Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 130 van 278

...  118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143  ...
[8] Na deze paar woorden van Mij bedankte Zacheüs Mij weer, en hij vroeg Mij om hem raad te geven over wat hij moest doen met zijn oudste zoon, die al zestien jaar was, maar sinds driejaar waanzinnig en bijna van dag tot dag tot grotere razernij verviel. Hij had reeds alle bekende en beste artsen bij zijn Zoon laten komen, en allemaal hadden ze geprobeerd hem te genezen; maar al hun kennis en moeite was niet alleen geheel zonder resultaat gebleven, maar zijn zoon was na iedere behandeling van een arts nog erger geworden dan daarvoor.
Hoofdstuk 28: De Heer geneest de zoon van Zacheüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Nu zei Zacheüs: 'O enig ware Heer en Meester! Vanaf hier tot aan die plaats is het nog een heel eind, en op de natuurlijke manier zal het wel heel moeilijk lukken om die vandaag vóór zonsondergang te bereiken; want hij ligt immers veel dichter bij Jeruzalem dan de afstand van hier tot de door U genoemde plaats is! Op kamelen kan men de reis daarheen wel in één dag maken, maar te voet in nauwelijks een halve dag die U nu nog rest, zal dat zonder een wonder waarschijnlijk niet mogelijk zijn!'
Hoofdstuk 30: Over de maat van goed en kwaad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Ik zei: 'Vriend, laat dat Mijn zorg maar zijn! Als wij de nog langere weg van hier naar Essea zonder kamelen in één dag konden afleggen, dan kunnen we ook de veel kortere weg van hier naar Nahim wel afleggen.Jij zou natuurlijk graag willen dat Ik hier nog tot morgen zou blijven; maar Ik alleen weet het beste wat Ik van plan ben, en zo moet Ik dan ook handelen, niet zoals Mijn vlees wil, maar zoals Hij wil, die in Mijn ziel woont. En daarom moet Ik vandaag nog vóór zonsondergang in die beoogde plaats aankomen.
Hoofdstuk 30: Over de maat van goed en kwaad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Er stond echter nog veel volk op straat dat Mij nog een keer wilde zien en spreken; want de dienaren van Zacheüs hadden bekend gemaakt wat Ik met diens zoon had gedaan. Maar Ik liet Me niet van de wijs brengen en liep zonder Mij te laten ophouden snel tussen de menigte door. Omdat echter enkele honderden mensen Mij wilden begeleiden, bleef Ik heel even staan en beduidde degenen die Mij achterna liepen dat ze moesten omkeren en naar huis moesten gaan, wat ze dan ook deden.
Hoofdstuk 31: Het heidense dorp met de tempel van Mercurius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Maar als jij en al je metgezellen ons een feitelijk bewijs kunnen leveren dat alleen jullie God de enig ware is, ondanks mijn verstandige argumenten tegen de door jullie beweerde waarheid, dan zijn wij niet zo eigenzinnig dat wij ons niet heel snel en zonder enige moeite enkel en alleen tot jullie God willen wenden!'
Hoofdstuk 31: Het heidense dorp met de tempel van Mercurius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Ik zei: 'Vriend, een dergelijk bewijs kunnen wij je wel leveren, zonder te verlangen dat jullie je knieën voor ons moeten buigen; maar Ik moet jullie vooraf een voorwaarde stellen waar jullie eerst aan moeten proberen te voldoen, om te zien of die jullie lukt of niet. Als die jullie lukt, dan zullen ook wij onze knieën buigen voor jullie Mercurius en daarna als Joden verder reizen; als het jullie niet lukt aan de voorwaarde te voldoen, dan zal Ik jullie het feitelijke bewijs leveren dat de God van de Joden de enig ware is en zullen jullie je van je dure goden afkeren en uit eigen vrije wil je hart en knieën voor onze God buigen.
Hoofdstuk 31: Het heidense dorp met de tempel van Mercurius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Na deze woorden van Mij gingen de Grieken naar hun afgod en hieven een luid biddend geklaag aan dat iets minder dan een half uur duurde, natuurlijk zonder enig resultaat.
Hoofdstuk 32: De genezing van het blinde meisje Achaia De Heer in Nahim in Judea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] De Griek, die ook de vader van het blinde meisje was, zei: 'Vriend, wij willen die poging doen, zoals ik al enkele keren heb gedaan - helaas altijd zonder het minste resultaat! Maar wat kunnen wij van jullie verlangen, als jouw enig ware God misschien ook jou, vriend, in de steek laat en je verlangen niet verhoort? Want over dit onderwerp heb ik al gesproken met heel veel joden die ook heel serieus in hun God geloofden, en ieder van hen heeft mij eerlijk toegegeven dat het met het directe verhoren van de beden die jullie tot Hem richten ook allemaal niet zo gemakkelijk ligt. Maar daarmee wil ik niet in twijfel trekken wat jij beloofde te doen, omdat er in jouw woorden een heel zeker vertrouwen doorklonk. Maar als het resultaat van jouw God tenslotte toch op dat van onze god lijkt, wat dan?'
