15542 resultaten - Pagina 130 van 1037
... 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 ...
[9] Moet ik soms bang voor je zijn, omdat jij oneindig veel machtiger bent dan ik? O, helemaal niet! Als jij dommer zou zijn dan ik, zou je óf geen macht hebben, óf deze zou onbeheerst zijn en die zou ik dan met mijn zuivere verstand net zo het hoofd kunnen bieden als de kracht van de storm. Maar jouw macht gaat gepaard aan wijsheid en dat geeft mij het vertrouwen dat je jouw baldadigheid niet op mij zult botvieren, vooral omdat ik je nergens enige schade heb kunnen en nog minder heb willen berokkenen. En zou je je met mij soms een grap willen veroorloven, dan zou ik daarom niet boos op je worden, maar je ook niet prijzen als een leeuw der wijsheid, die naar men zegt zo ernstig is, dat hij geen muggen vangt. God is echter nog oneindig veel wijzer en machtiger dan jij, daarom vrees ik Hem nog minder dan jou."Hoofdstuk 157: God niet vrezen maar lief hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] En IK zei: "Ga maar naar je broeders en vertel hun dat Ik weldra ook bij hen zal komen!"
Hoofdstuk 159: Floran bij de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Floran zegt dan niets meer maar buigt alleen en gaat vlug naar zijn broeders.
Hoofdstuk 159: Floran bij de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Maar wees nu stil, want ik zie dat de Heer en Cyrenius zich gereedmaken om naar ons toe te komen! Zorg er voor dat je je in je hart flink houdt, anders verdraag je zijn aanwezigheid niet! Werkelijk, ze komen! Ook de engel en een meisje komen mee; dat meisje zal ook wel een engel zijn!"
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] STAHAR zegt: "Ah, dat meisje kan geen engel zijn. Want er zijn nog nooit vrouwelijke engelen geweest, zij zullen er ook nooit zijn en kunnen er ook nooit zijn! Daarom kan dit meisje alleen maar een dochter van de een of andere rijke Jood zijn. Een Romeinse is zij niet, naar haar kleding te oordelen. De jongen die Cyrenius bij de hand houdt, is wel een Romein, of misschien wel de jongste zoon van de oude heer. Maar het meisje moet bij nadere bestudering, ook ontzaglijk wijs zijn, want haar vaste en sprekende zachte blik levert daarvoor het onmiskenbare bewijs."
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] FLORAN zegt: " Ja, ja, ik geef je gelijk. Maar met je bewering, dat er geen vrouwelijke engelen zouden zijn, ben ik het niet helemaal eens! Er zullen bij hen wel geen geslachtelijke verschillen voorkomen, maar verschillen in gemoedsgesteldheid zullen er zeker zodanig zijn dat zij zich ten opzichte van elkaar zullen verhouden, als op deze aarde een goede man ten opzichte van zijn liefste vrouw. Kijk maar eens naar de engel en zeg nu eens zelf of hij er niet eerder als een heel aanvallig meisje uitziet, dan als de een of andere jongeman! Doe hem vrouwelijke kleding aan en dan staat er voor je een meisje Non plus ultra (*onovertreffelijk), zoals de Romeinen zeggen! - Maar houd nu op met dat nutteloze gepraat! Ze zullen meteen hier zijn!"
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] IK zeg: "Laat geen van jullie daarover aanstoot aan Mij nemen, want het gaat hier niet om datgene wat Mij natuurlijk al van eeuwigheid her bekend is, maar om dat wat jullie nu zeggen! Jullie kunnen Mij niet eerder in je opnemen, dan wanneer datgene wat in je zit, ook naar buiten komt!
Hoofdstuk 161: Het getuigenis van Floran. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Dus, wij geloven allen vast en zeker dat U de beloofde Messias bent ondanks Uw, volgens aardse verhoudingen, zeer onaanzienlijke afstamming, die ons min of meer bekend is. Uw aardse ouders zijn arm en Uw vader was, naar wij weten, een timmerman uit Nazareth. De afkomst van Uw moeder kennen wij niet en daarom is het des te buitengewoner dat een redder, die reeds aan de eerste mens van deze aarde werd voorspeld, onder zulke buitengewoon nederige en armoedige omstandigheden op deze wereld wilde komen, terwijl Hem geestelijk toch al in eeuwigheid alle voordelen van een mogelijke, vorstelijke geboorte ten dienste gestaan moeten hebben.
Hoofdstuk 161: Het getuigenis van Floran. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Als U, o Heer, vandaag naar Jeruzalem zou gaan en het toe zou staan, doden zij binnen drie dagen Uw lichaam. Ze kunnen weliswaar elkaars bloed wel drinken, maar omdat ze elkaar allemaal gebruiken om hun eigen zelfzuchtige doel te bereiken, dulden zij elkaar onder het mom van gehuichelde vriendschap.
Hoofdstuk 161: Het getuigenis van Floran. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] STAHAR zegt: "Heer, zullen wij onze oude plaats in Caesarea Philippi weer innemen of zullen wij naar een andere plaats gaan?"
Hoofdstuk 162: De wegen van de goddelijke leiding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Weetje, ik heb wat dat betreft de wil van de Heer vrij goed onderkend en ik begrijp niet, dat jou dat zo helemaal is ontgaan! Ik heb ook niet begrepen dat je de Heer dorst te vragen naar ons wereldse onderkomen! Is het dan niet voldoende dat Hij zei, dat wij die bepaalde dingen moesten doen?! Het is toch van oudsher bekend dat degene die mij werk opdraagt, mij ook zal onderhouden! Als zelfzuchtige mensen dat al doen, hoeveel te meer zal de Heer van hemel en aarde dat doen, zonder dat wij Hem daarom hoeven te vragen!
Hoofdstuk 162: De wegen van de goddelijke leiding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Het is gemakkelijk, goede en eerlijke mensen lief te hebben en met hen te verkeren, maar naar de zondaars gaan en hen op de juiste weg te brengen, is een werk dat veel zelfverloochening eist.
Hoofdstuk 163: Het terugbrengen van het verlorene. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Want als je met een hoer of overspelige over straat gaat, zullen de mensen met de vinger naar je wijzen en je datgene aandoen waardoor je geen wereldse eer zult behalen. Als je echter de hoer en de overspelige op de goede weg hebt gebracht, zal je daarvoor bij God een grote beloning wachten en het kleinste deeltje daarvan is meer waard dan een hele wereld vol schitterende eerbewijzen.
Hoofdstuk 163: Het terugbrengen van het verlorene. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Vanaf het huis zien Marcus en zijn beide zoons ook, dat de schepen eraan komen. Zij haasten zich als goede loodsen naar de oever en kijken of men op de schepen niet iets nodig heeft.
Hoofdstuk 164: Koningen en dienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Cyrenius en alles wat Romein en Griek heet, rept zich eveneens naar de oever om te zien wat de drie schepen brengen. Die liggen echter nog vrij ver op zee en zijn nog ongeveer een uur van de oever verwijderd en geen van de kijkers kan ontdekken wat zich op de drie vrij grote schepen bevindt.
Hoofdstuk 164: Koningen en dienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)