrenius en vragen hem wat ze in dit opzicht moeten doen.
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] En CYRENIUS zegt: "Het is passender, als u het geheel nog wat afwacht en in plaats daarvan in uw hárten heel dicht naar Hem toegaat. Dan zal HlJ Zelf wel naar u toekomen en Zelf tegen u zeggen wie Hij is en wat u moet doen! Voorlopig kan ik u in elk geval zeggen dat u op het goede spoor zit! Want dat de grote Godmens Zich beslist hier moest ophouden, kon u reeds uit onze aanwezigheid opmaken! Voor iets onbelangrijks zouden wij hier niet bijna drie dagen lang blijven!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Het is inderdaad degene, waarvan u zelf dacht dat Hij het was! Kijk naar Hem en bedenk: Dit is Jehova Zelf als mens onder de mensen! Dat is Hij, die hemel en aarde heeft geschapen en alles wat daarin en daarop is!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Als de grote Messias nu naar ons toe zou komen, zou ik in zekere zin helemaal zonder angst en speciale schroom met Hem spreken, want ik kan niet minder zijn dan ik ben en Hij ook zeker niet méér dan Hij van eeuwigheid tot eeuwigheid is!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Zeg eens openlijk: Kan een boom er wat aan doen, als hij door de storm geweldig heen en weer wordt geschud?! Of is het de schuld van de zee, wanneer moedwillige windvlagen haar gladde spiegel omwoelen en maken dat de ene golf de andere, als een roofdier zijn prooi, verslindt?! Of kan het zwakke riet het helpen, dat het door de golven naar alle kanten wordt omgebogen?!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] Wie kent de draden waarmee het natuurlijke leven samenhangt met het op zichzelf geheel vrije, puur geestelijke leven en wie weet in hoeverre het natuurlijke leven zich, onbelemmerd door deze draden, als een zelfstandig geheel kan bewegen?! Ja, men ziet wel dat ieder mens in een bepaald opzicht vrij is -hij kan gaan waarheen hij wil, hij kan staan of zitten, hij kan naar wens met zijn ogen naar alle kanten kijken -maar daaraan vooraf gaat toch een noodzaak, uitgaande van het begrensde natuurlijke leven!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] STAHAR zegt: "Vriend, ik zie wel dat wij niet gemakkelijk ooit tot overeenstemming komen! Dat moet een hogere geest ons helemaal duidelijk maken! Ik zie de engel nu naar ons toekomen, praat daar eens mee, dan ben ik erg nieuwsgierig hoe jullie deze zaak met elkaar zullen regelen!"
Hoofdstuk 157: God niet vrezen maar lief hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Toen klopte de ENGEL Floran op de schouder en zei glimlachend: "Dat is goed gesproken en denk maar niet dat ik een woordenstrijd met je wil beginnen, want je hebt gelijk en ik heb ook gelijk! Ik wilde je alleen met mijn wat onnozele vragen gelegenheid geven jouw mening ook voor je broeders wat openlijker uit te spreken dan eerder het geval was en ik zeg je nu dat je al rijp bent de Heer te ontmoeten! Volg mij dus, -ik zal je zelf naar Hem toebrengen!"
Hoofdstuk 157: God niet vrezen maar lief hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] FLORAN zegt: "Waarom onze overste, Stahar, en mijn andere broeders niet? Zijn zij dan soms een minder soort mensen dan ik? Ga maar alleen! Als mijn broeders niet waard zijn aan de Heer der eeuwigheden voorgesteld te worden, ben ik het nog minder, want naar mijn beste weten zijn zij beter dan ik!
Hoofdstuk 158: Over deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ga maar alleen naar de Heer! Uit vrije wil volg ik je nooit! En het verwondert mij trouwens da jij, toen je mij de voorkeur gaf, als alwetende geest vooraf niet hebt gemerkt dat ik deze rotsvaste overtuiging ben toegedaan! Ik blijf bij mijn uitspraak! Mijn lichaam kun je weliswaar daarheen brengen, omdat je daarvoor macht en kracht in overvloed bezit, maar de wil van mijn hart kun je nooit opheffen, tenzij -het je mogelijk is om deze van mij af te nemen en er een andere voor in de plaats te stellen! Maar daarmee heb je mijn huidige ik echt niet in het minst veranderd, maar het alleen vernietigd en in plaats daarvan een ander in deze wrakke machine geplaatst!"
Hoofdstuk 158: Over deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Als Floran hen echter met zijn wereldse wijsheid bewerkt, geeft het woord hen een zeker licht dat voldoende is om voor hen de treden naar de tempel van hun hart te verlichten. Zijn zij eenmaal binnen, dan zijn ze ook helemaal gewonnen voor de gehele eeuwigheid! Maar jullie allen bij elkaar zijn nog lang niet zo verstandig als Floran nu is!"
Hoofdstuk 159: Floran bij de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)