Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1295 van 1490

...  1283 - 1284 - 1285 - 1286 - 1287 - 1288 - 1289 - 1290 - 1291 - 1292 - 1293 - 1294 - 1295 - 1296 - 1297 - 1298 - 1299 - 1300 - 1301 - 1302 - 1303 - 1304 - 1305 - 1306 - 1307 - 1308  ...
[3] Stel je voor - wat denk je, lieve broeder, waarvoor deze lieftallige uit Peking mij houdt? Ach, het is echt belachelijk dwaas! Luister, voor niets meer of minder dan gewoon een echte ezel! Niet alleen maar figuurlijk, maar echt letterlijk in volle ernst voor een echte ezel. Geef toe broeder, dat is toch een beetje te gek!'
Hoofdstuk 102: Borems goede aanwijzingen over het innerlijke contact met de Heer en over de behandeling van stoïcijnse naturen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] BOREM zegt: 'Dat is inderdaad een beetje sterk uitgedrukt, een heer des huizes - en zelfs een hémelse heer des huizes voor een echte ezel te houden! Maar maak je daarom maar niet druk. Want alleen op deze manier kon je helemaal van haar verzoek aan jou afkomen. En dat heb je alleen aan de Heer te danken; Hij alleen heeft deze zaak zo laten lopen voor jouw bestwil en die van de arme Chanchah. Wees daarom maar rustig en slik alles geduldig, wat je ten deel viel; op de juiste tijd zal alles weer worden rechtgetrokken.
Hoofdstuk 102: Borems goede aanwijzingen over het innerlijke contact met de Heer en over de behandeling van stoïcijnse naturen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Weet je, lieve broeder Martinus, beeld je in de toekomst niets in vanwege je positie als huisheer, dan zul je honderd keer gemakkelijker vooruit komen en alles gemakkelijker verdragen. Ook met deze Chanchah zul je dan gemakkelijker verder komen.'
Hoofdstuk 102: Borems goede aanwijzingen over het innerlijke contact met de Heer en over de behandeling van stoïcijnse naturen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Door de domme belediging van deze Chinese ben ik nu weer helemaal in orde, d.w.z. ik heb haar domheid alles vergeven. Maar dat ik me wijsheidshalve in de toekomst bepaald niet te veel met haar zal inlaten, daar kun je absoluut zeker van zijn. Want omdat ik al een keer tot ezel werd verklaard, zal ik als zodanig niet voor de tweede keer optreden.'
Hoofdstuk 102: Borems goede aanwijzingen over het innerlijke contact met de Heer en over de behandeling van stoïcijnse naturen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Zoals deze Chinese plegen zich al die mensen hier te gedragen, in wier land op aarde dikwijls de meest krasse en talrijke geheimen met betrekking tot het hier zijds gemeengoed zijn. Dat is op zichzelf zeker een heel loffelijke eigenschap van deze mensen. Maar men moet met hen toch uiterst behoedzaam te werk gaan. Ze lijken op zeer uitgehongerde mensen op aarde die men ook niet meteen in het begin mag toestaan, dat ze zich vanwege hun honger vol eten, doch eerst geleidelijk aan, omdat hun gezondheid anders grote schade zou lijden.
Hoofdstuk 102: Borems goede aanwijzingen over het innerlijke contact met de Heer en over de behandeling van stoïcijnse naturen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Het is wel waar en prijzenswaardig, dat deze op aarde in grote onwetendheid gehouden mensen hier nu een mateloze honger en dorst hebben naar de uiteindelijke onthulling van hun talloze geheimen. Maar al deze geheimen, waardoor juist de fantasie en de poëtische gave van deze mensen in hoge mate gevoed werden, bevatten bij hen zulke beelden en ideeën, dat ze een innerlijke schepping zijn geworden en bijna hun hele wezen uitmaken.
Hoofdstuk 102: Borems goede aanwijzingen over het innerlijke contact met de Heer en over de behandeling van stoïcijnse naturen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Ik hoop dat je me nu hebt begrepen en wees nu maar op je hoede. Zeg en doe vooral met deze Chinezen niets, dan wat de Heer mij en jou zal aangeven, dan zal alles in goede orde verlopen. Ook moet je de Heer en ook mij in tegenwoordigheid van deze mensen niets hardop vragen, doch slechts in je hart. Het antwoord zal je dan wel in je hart worden gelegd net als bij mij. Ook ik vraag voortdurend de Heer wat er hier en daar te doen is. En de Heer geeft me dan ook onmiddellijk aan, wat ik moet doen en zonodig ook hardop moet zeggen.
Hoofdstuk 102: Borems goede aanwijzingen over het innerlijke contact met de Heer en over de behandeling van stoïcijnse naturen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Ja, broeder, nu gaat me een heel nieuw licht op. Ik zie nu werkelijkheid, waar ik vroeger nog wonderen meende te zien, kenmerkend voor deze wereld. Ik dank je, lieve broeder, en vooral voor altijd U, mijn God, Heer en Vader; ja nu zal het zeker goed gaan. Nu het zo met mij gesteld is, mogen er duizend Chinese vrouwen bij me komen en ik zal ze allemaal op de beste manier te woord staan!'
