Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1297 van 1490

...  1285 - 1286 - 1287 - 1288 - 1289 - 1290 - 1291 - 1292 - 1293 - 1294 - 1295 - 1296 - 1297 - 1298 - 1299 - 1300 - 1301 - 1302 - 1303 - 1304 - 1305 - 1306 - 1307 - 1308 - 1309 - 1310  ...
[4] Ook de vele aardse ouders, vooral die van de dames van het H. Hart, verbazen zich over de plotselinge activiteit in deze zaal. Ze zijn een beetje bang, omdat ze niet kunnen vatten, waar dat uiteindelijk op uit zal draaien. Want zij kunnen door de grote menigte die nu rondom de tafel druk bezig is niet zien, hoe deze rijkelijk wordt voorzien van brood, wijn en vijgen.
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] En IK zeg: 'Het is allemaal goed. Ga nu ook naar buiten naar de omheining van de tuin en kijk of er nog iemand is, die nog aan deze maaltijd kan deelnemen. Gella (dame van het H. Hart) blijft echter intussen hier bij Mij en luistert naar wat Ik nu Mijn liefste Chanchah voor mooie dingen zal zeggen. Zo moge het gebeuren, Mijn broeders!'
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Beiden gaan meteen naar buiten en zijn heel erg verbaasd, als ze de tuin in de grootste, hemelse weelde aantreffen; deze is daarbij zo groot geworden, dat zij hun ogen bijna niet kunnen geloven, en Martinus die zich over alles erg verwondert, zegt:
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] (BISSCHOP MARTINUS:) 'O broeder, hier zullen we heel wat moeten rondlopen, voordat we langs alle omheiningen van deze reusachtige tuin zijn gegaan! Waarlijk, deze tuin moet nog uitgestrekter zijn dan het grootste koninkrijk op aarde! O Heer, o Heer, dat is oneindig, dat is onbegrijpelijk; ja zoiets kan echt alleen maar in de hemel voorkomen!
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Maar dat geeft niet; de wil van de Heer uitvoeren is immers altijd de grootste en zaligste vreugde en dus verheug ik mij ook op de reis door deze tuin. En we zullen ook bergen moeten beklimmen: daar zuidwaarts zie ik zelfs aanzienlijk hoge bergen. En, o sapristi, zie daar in 't westen en in 't noorden, dat zijn toch bergen, waarvan op aarde zelfs nog nooit iemand heeft kunnen dromen! Ah, ah, die toppen, die bijzonder mooie toppen. Broeder, is dat alles nog binnen de omheining van onze tuin?'
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] BOREM zegt: 'Absoluut, want de tuin vergroot zich immers zoals onze liefde tot de Heer en tot onze broeders en zusters. Maar weet je, broeder, in verhouding tot de hemelse uitgestrektheid van deze tuin van onze Heer, die Hij zo heerlijk voor ons heeft ingericht, is er ook nog een bijzonder soort van hemelse beweging, die drievoudig is: ten eerste een natuurlijke met de voeten zoals op de wereld. Ten tweede een zwevende, dat wil zeggen de ziels beweging, die de snelheid heeft van de wind. En tenslotte ten derde een plotselinge, dat wil zeggen geestelijke beweging, die is als een bliksemstraal en als een gedachtenvlucht.
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Deze derde soort van beweging wordt alleen in uiterste noodgevallen gebruikt. Daarom zullen wij er hier ook geen gebruik van maken, wel echter van de beweging van de tweede soort, waarmee wij hier wel kunnen volstaan. Het middel om tot deze beweging te komen is onze vaste wil. Daarom mogen wij alleen maar willen in naam van de Heer en dan zullen wij meteen helemaal vrij zweven in deze hemelse lucht. Waar we heen willen gaan, daar zullen we ook met de snelheid van de wind komen. - Wil dus nu en het zal gebeuren!'
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Zie, evenals jij jouw bloemen plantte, plantte ook de grote, goede Lama in de eindeloze tuin van Zijn liefde twee mensen: de éne in het oosten voor Zijn hart - en later ook de andere in het westen voor Zijn wijsheid. De eerste voedde Hij met al Zijn goddelijkheid, opdat hij zo heerlijk zou worden als Lama Zelf en Lama aan hem het grootste welgevallen zou hebben. Maar zie, deze eerste werd daardoor overmoedig, wilde niet gedijen, doch keerde zich van Lama af en veracht Hem tot nu toe mateloos - alhoewel Lama hem nog steeds graag met open armen en hart zou willen opnemen!
