Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1294 van 1490

...  1282 - 1283 - 1284 - 1285 - 1286 - 1287 - 1288 - 1289 - 1290 - 1291 - 1292 - 1293 - 1294 - 1295 - 1296 - 1297 - 1298 - 1299 - 1300 - 1301 - 1302 - 1303 - 1304 - 1305 - 1306 - 1307  ...
[12] IK zeg: 'Goed, dat is goed, laten we haar maar haar waarnemingen laten doen; deze brengen haar geest dichter bij Mij! Al gauw zal ze met allerlei vragen klaar staan, waarvoor we een hele tijd nodig zullen hebben om die te beantwoorden. Zie, haar mond beweegt al. Vraag jij daarom als heer des huizes eerst of ze met deze verklaring tevreden is; het andere komt dan vanzelf wel.'
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] BISSCHOP MARTINUS volgt meteen Mijn raad op en zegt tegen Chanchah, die nog steeds van verwondering sprakeloos is: 'Lieflijke Chanchah, zeg ons eens of je met deze uitleg tevreden bent en of je deze wel in alle opzichten goed en duidelijk hebt begrepen. Je moet je over dit wonder hier niet zo verbazen, want hier zijn dergelijke verschijnselen bepaald niets bijzonders. Mettertijd zul je daar steeds meer aan wennen.
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Als je mij niet zo sussend had toegesproken en mij in zekere zin geen andere mening zou hebben bijgebracht, dan zou ik je vriend en broeder die nu met mijn landgenoten spreekt, zo waar als ik leef voor de Lama Zelf hebben gehouden! Maar omdat, zoals jij hebt gezegd, dergelijke wonderen hier bepaald niets zeldzaams zijn, ben ik nu weer iets geruster en houd ik nog meer van deze broeder dan tevoren.'
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] MARTINUS zegt een beetje verlegen: 'O mijn allerliefste Chanchah, dat is een heel netelige vraag. Als ik je deze beantwoord, zou je het toch zeker niet begrijpen. Daarom zou het bijna beter zijn, als ik je het antwoord op deze vraag schuldig mag blijven, omdat het op dit moment noch mij noch jou van nut kan zijn!'
Hoofdstuk 99: Martinus in verlegenheid door Chanchah’s weetgierige vragen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] CHANCHAH zegt: 'O vriend, het onderhandelen over de prijs van koopwaar kan dan bij jullie wel gewoon zijn; maar ons Chinezen is zoiets vreemd. Alle waar die wij te koop aanbieden, heeft haar bepaalde, vastgestelde prijs. Wie deze aanbiedt, moet haar ook verkopen en daarvan de keizer de verkoopbelasting geven. Verkoopt de aanbieder de waren niet, dan is dat een bewijs, dat hij ze te hoog heeft geprijsd en wilde woekeren, waarvoor hij de vastgestelde straf dan ook niet zal ontgaan.
Hoofdstuk 99: Martinus in verlegenheid door Chanchah’s weetgierige vragen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] BISSCHOP MARTINUS is nu erg verlegen en weet niet wat hij moet doen. Want als hij haar het juiste antwoord geeft, dan moet hij Mij verraden vóór dat het de juiste tijd daartoe is. Als hij echter niet antwoordt, dan verklaart zij hem ten aanzien van alle gasten voor een leugenaar of voor een domkop en lafaard, wat hem ook niet aangenaam zou zijn, omdat hij zich daar heimelijk als heer des huizes een beetje te goed voor vindt. Hij gaat daarom naar Mij en vraagt Mij, wat hij nu in deze situatie moet doen.
Hoofdstuk 99: Martinus in verlegenheid door Chanchah’s weetgierige vragen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Ik heb je al eens gezegd, dat deze Chinezen ons nog veel te doen zullen geven, maar toen zag je dat nog niet in. Omdat jij nu echter door je gewichtigdoenerij het kritische moment voortijdig dichterbij hebt gebracht, vecht dan nu ook als een man. En zorg er voor, de kwestie met Chanchah weer in evenwicht te brengen, terwijl ik deze overige honderd Chinezen bewerk; als deze in orde zijn, dan zal Ik ook met Chanchah weer alles in orde brengen. - Ga nu en handel aldus!'