Hoofdstuk 103: De gezegende vrucht van de vernedering van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Houd je dus ook nog aan deze gedragsregel, liefste broeder, dan zal alles prima gaan. Bereid je nu echter voor; zie, zij, die je nu heel scherp heeft gade geslagen, is nu al bij je.'
Hoofdstuk 103: De gezegende vrucht van de vernedering van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Ik betreurde meteen mijn vergissing en wilde aan je voeten vallen. Maar toen ik zag, hoe jij met je broeder zeker iets belangrijks te bespreken had en ik je niet wilde storen, wachtte ik tot je uit je zelf bij deze broeder zou weggaan. Omdat nu het door mij vurig gewenste moment is aangebroken, doe ik wat ik allang had moeten doen: ik val aan je hemelse voeten en smeek je om een rechtvaardige straf en daarna om vergeving van al mijn schuld aan jou, heerlijke grootburger van alle hemelen!'
Hoofdstuk 104: Verzoening tussen de Chinese en Martinus - Over beledigen en vergeven in Chinese geest - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Zie, zo ziet het er bij ons uit. Daarom mag het jou ook niet te wonderlijk voorkomen, als je bij mij misschien nog zo veel zult ontdekken, wat met de zeden van jouw land niet in overeenstemming zal zijn. Want bij ons zijn de wetten heel oud en oneindig streng. Wee degene, die het zou wagen deze oeroude wetten ook maar in het minst milder uit te leggen, daar het nog helemaal ongewijzigd dezelfde wetten zouden zijn, die Lama Zelf aan het eerste mensenpaar vanuit de hemelen heeft gegeven.
Hoofdstuk 104: Verzoening tussen de Chinese en Martinus - Over beledigen en vergeven in Chinese geest - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Wat heeft een mens aan alle glans van de zon, als haar warmte hem ontbreekt? Waartoe dienen alle goud en edelstenen, als in hun bezitters een koud stenen hart klopt, waarin het vriest dat het kraakt? 0 vriend, je hebt mij nu iets heiligs gezegd. Ik begin al te merken, wat jouw mij boven alles dierbare vriend daarmee heeft willen aangeven, toen hij tegen mij zei: 'Jouw liefde tot mij zal je alles onthullen!' Ja, ja, deze liefde heeft mij nu al veel onthuld en mijn hart zegt het me, ze zal me nog veel meer onthullen!
Hoofdstuk 105: De hemelse wet van de liefde en het geluk, dat deze teweegbrengt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Ja, ik zeg je, als ik zo mijn hart vraag in alle liefdesgloed voor deze éne, dan zegt het mij: '0 Chanchah, voor mij is het de grote, heilige Lama! Wie anders zou zo hemels kunnen spreken, wie anders met één woord een vijgeboom met vol rijpe vruchten scheppen en hem dan aan de hem boven alles, alles, alles, liefhebbende Chanchah schenken als een levend teken van Zijn liefde? Wie anders ook zou zulke lieve, heerlijke ogen en zo' n meer dan hemels mooie mond hebben - dan alleen de geliefde Lama van mijn hart?
Hoofdstuk 105: De hemelse wet van de liefde en het geluk, dat deze teweegbrengt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Zie, lieve vriend, deze vragen zijn voor mij van bijzonder belang. Ik verlang even hevig naar een antwoord daarop als een zwerver in een hete zandwoestijn naar een verfrissende waterdronk, als hij door brandende dorst gekweld wordt. Daarom, als je in je hart liefde voor mij voelt, aarzel dan niet om mij trouwhartig te antwoorden op deze belangrijke vragen. Als je dat niet zult doen, dan zal Chanchah zich van je afwenden en je nooit meer ergens naar vragen!'
Hoofdstuk 106: Martinus in de knel door de verdere vragen van Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Bisschop Martinus trekt bij deze vragen al weer een verbouwereerd gezicht. Uiterlijk doet hij wel alsof hij er over nadenkt, hoe hij de bekoorlijke Chanchah zo beleefd mogelijk op haar vragen zou kunnen antwoorden. Innerlijk wacht hij echter angstig af, of Ik hem niet snel een of ander, natuurlijk meer dan voortreffelijk antwoord in zijn hart leg. Ik laat de goede Martinus echter ook deze keer om zeer wijze redenen een beetje spartelen, zoals jullie gewoonlijk zeggen.
Hoofdstuk 106: Martinus in de knel door de verdere vragen van Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1283 - 1284 - 1285 - 1286 - 1287 - 1288 - 1289 - 1290 - 1291 - 1292 - 1293 - 1294 - 1295 - 1296 - 1297 - 1298 - 1299 - 1300 - 1301 - 1302 - 1303 - 1304 - 1305 - 1306 - 1307 - 1308  ...