Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 130 van 1112

...  118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143  ...
[13] Waar het leven zich te snel begint te ontwikkelen en te rijpen, wordt het ook maar weinig vast. En als er een vijand van buiten in de buurt van zo'n vroegrijp leven komt, trekt hem dat ook erg aan; hij stelt zich daarmee in verbinding en legt zijn vrucht in het te vroegrijpe leven van de vrucht van de plant! Dit tweede leven trekt dan het tere leven van de vrucht van de plant naar zich toe, beschadigt het en richt het te gronde. De wormstekige vruchten zijn daarvoor een meer dan duidelijk bewijs."
Hoofdstuk 216: Het ontwikkelingsproces van een tarwekorrel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Tijdens de lichamelijke geboorte uit het lichaam van de moeder wordt de eeuwige levenskiem als een vonkje van de zuivere geest van God in het hart van de ziel gelegd, net als bij de vrucht van een plant wanneer zij de bloem heeft afgeworpen en zich begint te wapenen en te beschermen. Is het lichaam eenmaal ontwikkeld, dan begint de ontwikkeling van de geest in het hart van de ziel. De ziel moet er dan alles aan doen om de geest in haar te laten ontkiemen en moet hem daarbij de helpende hand bieden.
Hoofdstuk 217: De geestelijke ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Als echtgenoten zich dan door de natuurlijke drang gedrongen voelen om geslachtsgemeenschap te hebben, ontvangt de geheel rijpe vrije natuurziel, die zich het dichtst bij het echtpaar bevindt, uit de uitstralende aura een teken, of wordt door de toegenomen kracht van de uitstraling van de echtgenoten als gelijksoortig aangetrokken. Met een zekere dwang dringt zij zich tijdens de geslachtsgemeenschap in de stroom van de man en wordt daardoor opgenomen in een klein ei, wat men bevruchting noemt. Welnu, vanaf dat moment lijkt de levensziel dan al op een zaadkorrel, die ergens in de aarde werd gezaaid. En in het moederlichaam doorloopt zij alle stadia tot de geboorte in de wereld net eender als de zaadkorrel in de aarde tot de kiem boven de aarde uitkomt!
Hoofdstuk 216: Het ontwikkelingsproces van een tarwekorrel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] De ziel is dan de wortel en de halm, en het lichaam de aarde; zij moet de geest geen onzuiver water als voedsel geven.
Hoofdstuk 217: De geestelijke ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De ringen, die de geest aanlegt, zijn de deemoedigingen voor de ziel. Als de laatste ring eenmaal gelegd is, ontwikkelt de geest zich verder zelf en neemt alles wat in de ziel met hem verwant is in zich op, beveiligt zich en neemt als laatste de gehele ziel en wat in het lichaam met de ziel verwant was, in zich op en is dan voor eeuwig geheel onverwoestbaar , zoals wij dat verloop ook bijna bij iedere plant meer of minder goed kunnen waarnemen.
Hoofdstuk 217: De geestelijke ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Als de vrucht op de normale weg bijna. volrijp geworden is, worden levenskiemvonkjes in de in haar opgeborgen zaadjes gelegd in tere, al klaargemaakte hulsjes; dan sluit de kern zich gedurende enige tijd geheel af van het andere deel van de vrucht en beveiligt zich in zichzelf, maar gebruikt daarbij toch steeds voor de helft de levensether van de haar omringende vrucht.
Hoofdstuk 217: De geestelijke ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Na verloop van tijd begint de buitenste vrucht te verschrompelen en te verdrogen. Waarom is dit? Omdat haar ziel geheel overgaat in het leven van de kiemgeest in de kern. En als de levenskracht van de vrucht tenslotte geheel overgegaan is in de levensgeest van de kiem, dan wordt de eerder geheel levende halm in al zijn stadia droog en dood. Maar eerst heeft al het leven van de plant zich met het kiemleven tot één leven verenigd en kan zo nooit vernietigd worden, of het nu met de materie van de kern verbonden is of niet.
Hoofdstuk 217: De geestelijke ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Zeker; want als jij het brood eet, wordt de materie van het meel weldra weer langs de natuurlijke weg uit het lichaam verwijderd, maar het kiemleven gaat dan door zijn geestelijke vorm meteen in het leven van de zielover en wordt volgens zijn overeenstemmende geaardheid, één me:t haar. Het meer materiële van de levenskiem, dat haar altijd, zoals het Mozaïsche water bij de geest van God, als solide ondergrond diende, wordt voedsel voor het lichaam en gaat uiteindelijk, als het naar behoren gezuiverd is, ook in de zielover .Dat dient haar tot vorming en voeding van de organen der ziel, zoals haar ledematen, haar haren enz. en verder voor de vorming en voeding van al datgene, wat je van a tot z aan een menselijk lichaam vindt.
