10915 resultaten - Pagina 130 van 728
... 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 ...
[2] Ebahl legt hem de beste en grootste vis voor en beschrijft deze als een van de edelste soorten uit het meer van Tiberias, want zo heette de uitgestrekte bocht van het Meer van Galilea tot in de vrij verre omtrek van Caesarea Philippi. Omdat de vis buitengewoon lekker smaakt tast Zinka steeds geestdriftiger toe. Daarbij spaart hij het honingzoet smakende brood niet en spreekt hij ook ijverig de volle beker aan, die daardoor echter niet veel leger wordt, en ook met de vis komt hij aan geen eind, ofschoon hij daarvoor flink zijn best doet.Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Zoals het hem echter vergaat, zo vergaat het ook zijn metgezellen. Zij zouden allen graag opgewekt en vrolijk en zeer spraakzaam willen worden, maar de steeds groeiende verwondering over de merkwaardige verschijnselen tijdens dit feestmaal laten hun daarvoor geen tijd, want voor hen zijn dat verschijnselen die zij nog nooit eerder beleefd hebben. Ook zijn zij al behoorlijk verzadigd, maar toch zet de goede, aangename smaak van de vissen, het brood en de wijn hen aan om nog meer te eten en te drinken, en ook daarvan begrijpen zij de reden niet.
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] ZINKA denkt daar wat over na en zegt na een poosje: "Beste vriend! Hoewel die leer wat gedurfd is, is er niets tegen in te brengen. Het wezen ervan is, als er tenminste een God is Die zich ook maar iets om de stervelingen bekommert, duidelijk goddelijk! Weliswaar hebben ook andere grote wijzen de grondregel opgesteld dat de zuivere liefde de oerkiem van al het leven is en dat de mensen de liefde het meest zouden moeten bevorderen omdat slechts uit de liefde al het heil voor de mensen zou kunnen opbloeien. Maar zij verklaarden het zuivere wezen van de liefde niet. De liefde heeft echter even vaak goede als kwade kanten en uiteindelijk weet men niet welke kant van de liefde men dan eigenlijk voor het welzijn moet beoefenen.
Hoofdstuk 19: Zinka's opvatting over de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Maar CYRENIUS zegt: "Als de maaltijd voorbij zal zijn, zal het ook wel vroeg genoeg zijn om over vele zaken te spreken. Eet en drink nu echter naar hartelust!"
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] In het geval dat de grote profeet nu ergens vandaan in ons midden zou komen, zou niemand van jullie het ook maar mogen wagen hem met een vinger aan te raken. Wie het echter vanwege zijn domme eed toch zou doen, zal alle zwaarte van de Romeinse ernst moeten dragen!
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] U, verheven vriend en heer, kunt gemakkelijk kalm blijven, omdat u zeker de oorzaak weet, maar voor ons is het iets heel anders! Kijk alleen maar eens naar de vis die ik nu nog eet! Ik heb daarvan steeds maar gegeten en gegeten en nog is verreweg het grootste deel over! Ik ben helemaal voldaan, en kan toch nog doorgaan met eten! Dit is mijn beker, waaruit ik toch wel meer dan een volle maat (2 liter) heb gedronken, en kijk eens, -nauwelijks drie vingers staat de wijn onder de rand! Ja, dat kan men dan toch als denkend mens niet zo zonder meer aannemen alsof daar zogezegd niets bijzonders mee zou zijn! Ik ben hier uw gevangene en kan geen verklaring van u eisen over dit wonderbaarlijke verschijnsel, maar vragen kan en mag ik toch wel? Ik vroeg het u echter en u zei dat ik moest wachten!
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Cyrenius vroeg mij echter heimelijk wat er nu met deze man gedaan kon worden.
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Geloof Me! Een ziel die eenmaal verlangt naar hogere kennis, geeft zich niet zo gemakkelijk over aan volledige daadloosheid! Het vergaat zo'n ziel als een pas verloofde jongeman die zielsverliefd is op het uitverkoren meisje. Het meisje, dat wel een meisje is maar geen eerzame maagd, tilt echter niet zo zwaar aan de liefde van haar verloofde en denkt: 'Voor hem honderd anderen!'
