Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 131 van 1037

...  119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144  ...
[12] Nu moeten we Marcus zeggen, dat hij zijn beide zoons naar de schepen moet sturen, want de verwachte gasten zullen zeer uitgeput en hongerig en dorstig aankomen, evenals hun dienaars en de arme vermoeide schippers. "
Hoofdstuk 164: Koningen en dienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Daarop wenkte Ik Marcus en hij begreep Mijn wenk, liet de beide zoons met volle kracht zee kiezen en zelf ging hij zo vlug mogelijk naar huis en zette iedereen behoorlijk aan het werk.
Hoofdstuk 164: Koningen en dienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] OURAN haast zich naar Mij toe en vraagt Mij heel deemoedig: "Heer, wat mogen die schepen wel brengen? Zijn dat soms de verwachte zeer hoge gasten?"
Hoofdstuk 164: Koningen en dienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Met deze woorden verliet OURAN meteen weer zijn tent, ging naar Mij toe en zei: "Heer, zoëven heb ik tegenover U met mijn ingebeelde vraag een grote misstap begaan! Vergeef mij deze, want ik deed het niet met opzet, maar het kwam - ronduit gezegd - door mijn ingeroeste domheid, hetgeen U, o Heer, zeker overduidelijk zult hebben bemerkt!"
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Wie echter zijn fout wel inziet, maar er mee doorgaat, wordt het niet vergeven ook al kwam hij honderd maal naar Mij toe!
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] MATHAËL zegt: "Ik echter wel! Hoe zou ik het in mijn hoofd durven halen om de allerhoogste, almachtige Heer te vragen, welke 'hoge' gasten ergens vandaan zouden komen?! Wat zijn wij mensen en Wie is Hij?! Hij verbeeldt Zich tegenover ons helemaal niets, is vol liefde en deemoed en dan zouden wij tegen Hem over 'hoge' gasten gaan praten?! Dat, overigens zeer geliefde schoonvader, zat er wel wat erg ver naast en de Heer kon u op die vraag onmogelijk een ander antwoord geven. Als u het mij gevraagd zou hebben, weet ik echt niet, of mijn antwoord daarop niet nog iets ongenuanceerder en harder uitgevallen zou zijn! Maar de Heer, die de zachtmoedigste is, laakt onbewogen een fout slechts daarom, om ons te laten erkennen dat wij fout waren. Ga naar Hem toe en beken het, dan zult u meteen iets anders van Hem horen!"
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Na deze woorden maakte Ouran weer de bij zijn volk gebruikelijke, diepe buiging en ging snel naar de zijnen. En Mathaël vroeg hem hoe Ik het had opgenomen.
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Dan haasten allen zich naar de beneden liggende landingsplaats.
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Maar nu kom ik naar U, U mijn alles, mijn grootste Vriend, mijn heiligste, eeuwige Meester! 0, mijn beste vriend Jezus! Kijk, hier helpt al Uw almacht niets tegen mijn overgrote liefde voor U! U moet Zich nu dubbel en dwars door mij laten omarmen! In gedachten heb ik dat iedere dag wel meermalen gedaan, maar thans doe ik het ook een keer in de tastbare werkelijkheid!"
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Maar nadat ik in Kapérnaum en Faustus in Nazareth de goede orde en rust hadden hersteld, kwam Faustus spoedig buiten adem naar mij toe in Kapérnaum, want hij ontdekte vanuit Nazareth in deze richting een sterke rode vuurgloed en dacht dat er in Kapérnaum wat uit de hand gelopen kon zijn. Maar toen hij in Kapérnaum aankwam, trof hij alles rustig aan. Toch kwam hij naar mij toe en vertelde van de sterke, rode vuurgloed. Ik ging met hem en een groot aantal bedienden de hoogste heuvel in de buurt van Kapérnaum op. Daarvandaan zagen wij wel de rode gloed steeds beter en sterker, maar geen van ons was in staat, vast te stellen welke plaats door het ongeluk was getroffen. Pas vanmorgen vroeg, toen de zon maakte dat wij de richting beter konden bepalen en ik, hoewel veraf, aan de hand van de dikke rook vaststelde dat die afkomstig zou kunnen zijn uit de omgeving van Caesarea Philippi, besloot ik met Faustus PER MARE (over zee) hierheen te varen en te onderzoeken wat hier ten prooi was gevallen aan de vlammen.
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] CORNELIUS kwam naar Mij toe en Ik omarmde hem. Dat maakte dat hij hard begon te huilen en te snikken en velen dachten, dat hij wat mankeerde omdat hij zo huilde. Maar hij vermande zich en zei: Kalm maar! Mij mankeert niets, het overweldigt mij nu alleen en de vreugde veroorzaakt deze tranen."
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Dan komt KISJONAH naar Mij toe en vraagt mij,heel treurig: "Heer, denkt U ook nog aan mij en bent u met boos op mij?
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] IK zeg tegen Kisjonah: "Je zult er nog vele horen! Maar kijk n,u eens naar die vijftig Farizeeën, dan zul je er een aantal herkennen die aanwezig waren bij die belangrijke gebeurtenis die zich bij jou afspeelde!"
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[25] Kijk eens naar deze vijftig. Dat is de vangst van vandaag en er zijn geen zieke bij! Verderop zie je nog een groep van dertig, allen kerngezond -de vangst van gisteren! Dan zie je er daar aan een tafel twaalf, ook helemaal gezond,..ook een vangst van gisteren! Daar bij de tenten zie je er nog eens vijf van zeer goede kwaliteit, ook van gisteren! -Zeg Mij, of dat geen goed werk is!"
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[40] Daarom vond Ik het ook fijn, om nu bij deze voorheen zeer arme familie Mijn huidige intrek te nemen. Zojuist kunnen jullie zien, dat die acht mensen voor honderden een middageten hebben klaargemaakt dat jullie allen heel goed zal smaken. Kijk, de oude waard komt al naar ons toe om ons aan te kondigen dat het middagmaal gereed is!"
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144  ...