Hoofdstuk 218: Ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Dus zou Ik voor jullie eerst de gehele materiële, zielkundige en geestelijke bouw van de mens haarfijn moeten ontleden en tonen hoe het zielkundige zich eerst uit het geestelijke, en het materiële zich uit het zielkundige ontwikkeld en gevormd heeft, en met welke talloos vele overeenkomstige zaken zij corresponderen, zoals de oneindig vele tinten van het licht corresponderen met de net zo vele tinten zonder licht.
Hoofdstuk 219: De schepping van hemel en aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Al deze onactieve en bewegingloze gedachten en ideeën van de goddelijke wijsheid worden heel treffend vergeleken met de 'wateren' waarin ook talloze specifieke elementen zich afzonderlijk bij elkaar bevinden, maar waaruit uiteindelijk toch de gehele stoffelijke wereld haar veelvormige bestaan haalt.
Hoofdstuk 220: Aarde en licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Levend gemaakt door deze geest, begonnen de gedachten van God zich tot grote ideeën te verbinden, en de ene gedachte riep de andere op en het ene idee het andere. En zie, daar vindt dan in de goddelijke orde als vanzelf het 'Er zij licht' en 'het werd licht' plaats. En zo wordt volgens Mozes dan ook alles van het natuurlijke grote scheppingswerk vanaf het oerbegin vanzelf verklaard! Daaraan parallellopend echter ook, in hoofdzaken, het zielkundige en geestelijke vormingsproces, van het pasgeboren kind tot aan de grijsaard en van de eerste mens der aarde tot aan onze tijd en zo verder tot aan het eenmaal plaatsvindende einde van deze wereld!
Hoofdstuk 220: Aarde en licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Wie Mozes niet op die manier begrijpt, moet hem ook helemaal niet lezen. Want als hij hem leest en verkeerd begrijpt, moet hij tenslotte na enig nadenken helemaal in de war raken. Hij gaat zich dan echt ergeren over de onlogische domheid van Mozes en over de misschien zelfs boosaardige domheid van al degenen, die zo'n onlogische dwaze leer , als door de geest van God ingegeven, de mensen te vuur en te zwaard opdringen, zonder er enige rekening mee te houden dat het hen zelf ook als een zeer grove dwaasheid voorkomt.
Hoofdstuk 222: Het einddoel van de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] En omdat de mens datgene is wat God door al de voorafgaande scheppingen wilde bereiken en ook bereikt heeft, waarvan jullie als onweerlegbare bewijzen daar staan, daarom beantwoordt alles in de hemelen en op al de hemellichamen in alles aan de mens, zoals Mozes het in zijn scheppingsgeschiedenis heeft uitgebeeld, en zoals ook andere leraren van het volk, ook al is het meer verborgen, het uitgebeeld hebben. Beproef nu echter alles, dan zullen jullie ontdekken dat het zich alleen maar zó en onmogelijk anders toedraagt en kan toedragen! - Cyrenius, zeg jij me of Mozes je nu voldoet!"
Hoofdstuk 222: Het einddoel van de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Daarom vond er tijdens de zogenaamde 'Val der geesten' ook een noodzakelijke en gedwongen scheiding plaats, terwijl de adamitische scheiding, omdat die door hemzelf veroorzaakt werd, een vrije was en zodoende geen dwang, maar meer een vrije handeling van de in alle sferen van de ziel reeds vrije eerste vleselijke mens. Als geheel is het toch ook een tevoren voorziene handeling volgens de geheime orde van God, die weliswaar nooit als een absolute noodzaak, maar toch als een toelating onder 'je zult' en 'je zult niet' vanwege de vrije wil van de mens gegeven wordt om zich door eigen handelen zelf te versterken.
Hoofdstuk 224: De val der geesten, de val van Adam en de erfzonde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Dan volgt er in het verhaal van Mozes een regel, waardoor het lijkt alsof God pas nádat het licht zich uit het vuur der liefde werkzaamheid van de geest had ontwikkeld, begon in te zien dat het licht goed was. Dat is natuurlijk in de verste verte niet zo. Het is alleen maar een getuigenis van de eeuwige en eindeloze wijsheid van God, die aangeeft dat dit licht een waarachtig vrij licht is, een geestelijk levenslicht, dat zich vanzelf uit de werk mg van de gedachten en ideeën van God volgens de orde der wijsheid heeft ontwikkeld. Daardoor kunnen de op deze wijze door God naar buiten gebrachte gedachten en ideeën zich als zelfstandige wezens volgens de eigen intelligentie, natuurlijk onder de altijd aanwezige invloed van God, verder als uit zichzelf ontwikkelen. Dat wordt met de bijzin van Mozes bedoeld, en niet dat God pas daardoor tot het subjectieve inzicht gekomen zou zijn dat het licht iets goeds was!"
Hoofdstuk 220: Aarde en licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143  ...