Hoofdstuk 31: Het heidense dorp met de tempel van Mercurius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar je zei ook dat de dood in zekere zin wel goed is, wanneer men eenmaal helemaal dood is, omdat men dan niets meer hoort, ziet of voelt en zodoende niets meer van zichzelf weet; maar dat, Mijn beste zoon, is niet zoals jij nu volgens jouw gevoel oordeelt! Jij hebt nu weliswaar de indruk dat jij in je toestand van lichamelijke dood helemaal dood en zonder bewustzijn was; maar dat was niet zo.
Hoofdstuk 36: Waarom de Heer de weduwe bezoekt (5.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] God is in Zichzelf dus de hoogste en zuiverste geest, omdat Hij de zuiverste liefde is, en moet daarom door degenen die Hem echt willen aanbidden, in de geest en in waarheid aanbeden worden, en wel zonder onderbreking gedurende het hele leven, zoals ook alle engelen dat in de hemel eeuwig doen!
Hoofdstuk 37: De voorwaarde voor een persoonlijke openbaring van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Als het lippengebed een goede en God welgevallige manier van aanbidden zou zijn en God dat van de mensen en engelen zou verlangen, dan zou Hij net zo zwak, ijdel en onwijs zijn als een blinde en hoogmoedige Farizeeër, die door iedereen boven alles hoog geëerd wil worden en over iedereen wil heersen. Want als een mens dag en nacht met zijn mond tot God zou moeten bidden, en wel zonder onderbreking, waar zou hij dan de tijd voor ander noodzakelijk werk vandaan halen en hoe zou hij dan zichzelf en de zijnen de noodzakelijke voeding voor het lichaam verschaffen? Helaas bestaan er onder de Joden nu een groot aantal van zulke dwazen, en die zullen ook in de toekomst bestaan, die God met vrijwel eindeloze lippengebeden aanbidden en denken dat dat een echte godsdienst is en dat God daar welbehagen in heeft, in het bijzonder wanneer dat gejammer met de lippen met allerlei ceremoniën vergezeld gaat.
Hoofdstuk 37: De voorwaarde voor een persoonlijke openbaring van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar waarlijk, Ik zeg jullie allen: waar Ik op die manier door de mensen aanbeden en geëerd word, zal Ik direct Mijn gezicht afkeren en nooit aandacht schenken aan zo'n aanbidding en verering, en wel om de mensen praktisch te laten zien dat dergelijke aanbiddingen en vereringen een ware gruwel voor Mij zijn en dat Ik daar nooit aandacht aan schenk, en al helemaal nooit wanneer ze door priesters voor geld verricht worden. Want degene die bidt terwijl hij daar door iemand voor betaald wordt, mompelt enkel voor de schijn zo'n gebed voor zich uit, meestal zonder enig geloof, terwijl degene Voor wie dat gebed zou moeten helpen, zelf te traag is om zijn knieën voor God te buigen en daarom liever een ander voor zich laat bidden.
Hoofdstuk 37: De voorwaarde voor een persoonlijke openbaring van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Heb dus God lief boven alles en jullie naasten als jezelf, doe zelfs goed aan degenen die jullie kwaad doen en bidt op dezelfde manier ook voor jullie vijanden, bidt eveneens voor hen die jullie haten en vervloeken en vergeldt geen kwaad met kwaad -behalve in het uiterste geval van nood, om daardoor misschien een echte misdadiger van de weg van de zonde op de weg van de deugd te brengen -dan zal Ik zo'n echt en levend gebed met het innigste vaderlijke welgevallen aanzien en werkelijk geen van jullie beden onverhoord laten! Maar een puur lippengebed zonder hart of zonder het volste geloof zal Ik nooit aanzien of hoe dan ook verhoren. N u heb Ik jullie naar waarheid de juiste levensweg getoond; wandel en handel aldus, dan zullen jullie zodoende in Mij zijn en blijven, en Ik in jullie!
Hoofdstuk 37: De voorwaarde voor een persoonlijke openbaring van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De jongeman zei: 'O Heer, Heer, vergeef mij mijn nodeloze dwaze angst; ik geloof, ik geloof het zonder twijfel! U, de eeuwig enige Heer over leven en dood zult de Uwen ook tegen alle hellemachten weten te beschermen, hoezeer ze er ook opuit zijn om op de hele aarde Gods rijk te vernietigen en het rijk van de eeuwige dood te stichten.'
Hoofdstuk 38: De zorg van de jongeman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Een zuivere gemeente zal op soortgelijke wijze als dit stadje voortbestaan, eerst omgeven door mensen zonder enig geloof, die alleen maar allerlei winstgevende industrie zullen bedrijven en zich niet om Mijn zuivere leer en nog minder om het beruchte heidendom van Rome in die tijd zullen bekommeren. Onder zulke omstandigheden zal die zuivere gemeente er dan ook beginnen uit te zien als een bedroefde weduwe.
Hoofdstuk 40: Over de geestelijke omstandigheden van onze tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143  ...