Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 130 van 1110

...  118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143  ...
[1] JULIUS zegt: "Jullie besluit bevalt mij wel, maar de middelen om het uiteindelijk uit te voeren bevallen mij niet, omdat er geen grond van waarheid in zit. Het is natuurlijk wel zo, dat jullie met het gebruik van de volle waarheid zowel bij het middel als bij het doel helemaal niet zover kunnen komen als je van tevoren bepaald hebt. Maar een middenweg is ook niet zo gemakkelijk te vinden. Laat me eens wat nadenken, misschien vind ik zo'n weg, waarop jullie toch voor God en voor de wereld gerechtvaardigd zijn!
Hoofdstuk 238: Een verwijzing naar de naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Je hebt toch al vaak geweld gebruikt tegen groepen mensen, die ook met eden aan hun oude zeden en gebruiken gebonden waren, en dat was zelfs heel goed van jou. Want er zaten achter zulke oude zeden en gebruiken maar al te vaak grote geheime gruweldaden. Zodoende kun je ook hier helemaal volgens je rechtschapen wil handelen.
Hoofdstuk 238: Een verwijzing naar de naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] JULIUS zegt: "Houd daar nu over op, want voor dergelijke mededelingen zal er morgen nog meer dan genoeg tijd zijn! Nu wil ik mij voor jullie bestwil liever met de hoofdzaak bezig houden." Daar stelde de jonge man zich dan ook tevreden mee, en Julius wendde zich toen ronduit tot Mij in de Romeinse taal, die Ik ook verstond, en zei: "Heer, wat zal in dit geval het beste zijn? Geweld van mijn kant zou alle eden en tempelwetten wegvegen, maar dan zou ik als verbreker van de plechtige gelofte optreden, en de schuld van de eedbreuk zou dan op mij vallen. Ik beschouw natuurlijk -onder ons gezegd - eden, die voor het houden van kwade verplichtingen afgeperst en jammer genoeg maar al te vaak afgelegd worden, niet alleen als waardeloos, maar ik veracht ze diep, omdat God daarbij voor het besturen van valsheid en slechtheid als getuige en helper wordt aangeroepen. Maar de tempel te Jeruzalem roept vragen op!
Hoofdstuk 238: Een verwijzing naar de naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen wendde JULIUS zich weer tot zijn jonge Farizeeër en zei: "Wel, vriend, we hebben al een goede manier gevonden, waardoor jullie met je ouders volkomen gerechtvaardigd zullen zijn voor de tempel en al haar eisen. En jullie ouders zullen zelfs een terechte klacht tegen de tempel in kunnen dienen bij het Romeinse beheersambt, zodat de tempel zeker veroordeeld zal worden tot een schadeloosstelling aan jullie ouders omdat ze jullie verloren hebben. Jullie zijn namelijk, omdat jullie onder dwang van de tempel de Romeinse wet betreffende de juiste reispassen niet opgevolgd hebben, een wet waar de tempel tot op dit uur nog heel hardnekkig geen acht op wil slaan, door ons Romeinen gevangengenomen en meteen ingelijfd bij de soldaten van het vreemdelingenlegioen! Jullie zijn nu dus voor je bestwil gevangengenomen. Bevalt jullie dat?"
Hoofdstuk 239: Julius vertelt het plan van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] ALLEN zeggen: "O heer, wie u ook bent, deze goddelijke raad kon alleen maar een god aan, u geven! Waarlijk, zo bereiken wij het goede doel voor ons en met minder voor onze ouders. O gelukzaligheid, hoe zoet is uw smaak, en hoeveel wijzer is het grote Rome dan ons zeer slechte Jeruzalem! Oude waard en vader van dit huis, ga en breng ons ter ere van deze verblijdende mededeling nog wijn, want nu moeten alle aanwezigen daarop drinken! Wij zijn in één klap uit de hel in alle hemelen terechtgekomen. De blinde Joden wachten nog steeds op een beloofde Messias, die hen van het juk van de Romeinen bevrijden zal. En zie wij hebben juist hier in jullie, beste Romeinen, de echte en alleen war~ Messias van alle mensen gevonden! De zuivere waarheid is de echte Messias van alle mensen. En die is in jullie midden, en zo zijn jullie, omdat je de volle en zuivere waarheid onder en in jullie hebben, de enige en ware Messias van alle zuivere en rechtschapen denkende Joden. Maar ook van alle mensen wier harten door allerlei oude, waardeloze en door en door verdorven voorschriften en daarvan afgeleide nog slechtere wetten gevangen gehouden worden. Oude waard, ga, ga, en laat ons nog een wijn drinken op het welzijn van onze verlossers en Messiassen!"
Hoofdstuk 239: Julius vertelt het plan van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] JULIUS zegt: "Ik heb je toch al eerder gezegd, dat de bij jou zo slecht bekend staande Julius van Genezareth, wanneer hij ongewild iemand onrecht heeft aangedaan, ook op het juiste moment alle mogelijke moeite zal doen, het weer goed te maken. En de door jullie gevreesde Julius ben ik zelf, en daar, tegenover mij, zit de verheven opperstadhouder van geheel Azië en Egypte - Cyrenius, voor wie jullie naar Sidon wilden gaan. En zeg nu eens, hoe tevreden jullie over ons harde, onverbiddelijke Romeinen zijn!"
