Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1289 van 1490

...  1277 - 1278 - 1279 - 1280 - 1281 - 1282 - 1283 - 1284 - 1285 - 1286 - 1287 - 1288 - 1289 - 1290 - 1291 - 1292 - 1293 - 1294 - 1295 - 1296 - 1297 - 1298 - 1299 - 1300 - 1301 - 1302  ...
[16] Is dit werk ten einde en heeft het zaad z'n rijpheid bereikt, dan wordt het weer aan de mensen overgedragen, zodat deze dit dan oogsten en in hun schuren brengen. En zie, dit werk wacht hier nu op ons.
Hoofdstuk 86: De eeuwige, grote held - De heerlijke verlossing - De gelijkenis van zaaien, groeien en oogsten - De grote oogst - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Wij hebben hier het zaad van het Woord Gods eerst in hun harten gestrooid, waarna deze dan rustten als een akker die werd ingezaaid. Tijdens deze rust echter begon het werk van de Heer, zodat wij daar niets hadden kunnen doen behalve zien wat de Heer daar alleen doet. Zoals ook een zaaier in de wereld alleen maar kan toezien hoe het door hem uitgezaaide koren groeit en rijpt voor de oogst.
Hoofdstuk 86: De eeuwige, grote held - De heerlijke verlossing - De gelijkenis van zaaien, groeien en oogsten - De grote oogst - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Deze tarwekorrels, deze broeders en zusters van ons zijn nu echter zoals altijd uitsluitend door de zorg van de Heer Zelf gerijpt. Nu is de tijd voor ons aangebroken om de oogst binnen te halen. En zo willen wij ook de grote zegen in naam van de Heer op de juiste manier in bezit nemen en willen voor dit doel de handen van ons hart nogmaals volop aan het werk zetten!
Hoofdstuk 86: De eeuwige, grote held - De heerlijke verlossing - De gelijkenis van zaaien, groeien en oogsten - De grote oogst - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] (BOREM:) 'Nu echter iets anders. Daar onder het bord met opschriften van de Heer in je huis zie je een kist die van zuiver goud lijkt. Ga er naar toe en open deze; je zult daarin een gewaad en een stralende hoed vinden. Dit kleed trek je aan en je zet de hoed op je hoofd, opdat je in echt hemels bruiloftsgewaad onze nu spoedig terugkerende gasten in naam van de Heer, die deze als teruggevondenen Zelf hier naar toe zal brengen, waardig kunt ontvangen. Ga dat nu doen; het is de wil van de Heer.'
Hoofdstuk 87: Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Ik ben blij, dat mijn hart nu eindelijk eens in die staat verkeert, die de Heer alleen welgevallig is. Wat dus de kleding van mijn uiterlijk betreft, ben ik daarom voor eeuwig met deze boerenkiel tevreden.
Hoofdstuk 87: Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Echt, mij is nu aan al dergelijke pracht niets gelegen, of deze nu hemels of aards is, dat is mij nu om het even. Des te meer is me nu echter gelegen aan de uitsluitende liefde tot de Heer, waartoe mij alleen mijn hart kan brengen en nooit een schitterende mantel en hoed. Daarom blijf ik zoals ik ben, een boer!'
Hoofdstuk 87: Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Kijk naar de onbeschrijflijke pracht en grootte van deze zaal, die toch maar een enkel vertrek van je huis is. Wie anders dan juist alleen de Heer is de maker en enige schepper van zulk een onuitsprekelijke grootheid en majesteit?
Hoofdstuk 87: Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Weet je wat de Heer tegen Petrus heeft gezegd, toen deze ook vanuit zuivere deemoed zich door Hem niet de voeten wilde laten wassen? Zie, hetzelfde zou de Heer ook tegen jou kunnen zeggen, als je hardnekkig aan je deemoedige eigenzinnigheid zou willen vasthouden! Ga daarom maar daarheen, waar ik je naar toe stuurde. Doe, wat ik je vanuit de Heer heb aanbevolen, dan zal hier in je huis alles meteen een ander aangezicht krijgen. Maar voor je je met het nieuwe gewaad bekleedt, moet je dit oude tot op de laatste draad afleggen, en uit een kom die ook voor je klaar staat het water nemen en daarmee je voeten wassen. Heb je dat gedaan, open dan pas de gouden kist, neem de kleren er uit en kleed je daarmee aan!'