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar na een poosje komt dat de verloofde ter ore en zijn hart wordt zeer bedroefd. Geërgerd en boos neemt hij zich ernstig voor niet meer aan het trouweloze meisje te denken. Hoe meer hij zich dat echter voorneemt, des te meer denkt hij aan haar en heimelijk hoopt hij dat al het erge wat hij over het meisje van buitenstaanders heeft gehoord, een grove leugen mag zijn. ...
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Maar tenslotte ziet hij zelf het meisje met een ander! Nu zou hij werkelijk wel van kwaadheid uit zijn vel kunnen springen en met alle geweld wil hl] met meer aan de trouweloze denken. Dan wordt hij echter door zulke withete gedachten geplaagd, dat hij zich niet meer met andere, gezondere gedachten bezig kan houden. Dag en nacht vindt hij rust noch duur, hij zucht en weent vaak bitter en verwenst de trouweloze.
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] De toon werd echter geleidelijk aan sterker, levendiger en krachtiger. Op zijn grootste sterkte als van duizend bazuinen klonk hij als een kwartsext akkoord van des-mol, van het kleine tot in het een gestreepte octaaf, met een herhaling een octaaf hoger reikend, nam daarna weer af en verloor zich aan het eind in een allerzwakste as van ongekende zuiverheid.
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] RAPHAËL zegt: "Waarom heb je het mij dan gevraagd?! Ik wilde het eigenlijk toch al niet, maar nu ik de toon niet meer terughalen kan, maakt dat niets uit! Bedenk, dat in Gods hemelen alles moet lijken op deze toon, dan zul je je in het vervolg des te ernstiger inspannen om je leven zo in te richten dat het in al zijn uitingen, gevolgen en instellingen op deze toon lijkt. Wiens leven echter niet op deze toon zal lijken, zal niet in het rijk van de eeuwige en zuivere liefde binnengaan.
Hoofdstuk 23: Omgang met God door het innerlijke woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] De Heer verblijft hier al een aantal dagen; morgen zal het echter de laatste dag zijn! Wat daarna zal gebeuren, weet niemand dan alleen de Heer, Vervul jij je hart daarom met alle liefde en deemoed en verberg in je hart wat je hier aan bijzondere en buitengewone dingen hebt gehoord en gezien, want het doorvertellen daarvan aan de wereldse mensen zou betekenen dat je de edelste en grootste paarlen voor de zwijnen zou werpen, hetgeen de wereldse mensen niet zou helpen. Dat alles moet je goed beseffen en toepassen, dan zul je een nuttig werktuig worden in de hand des Heren in de hemel en op aarde. -Heb je dat alles goed onthouden?"
Hoofdstuk 23: Omgang met God door het innerlijke woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Kijk eens naar wat wij moeten doen!? Ik ben nu hier, zoals je ziet. Als de Heer dat echter wil, moet ik op stel en sprong naar een wereld zeer ver hier vandaan en daar zolang blijven als volgens de orde van de Heer noodzakelijk is. Geloof mij, wij zijn daar echt vaak heel ver verwijderd van de persoonlijke tegenwoordigheid van de Heer, -maar in het geheel niet van de geestelijke, want wij zijn daar steeds in God, zoals God ook in ons is en Zijn onmetelijk grote daden doet.
Hoofdstuk 23: Omgang met God door het innerlijke woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Wel, daarover wasje zeer verheugd! Maar was de vreugde daarover alleen voldoende? Zou je tuintje met vruchten gezegend zijn zonder daadwerkelijke, vlijtige verzorging? Jouw grote plezier en vreugde voor het persoonlijke onderwijs van de Heer zou toch niets in je tuintje hebben laten groeien -behalve wat onkruid! Omdat je echter ijverig volgens de aanwijzingen werkte, bloeide je tuintje weldra op tot een klein aards paradijs en je kunt er verzekerd van zijn dat je een rijke oogst uit het tuintje zult krijgen!
Hoofdstuk 24: De verzorging van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)