Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1293 van 1490

...  1281 - 1282 - 1283 - 1284 - 1285 - 1286 - 1287 - 1288 - 1289 - 1290 - 1291 - 1292 - 1293 - 1294 - 1295 - 1296 - 1297 - 1298 - 1299 - 1300 - 1301 - 1302 - 1303 - 1304 - 1305 - 1306  ...
[16] MARTINUS zegt: 'O Heer - 'broeder' wilde ik zeggen, ik zou U bijna hebben verraden! - nog nooit ben ik iets tegengekomen wat ook maar enigszins lijkt op deze maagdelijke zachtheid. Dat wil ik toch liefde noemen! Daar zijn wij maar ruwe ossen bij. - Broeder Borem, bij haar kunnen wij beiden nog wel een tijdje in de leer gaan. Wat vind jij?'
Hoofdstuk 95: Chanchah’s verlangen, het wezen van de Heer te doorgronden - Het recept van de Heer - Chanchah' s vurige liefde tot de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] BOREM zegt vol van hoogste eerbied: 'Ongetwijfeld, lieve broeder Martinus, wij zullen wel eeuwig niet uitgeleerd raken in het zo gelukkig makende gezelschap van de Meester aller meesters. Overigens alle respect voor deze lieftallige Chinese; tegen de tederheid van haar gevoelens en tegen de echt oriëntaalse gloed van haar liefde zullen wij het stellig nog lang niet kunnen opnemen. Het is buitengewoon verheugend om haar te horen praten en daarbij de toename van haar liefde te aanschouwen. Helemaal gelukkig stemt het ons te weten, waarheen haar nu nog blinde liefde haar voert.'
Hoofdstuk 95: Chanchah’s verlangen, het wezen van de Heer te doorgronden - Het recept van de Heer - Chanchah' s vurige liefde tot de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] IK zeg: 'Laat niet te veel in je woorden doorschemeren! Wij drieën hier weten, wat en wie we zijn. Maar deze zijn allemaal nog veel te zwak om onze werkelijkheid te verdragen. Daarom moeten jullie zeer behoedzaam zijn, als jullie met Mij praten. Begrijp lieve broeders, wij zijn gelijk! Ik heb jullie dit nu in stilte gezegd, zodat deze zielen van dit alles niets hebben gehoord. Als wij drieën echter voor allen verstaanbaar spreken, zijn wij allemaal gelijk en zijn wij één. Begrijp dat goed, jullie weten wel waarom.'
Hoofdstuk 96: Wenk van de Heer om voorzichtig te handelen bij onrijpe zielen - Chanchah' s liefde tot de Heer in conflict met Chanchah' s liefde tot de Lama - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] MARTINUS zegt daarbij: 'Maar wat is ze mooi in deze oprechte liefdedronkenheid. Werkelijk, sapristi, als zo iemand op aarde te zien zou zijn, dan geloof ik dat de mensen gewoonweg razend zouden worden bij de aanblik van zoveel vrouwelijke bekoorlijkheid.
Hoofdstuk 96: Wenk van de Heer om voorzichtig te handelen bij onrijpe zielen - Chanchah' s liefde tot de Heer in conflict met Chanchah' s liefde tot de Lama - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Wel heeft het aanraken van deze zachte en ronde arm mij buitengewoon goed gedaan. Daarbij heb ik echter niets van een zinnelijke opwinding bespeurd. Daarvoor kan ik alleen, U weet wel wie, mateloos en eeuwig danken en prijzen!
Hoofdstuk 96: Wenk van de Heer om voorzichtig te handelen bij onrijpe zielen - Chanchah' s liefde tot de Heer in conflict met Chanchah' s liefde tot de Lama - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] CHANCHAH zegt: 'Ach, met mij is het oneindig goed! O jullie, lieve, hemelse vrienden, jullie dienaren van Lama, de Heilige. Wie zou het in jullie midden niet oneindig goed gaan? De liefde van het menselijk hart is immers het hoogste goed. Als echter een hart liefde heeft gevonden, zoals ik deze hier vond, wat zou er dan verder nog te wensen zijn? Welk geluk is groter dan dat, wat de liefde geeft? O vriend, ik voel mij hier eindeloos goed!
Hoofdstuk 96: Wenk van de Heer om voorzichtig te handelen bij onrijpe zielen - Chanchah' s liefde tot de Heer in conflict met Chanchah' s liefde tot de Lama - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] IK zeg: 'O, in eeuwigheid zul je ons niet meer hoeven te verlaten! Want zie, de basis van alle hemelen is de liefde en de liefde is ook de hemel van alle hemelen zelf. Wie deze, net als jij, in zo'n grote mate heeft, hoe zou die uit datgene verbannen kunnen worden, wat juist zijn eigen wezen is? Zo'n liefde als die van jou voor ons doet ook alle gebreken der ziel ogenblikkelijk teniet, zodat ze dan zo rein is, als was ze zojuist uit Lama's adem ontsproten.