Hoofdstuk 100: Bisschop Martinus wordt door de Heer berispt - Hij krijgt wenken inzake zijn gedrag - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] MARTINUS krabt zich nu achter het oor en zegt na een poosje: 'O U mijn H…-, oha, daar zou ik me al weer hebben versproken! O, mijn broeder, als het U niets uitmaakt en ik mag doen naar mijn goeddunken - weliswaar onder Uw geheime invloed -, dan zal ik het met deze Chinese wel gauw en gemakkelijk klaarspelen!'
Hoofdstuk 100: Bisschop Martinus wordt door de Heer berispt - Hij krijgt wenken inzake zijn gedrag - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK zeg: 'Doe maar wat en hoe je wilt; maar met deze Chinese moet je het voor Mij in ieder geval weer in orde brengen.'
Hoofdstuk 100: Bisschop Martinus wordt door de Heer berispt - Hij krijgt wenken inzake zijn gedrag - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Deze Chanchah is weliswaar een zeldzaam rein schepsel, vol echt oriëntaals vuursprenkelende, naar amber ether geurende bekoorlijkheid. Maar nochtans is ze tóch Chinese in de volste zin van het woord. Wees daarom buitengewoon voorzichtig met ieder woord, anders wordt ze een onverdraaglijke luis in jouw kleed, en je zult het moeilijk krijgen om op een goede manier van haar af te komen.'
Hoofdstuk 100: Bisschop Martinus wordt door de Heer berispt - Hij krijgt wenken inzake zijn gedrag - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Bij deze woorden klopt CHANCHAH hem al op de schouder en zegt: 'Nu, dienaar van Lama? Hoe lang laat je die arme Chanchah wachten op een goed en duidelijk antwoord, waarnaar haar hart heviger verlangt dan haar ziel naar duizend levens!
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Het is waar, ik houd van je heerlijke broeder met een voor jou onbegrijpelijke gloed. Maar al deze gloed zal zich naar jou keren als je een ware vriend voor me wilt en kunt zijn. Op mijn woord kun je steviger bouwen dan op rotsen van diamant!'
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Martinus is door deze woorden helemaal verbijsterd. Hij ziet de onbegrijpelijk mooie Chinese als versteend aan en denkt en vraagt zich af, wat hij nu moet doen of zeggen. Na een heel lange poos zegt hij tegen haar:
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Bisschop Martinus ziet er nu spinnijdig uit en hij zou de Chinese graag eens flink de mond willen snoeren, zoals men wel pleegt te zeggen. Maar omdat hij zich hierdoor van de lastige beantwoording ontheven ziet, slikt hij al deze opmerkingen in en verwijdert zich heel bescheiden van zijn Chanchah, die hem echter toch niet uit het oog verliest.
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Ach, dat is toch te gek voor woorden. Bij deze Chinezen lijkt nog wel veel van de oud-aziatische poëzie te zijn overgebleven; maar dat is dan ook alles, wat ze aan geestelijke beschaving hebben. Voor de rest zijn ze, dat staat vast, het domste volk van de hele aarde. Kaffers, Hottentotten, Madagaskers, Australiërs en Nieuw-Zeelanders moeten vergeleken bij deze gladhoofden ware Plato's en Socratessen zijn!
Hoofdstuk 102: Borems goede aanwijzingen over het innerlijke contact met de Heer en over de behandeling van stoïcijnse naturen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1282 - 1283 - 1284 - 1285 - 1286 - 1287 - 1288 - 1289 - 1290 - 1291 - 1292 - 1293 - 1294 - 1295 - 1296 - 1297 - 1298 - 1299 - 1300 - 1301 - 1302 - 1303 - 1304 - 1305 - 1306 - 1307  ...