Hoofdstuk 239: Julius vertelt het plan van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] JULIUS zegt: "Ik spreek graag met vrijmoedige mensen, en nooit zal mij de vrijmoedige uitspraak beledigen van mannen, die de waarheid vrijuit spreken, zonder vrees en angst en zonder enige terughoudendheid; maar wee ook degenen, die anders denken en voelen en geheel anders spreken! Voor mij is er niets gehater dan de leugen, en zelfs een noodleugen verdoem ik, want het is beter voor God en alle eerlijke mensen te sterven - dan zich te redden door een onwaarheid! Maar zoals gezegd, jullie eerlijke taal bevalt mij. En omdat mij jullie omstandigheden zo ongeveer bekend zijn vanuit Jeruzalem en Bethlehem, weet ik ook dat jullie hier vrijwel zonder enig voorbehoud jullie verzoek naar voren hebben gebracht. Iets hebben jullie nog niet helemaal uit de doeken gedaan, maar dat is maar een kleinigheid, en dat zullen jullie ook bereiken, als jullie ons Romeinen een echte en altijd oprechte trouwen broederlijke toegenegenheid zult bewijzen!"
Hoofdstuk 239: Julius vertelt het plan van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] JULIUS zegt: Wel, dat wat jullie mij fatsoenshalve hebben verzwegen, is toch al niet belangrijk meer, niet voor mij en ook niet voor jullie. Maar het kennen van die man, die jullie opviel, zou wel van de grootste betekenis voor Jullie kunnen zijn! Maar daarvoor is vandaag zeker geen tijd meer; morgen dus de rest!" -Daar waren de geredden heel eerbiedig tevreden mee en zij grepen weer naar brood en wijn en brachten nog menige dronk uit, vanwege de blijdschap die nu hun harten vervulde.
Hoofdstuk 239: Julius vertelt het plan van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] JULIUS zegt: "Wel, ik heb jullie al gezegd dat het erg dom van jullie was. Het is nog in jullie hart achtergebleven als een restant van je eerste opvoeding. Maar wat daar nog zit, dat zal in de loop van de tijd wel helemaal uit jullie verdwijnen. Dat gaat natuurlijk niet in één keer, want een oude ingewortelde domheid verdwijnt vaak moeilijker uit de mens dan dat een oud lichamelijk gebrek geneest. Maar het juiste middel kan tenslotte beide zaken genezen.
Hoofdstuk 244: Het antwoord van Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Ja, wij erkennen, dat jullie God de enig ware God is, waarvan onze goden eigenlijk niets anders zijn dan enkele, verheven, voor Hem waardige eigenschappen, die de menselijke fantasie omgevormd heeft tot allerlei persoonlijkheden. Maar jullie erkennen jullie enig ware God niet en dus nog minder Zijn verheven eigenschappen, die wij zinnebeeldig voorstellen en vereren. Daarom moeten jullie nog veelleren, goed testen en tenslotte begrijpen, hoe alle dingen in de wereld ten opzichte van elkaar staan, en wat voor waars er misschien achter steekt.
Hoofdstuk 244: Het antwoord van Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Als jullie echter de waarheid gevonden hebben, neem die dan aan en blijf daarbij, en denk en handel daarnaar, dan zullen jullie daadwerkelijk Gods kinderen zijn, terwijl jullie nu zeggen dat jullie Gods kinderen zijn, zoals alle Joden dat zeggen, maar in je hart nog niet eens gelooft dat er een God is!"
Hoofdstuk 244: Het antwoord van Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Volgens de eigen uitleg van het orakel, die het na de gevangenname van Croesus gaf, moest men Cyrus, zijn overwinnaar, zien als het muildier, omdat hij een kind was van een voorname vrouw van de Meden, een dochter van Astyages, en een Perzische vader, een van haar bedienden.
Hoofdstuk 1: Het orakel van Delhi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Wel, als men dat weet, deels uit de historie en deels uit persoonlijke ervaring, dan komt je zo'n verschijning, zoals jullie die hier hebben ontmoet, toch niet zo onmogelijk voor. Kortom, wij weten uit de vele overleveringen en uit hedendaagse ervaringen, dat hogere wezens helemaal niet zo zelden als velen menen bij ons mensen komen, zich op allerlei wijzen kenbaar maken en ons nu eens hierover en dan weer daarover opheldering geven. Onder die omstandigheden is onze engel beslist niet zo'n ongewone verschijning als men op het eerste gezicht geneigd is te denken!
Hoofdstuk 2: Over verschijningen van hogere hemelse wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Maar dat wij in ons geestelijk deel in staat zijn tot een volmaaktheid die onbegrensd is, bewijzen ons vele voorbeelden. En aan deze tafel zitten mensen die misschien wel haast op dezelfde hoogte als de engel staan, en één van hen zou zelfs de engel al veruit de baas kunnen zijn, zoals jullie al eerder van de arts uit Nazareth hebben gehoord.
Hoofdstuk 2: Over verschijningen van hogere hemelse wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Wijd je daarom van nu af aan vooral aan de grootst mogelijke ontwikkeling van jullie geest, dan zullen jullie niet slechts zo'n steen, maar een gehele berg in zijn oerelementen kunnen uiteen laten vallen!"
Hoofdstuk 2: Over verschijningen van hogere hemelse wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143  ...