Hoofdstuk 96: Wenk van de Heer om voorzichtig te handelen bij onrijpe zielen - Chanchah' s liefde tot de Heer in conflict met Chanchah' s liefde tot de Lama - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Zie, eerder hebben ook je beide vrienden gesproken, maar ik merkte weinig kracht in hun woorden. Alleen als ze met jou spraken, dan hadden ook hun woorden wel enige kracht. Toen die ene echter met mij sprak, bespeurde ik geen kracht in zijn woorden. Daaruit trekt mijn hart de conclusie, dat jij de Lama nader staat dan deze twee. Is dit oordeel niet juist?'
Hoofdstuk 97: Chanchah's ijverig vorsen naar de naam van haar geliefde vriend - Verwijzing van de Heer naar het beste recept - Verschil tussen gastheer en gast - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] IK zeg: 'Ik zeg je, vraag slechts je hart, jouw liefde tot Mij; deze zal je alles onthullen! Nu gaan we echter ook naar de andere broeders; ook zij hebben onze zorg en liefde nodig. Loop jij maar naast Mij, Mijn lieve Chanchah.'
Hoofdstuk 97: Chanchah's ijverig vorsen naar de naam van haar geliefde vriend - Verwijzing van de Heer naar het beste recept - Verschil tussen gastheer en gast - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Zo denk ik ook hier over deze vele gasten, waartoe ook ik behoor. Jullie drieën, weliswaar allerliefste en allerbeste gastheren van dit hemelhuis, hebben het ondanks jullie onbegrensde goedheid toch veel beter dan al deze gasten, al worden ze ook nog zo goed behandeld. Want jullie blijven steeds heer en meester, zij echter alleen maar gasten die in alles van jullie afhankelijk zijn. En dus is het werkelijk heel goed, dat nu ook aan hen beslist heel goed wordt gedacht.
Hoofdstuk 97: Chanchah's ijverig vorsen naar de naam van haar geliefde vriend - Verwijzing van de Heer naar het beste recept - Verschil tussen gastheer en gast - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Maar deze ordening zal in eeuwigheid niet veranderd kunnen worden, omdat onmogelijk iedereen een heer kan zijn. Als door de Lama ook alle mensen tot heren zouden zijn gemaakt, zodat ieder zijn huis zou hebben en een goed inkomen en niemand de ander wat hoefde te vragen, hoe zou het dan gesteld zijn met de naasten - en broederliefde en hoe met de liefde tot de Lama? Zie, deze zou geheel ten onder gaan en toch zou tenslotte Lama de gever en alle mensen verplichte ontvangers zijn, zoals ze het nu zijn en eeuwig zullen zijn!
Hoofdstuk 97: Chanchah's ijverig vorsen naar de naam van haar geliefde vriend - Verwijzing van de Heer naar het beste recept - Verschil tussen gastheer en gast - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] IK zeg: 'Wel, let nu goed op! Ik stel Me nu ook dezelfde boom voor en zeg net als Lama, tegen deze boom die ik in gedachte heb: 'Word!'. Kijk, de vijgeboom staat nu al voor ons met geheel rijpe, heerlijke vruchten!
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Mijn allerliefste Chanchah, begrijp je nu Mijn uitleg? Deze vijgeboom schenk Ik je voor altijd, hij zal in eeuwigheid niet verdorren, maar steeds voor jou de rijkste en beste vruchten dragen!'
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Ik zeg: 'Niet zo luid, Mijn liefste broeder Martinus! Jij gaat steeds verder. Denk er aan, dat er nog anderen aanwezig zijn die nog niet zo ver zijn als jij bent. In het begin heb je wel goed gesproken, maar tegen het eind zou je al gauw te ver zijn gegaan en dat zou dit gezelschap voor geruime tijd hebben kunnen schaden. Beheers je daarom goed, wees slim als een slang, daarbij echter zachtmoedig als een duif. Neem maar steeds Borem als voorbeeld, die is hier heel goed op zijn plaats en neemt de hemelse wijsheid nauwkeurig in acht. Doe jij dat ook, dan zullen wij met deze gasten gemakkelijk verder komen!'
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] BISSCHOP MARTINUS: 'O, ik dank U voor deze goede raad, ik zal deze zeker nauwgezet opvolgen. Maar kijk nu eens naar Chanchah, zoals ze U nu met een oplettendheid bekijkt, op een manier die ik nog niet eerder heb gezien!'
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1281 - 1282 - 1283 - 1284 - 1285 - 1286 - 1287 - 1288 - 1289 - 1290 - 1291 - 1292 - 1293 - 1294 - 1295 - 1296 - 1297 - 1298 - 1299 - 1300 - 1301 - 1302 - 1303 - 1304 - 1305 - 1306  ...