Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 131 van 373

...  119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144  ...
[9] Ik zei: 'Luister! Mijn rijk, dat Ik nu weer opnieuw vestig onder de mensen op deze aarde, is geen aards rijk zoals dat van een koning, die jij "hebt gediend en waarvan er nog legio zijn op de hele aarde, maar Mijn rijk is een geestelijk rijk en is niet met allerlei pracht en praal zichtbaar voor de ogen van het lichaam; want het bestaat inwendig in de mens en de sterke burcht, die eeuwig nooit door een macht overwonnen kan worden, is het gelovige, liefdevolle hart dat vol vertrouwen is en zonder hoogmoed, zonder afgunst of jaloezie, zonder leugen en bedrog, maar in plaats daarvan vol deemoed, zachtmoedigheid, geduld en barmhartigheid; daarin zal Ik, de ene en enig ware Heer en Koning van alle bestaan en leven, Mijn intrek nemen bij ieder mens wiens hart en gemoed die genoemde eigenschappen zal bezitten.
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Ik zei tegen hen: 'Jullie doen er goed aan dat jullie Mij daarvoor bedanken; maar dank Mij in het vervolg alleen in jullie hart zonder uiterlijke gebaren, en leef en handel steeds volgens Mijn leer, dan zal dat Mij aangenamer zijn dan het diepe buigen, opheffen van de handen en die vele luide woorden! -Hebben jullie dat allemaal goed begrepen?'
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Vriend, je hebt nu heel goed gesproken en Mijn hart heeft zich verkwikt aan de bedoeling van jouw woorden! Het is dus ook juist als de mens die om iets bidt en dankt, zich daarbij zo gedraagt als jij nu uiteengezet hebt; maar dan zou de mens ook steeds volkomen in jouw gezindheid moeten blijven, en alleen aan het innerlijk de ware waarde van het leven toekennen en het uiterlijke alleen in zekere zin als een last met zich meeslepen en het ondergeschikt maken aan zijn innerlijke kracht; het op die manier bidden, danken en vereren zou, zoals gezegd, heel juist en goed en Mij welgevallig zijn.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] En kijk, dat ontstaat allemaal zo geleidelijk aan uit de uiterlijke gebaren bij het vragen, danken en bidden, die aanvankelijk natuurlijk heel onschuldig en zelfs zedelijk passend lijken te zijn; en dan moet God uiteindelijk door de mond van nieuw opgewekte profeten weer tot de mensen roepen en schreeuwen: 'Kijk, dit volk eert Mij met de lippen en met ijdele en loze wereldse ceremoniën -maar hun hart is verre van Mij!'
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Daarop zei de commandant nog tegen de overste, en zodoende ook tegen alle aanwezigen: 'Luister, voordat we ons aan een volledige lichamelijke rust overgeven - hier en overal waar we ons ook bevinden is het gewoonte dat wij in ons hart onze oprechte dank uitspreken aan Hem, die wij als de Heer en Meester hebben herkend, voor de meer dan grote genade en ontferming die Hij ons hier in plaats van een terechte straf in rijkelijke mate heeft geschonken. Laten we dus zeggen: O Heer en Meester, die vervuld bent van de volheid der goddelijke liefde, wijsheid, kracht en macht! Wij danken U voor Uw grote goedgunstigheid en genade, die U ons grote zondaars hier in plaats van de verdiende straf hebt geschonken, en wij vragen U voor de hele verdere toekomst of U ons met Uw genade, liefde en erbarmen niet wilt verlaten; want van nu af aan willen ook wij helemaal aan U toebehoren! 0, beste, grote Heer en Meester, aan wie alle geesten, krachten en elementen gehoorzamen, neem ook ons op als onderdanen van het rijk dat U nu voor eeuwig op deze aarde onder de blinde mensen vestigt, en laat in het vervolg ook geen al te grote verzoekingen over ons komen, maar sterk ons met Uw genade en erbarmen! U alleen zij al onze liefde, eer en alle lof! Dat alles wat bestaat, leeft en ademt U prijze! Uw naam zij geheiligd in ons!'
Hoofdstuk 206: Het overleg van de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De Romein, die ook al aanwezig was, zei tegen Mij: 'Heer en Meester! Zo'n ochtend in zo'n prachtige omgeving verkwikt en versterkt het hart en gemoed van de mens buitengewoon -maar daarbij moet ik de aanmerking maken dat de ochtend, die juist de mooiste en aangenaamste tijd van de dag is, steeds het kortste duurt; want zodra de lieve zon boven de horizon is gekomen, begint ook de dag met zijn steeds toenemende saaie eentonigheid al, en die duurt dan met weinig afwisseling voort tot de avond. O, als er op aarde toch eens een land zou zijn, waar de ochtend als het ware eeuwig zou voortbestaan, dan zou ik daar willen leven en mij voortdurend over het leven verheugen! Deze kortdurende ochtenden van ons hebben mijn gemoed al heel vaak met een soort weemoed in plaats van met vreugde vervuld. O Heer en Meester, bestaat er nergens op deze aarde een land, waar de ochtend tenminste langer duurt dan hier bij ons?'