Hoofdstuk 87: Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] BISSCHOP MARTINUS gaat nu naar de kist en kijkt 'n paar keer om zich heen, of niemand hem zal zien. Als hij zich echter achter een sierlijk scherm bevindt, waarachter hij door de vele gasten in zijn huis niet gezien kan worden, kleedt hij zich haastig uit. Hij legt de oude kleren op een hoop voor zich neer, waarop deze meteen verdwijnen. Daarna schept hij met zijn hand water uit genoemd bekken en wast zijn voeten. Als deze gewassen zijn, springt de gouden kist meteen vanzelf open en de goede Martinus is ook al gekleed in een purperen gewaad, dat geheel omzoomd is met de mooiste sterren. En op zijn hoofd heeft hij een hoed, die veel machtiger straalt dan de zon!
Hoofdstuk 87: Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Laten we deze enige, ware en heiligste Vader eeuwig en mateloos liefhebben. Want Hij alleen doet alles en is alles in alles! Hem alleen zij daarom ook alle eer, alle roem en dank en alle lof!
Hoofdstuk 88: Begroeting van Martinus door het gelukkige gezelschap - Martinus' verwijzing naar de Heer als de enige weldoener - Het ene, wat nog ontbreekt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Ik en deze beste vriend en broeder van mij waren getuigen, hoe de Heer jullie helemaal alleen heeft geleid en alle onheil uit jullie harten heeft verwijderd en voor jullie een hete strijd tegen de hel heeft gevoerd en gestreden als de oude leeuw van Israël!
Hoofdstuk 88: Begroeting van Martinus door het gelukkige gezelschap - Martinus' verwijzing naar de Heer als de enige weldoener - Het ene, wat nog ontbreekt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Toen het gezelschap deze goede toespraak van hun huisheer had aangehoord, leek het alsof ze verheerlijkt waren en ze loofden in hem de Heer, die de mensen zulk een grote macht en wijsheid gegeven heeft. En daarop gingen alle eersten van het gezelschap naar hem toe en vroegen hem, of zij als zijn nederigste dienaren bij hem mochten blijven.
Hoofdstuk 88: Begroeting van Martinus door het gelukkige gezelschap - Martinus' verwijzing naar de Heer als de enige weldoener - Het ene, wat nog ontbreekt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Daarop zegt BISSCHOP MARTINUS: 'O vrienden, broeders en zusters, niet als mijn dienaren, maar als mijn liefste broeders en zusters voor eeuwig met hetzelfde bezitsrecht van al datgene, wat de Heer mij zo rijkelijk en overvloedig heeft gegeven! Want zonder jullie zou deze eindeloze pracht en heerlijkheid voor mij een last zijn. Maar aan jullie zijde ondervind ik aan alles des te meer vreugde, omdat ik daardoor des te meer gelegenheid krijg om jullie de grootst mogelijke vreugde te bereiden!
Hoofdstuk 88: Begroeting van Martinus door het gelukkige gezelschap - Martinus' verwijzing naar de Heer als de enige weldoener - Het ene, wat nog ontbreekt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] O blijf allemaal hier en wees met mij verheugd over de Heer die ons hier in Zijn Rijk zo'n grote, prachtige woning heeft bereid en, zoals ik nu juist zie, deze woning ook voorzag van een tafel met daarop het heerlijkste brood en de lekkerste wijn, wat voor ons allen voor eeuwig meer dan genoeg is. En dit alles, alles, alles, zonder dat iemand van ons dit ooit ook maar in het minst zou hebben verdiend door een rechtvaardige levenswandel volgens Zijn Woord! Dus daarom loven en prijzen wij Hem en hebben Hem ook voor eeuwig des te meer lief, daar Hij ons een dergelijke heerlijkheid in alle overvloed heeft gegeven, die wij niet in het minste waard waren, waard zijn en waard zullen zijn!
Hoofdstuk 88: Begroeting van Martinus door het gelukkige gezelschap - Martinus' verwijzing naar de Heer als de enige weldoener - Het ene, wat nog ontbreekt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Jullie zien nu allemaal, hoe Zijn liefde voor ons onbegrensd is; daarom echter moet ook de onze voor eeuwig onbegrensd zijn. Alles hebben wij nu als volmaakt zaligen; slechts één ding ontbreekt ons nog bij dit alles, en dit ene, mijn lieve broeders en zusters, dit ene is de Heer in ons aller midden te zien! Laten wij daarom in ons hart Hem smeken, opdat Hij ons ook deze allerhoogste genade zou willen verlenen.'
Hoofdstuk 88: Begroeting van Martinus door het gelukkige gezelschap - Martinus' verwijzing naar de Heer als de enige weldoener - Het ene, wat nog ontbreekt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1277 - 1278 - 1279 - 1280 - 1281 - 1282 - 1283 - 1284 - 1285 - 1286 - 1287 - 1288 - 1289 - 1290 - 1291 - 1292 - 1293 - 1294 - 1295 - 1296 - 1297 - 1298 - 1299 - 1300 - 1301 - 1302  ...