Hoofdstuk 111: Gelijkenis van de Heer: twee menselijke planten in de tuin van Gods liefde - De menswording van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Daar deze eerste mens zich dus niet zo goed wilde ontwikkelen, plantte de grote Lama spoedig daarop de tweede in het westen, d.w.z. op de wereld en verzorgde deze niet minder. Maar ook deze verkommerde uit eigen wil. Toen had Lama er spijt van dat Hij de mens had geschapen; daarom wilde Hij een dergelijk werk ook weer vernietigen, zoals een pottenbakker een stuk aardewerk, dat hem niet wil lukken.
Hoofdstuk 111: Gelijkenis van de Heer: twee menselijke planten in de tuin van Gods liefde - De menswording van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Lama vroeg toen echter Zijn liefde en deze nam het op voor de mislukten; Hij werd Zelf mens om voor de mensen een goed voorbeeld te zijn.
Hoofdstuk 111: Gelijkenis van de Heer: twee menselijke planten in de tuin van Gods liefde - De menswording van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Zie, zo groot is Zijn liefde tot deze mensen, dat Hij nog duizend maal voor ze zou sterven, als dat mogelijk en heilzaam zou zijn! En toch willen ze van Hem niet meer houden dan van de onbeduidende wereld, maar vergeten Hem liever helemaal om de wereld des te gewetenlozer te kunnen aanhangen.
Hoofdstuk 111: Gelijkenis van de Heer: twee menselijke planten in de tuin van Gods liefde - De menswording van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] CHANCHAH zegt: 'O vriend, m'n lief, dat zijn wel echt slechte planten van Lama en ze verdienen eigenlijk een hele grote straf. Maar als Lama zo buitengewoon goed is, zou Hij deze planten dan wel kunnen afmaaien en aan het vuur prijsgeven, zoals Hij tegenover de aartsvaders had gedreigd? Ik denk dat de oneindigheid, zoals ik deze begin te leren kennen, toch groot genoeg is om dergelijk onkruid als zodanig op te slaan. Maar als ik in de plaats van Lama was, zou ik niets verderven wat eenmaal leven heeft! - Denk jij er ook niet zo over, mijn allerliefste vriend?'
Hoofdstuk 111: Gelijkenis van de Heer: twee menselijke planten in de tuin van Gods liefde - De menswording van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Na een tijdje gaat de deur van de zaal open. Martinus zowel als Borem hebben elk een sterke ketting in hun hand en trekken een aan deze twee kettingen stevig vastgemaakt monster naar binnen, dat er zo afschuwelijk uitziet, dat het elke beschrijving tart. Een aantal kleinere monsters volgen hem, die qua gruwelijkheid niet voor het grote onder doen.
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Als Chanchah en Gella deze afschuwelijk uitziende gasten zien, deinzen ze, overvallen door grote angst, ijlings terug. Chanchah schreeuwt verstijfd van schrik:
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Wees dus niet bang, maar ga met Mij de beide mannen tegemoet en hoor daar, hoe deze beesten bij Mijn nadering ontzettend zullen beginnen te brullen. Let op, hoe verschrikkelijk ze zich zullen draaien en kronkelen. Maar dat alles moet jullie niet afschrikken! Want Ik alleen ben machtig genoeg om talloze dergelijke monsters met één blik volledig te vernietigen, zoals Ik eerder deze vijgenboom hier in een oogwenk heb laten ontstaan. - Volg Mij daarom maar moedig! Aan Mijn zijde zijn jullie voor altijd veilig, want geen macht kan Mij weerstaan!'
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1285 - 1286 - 1287 - 1288 - 1289 - 1290 - 1291 - 1292 - 1293 - 1294 - 1295 - 1296 - 1297 - 1298 - 1299 - 1300 - 1301 - 1302 - 1303 - 1304 - 1305 - 1306 - 1307 - 1308 - 1309 - 1310  ...