Hoofdstuk 207: De mooie ochtend aan het meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] De visser zei: 'Het is meer dan waar dat een mens die echt gelooft, zoals wij, dat U - hoewel U voor ons een zichtbaar mens bent en een vleselijk lichaam hebt -toch met Gods eeuwige geest geheel en al één wezen en een en dezelfde persoonlijkheid bent, alleen in de innerlijke stilte van zijn gemoed en hart tot U kan bidden en U kan danken zonder uiterlijke gebaren; U zult dan zijn bede zeker horen en ook verhoren en Uw welbehagen hebben aan die stille, maar geestelijk levende, ware dank. Maar kijk, wij mensen zijn al van kind af aan gewend om onze beden en dankzeggingen vergezeld te doen gaan van uiterlijke gebaren om voor de mensen, aan wie wij iets vragen of die wij voor een ontvangen weldaad bedanken, overeenkomstig de vanouds gebruikelijke gewoonte ook uiterlijk zichtbaar te maken wat wij levend en waarachtig in onszelf voelen.
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] En waar leidt dat tenslotte toe? Kijk, de mensen verwijderen zich steeds meer van God, in plaats van Hem in hun hart, in de liefde en in het ware, levende geloof en vertrouwen steeds meer te naderen! De vertrouwelijke, ware en zuivere liefde wordt veranderd in een spookachtige vrees en het levende geloof in de waarheid in een duister heidens bijgeloof, waarbij .het een trage en tot ieder bedrog in staat zijn de priesterkaste in aards opzicht heel goed gaat. Daarbij versmachten de zogenaamde gewone mensen vaak radeloos in allerlei geestelijke nood en vertwijfeling, duisternis, armoede en blindheid, waarbij dikwijls ook hun lichaam niet meer de voeding kan verschaffen die het nodig heeft; want de zogenaamd als enigen door God geroepen priesters, die zich als vliegen vermeerderen en traag en werkschuw zijn, terwijl ze het arme volk allerlei beloften doen over hemelse vreugden aan gene zijde en nog vaker gruwelijk bedreigen met eeuwige helse straffenkwellingen en pijnen, en zo werkelijk alles voor hun mond wegroven en daarmee hun buik vetmesten, zoals je dat nu zowel bij de Farizeeën alsook bij alle heidense priesters kunt zien.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als iemand dus een verzoek heeft, namelijk of God, de enig ware Schepper en Vader van alle mensen en engelen, hem bij het een of ander wil helpen, dan moet hij met zijn verzoek niet naar een tempel of een synagoge en ook niet naar een priester gaan, maar zich afzonderen in een kamertje -en met name dat heel stille kamertje van zijn hart -en daar tot God bidden en Hem, de meest liefdevolle Vader, om de juiste hulp vragen. Dan zal de Vader, die alles zelfs in het diepst verborgene hoort en ziet, aan degene die alleen op die manier op de juiste manier en in de geest der waarheid levend bidt, altijd graag geven waar hij met recht om heeft gevraagd, daar kunnen jullie allemaal volledig van verzekerd zijn. Maar op een gebed, dat openlijk en in het bijzijn van de mensen ten toon wordt gespreid, waarbij het hart dikwijls heel weinig voelt, zal de Vader in de hemel nooit Zijn almachtige 'amen' uitspreken.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Als jullie tot God bidden en in je hart zeggen: 'Vader in de hemel, leid ons niet in verzoeking!', zeg, denk en wens dan dat Hij jullie niet ruim voorziet van veel aardse goederen en schatten, maar vraag Hem alleen om het dagelijkse brood, dan zal Hij het jullie niet onthouden, aangezien Hij het beste weet wat jullie nodig hebben.
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar Ik richtte onmiddellijk heel vriendelijk de volgende woorden tot hen: 'Kinderen en nu vrienden, sta snel op van de grond; want Ik ben geen afgod en verlang geen uiterlijke verering door gebaren! Ik heb in jullie hart gezien dat dat Mij nu heel welgevallig is en meer heb Ik niet nodig.'
Hoofdstuk 213: De Heer bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Als jullie dit hebben begrepen, vat in je hart dan ook het onbuigzame voornemen op om volgens deze woorden van Mij werkzaam te worden en te blijven!'
Hoofdstuk 213: De Heer bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] En nu nog iets! Er zijn arme en zieke mensen uit Joppe ter wille van hun genezing hierheen gekomen en ook volkomen genezen; neem ze mee op jullie schip dat nu helemaal in orde is, nadat het ochtendmaal gegeten is, en breng ze naar Tiberias; van daaruit zullen ze dan op weg gaan naar hun huis! Van deze mensen uit Joppe zullen jullie veel over Mij horen wat jullie. hier niet te weten konden komen; dat zal jullie hart, jullie geloof en jullie liefde voor Mij grote kracht geven.
Hoofdstuk 214: De gasten vertrekken naar hun eigen woonplaatsen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Na deze woorden van Mij bedankten de soldaten van Herodes Mij werkelijk uit het diepst van hun hart, vroegen Mij of Ik hen nooit meer met Mijn genade en liefde wilde verlaten en begaven zich toen onmiddellijk naar hun slaaphut.
Hoofdstuk 214: De gasten vertrekken naar hun eigen woonplaatsen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Wat ze nu deden was heel juist in Mijn ogen, en jullie moeten je door hun slechts schijnbare onverschilligheid ten opzichte van ons niet van de wijs laten brengen, omdat ze in hun hart met des te meer eerbied afscheid van ons hebben genomen en ons niet lastig gevallen zijn.'
Hoofdstuk 214: De gasten vertrekken naar hun eigen woonplaatsen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144  ...