Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 131 van 728

...  119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144  ...
[4] Want de Heer wil juist dat de mens helemaal een zelfstandig hemelburger wordt volgens de eeuwig onveranderlijke ordening van God. Wie dat bereikt heeft, heeft dan echter ook alles bereikt. - Heb jij, lieve Jarah, dit alles nu helemaal goed begrepen? Ben je nu zo'n beetje op de hoogte met de zuivere toon die ik je heb voorgezongen?"
Hoofdstuk 24: De verzorging van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Daarop zegt EBAHL: "Beste vriend, heb nog enig geduld. Je zult hem nog welleren kennen! Tot je geruststelling kan ik echter wel zoveel zeggen -omdat je geen gerechtsdienaar of achtervolgermeer bent -dat hij zich bij ons bevindt en werkelijk hier is, anders zouden al die Romeinse hoge heren hier echt niet zijn!"
Hoofdstuk 25: Zinka vraagt verder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Maar Risa en Zinka vallen voor Mij neer en ZINKA roept: "U bent degene waarover Johannes sprak! U bent echter geen profeet, maar U bent Jehova Zelf!"
Hoofdstuk 26: De opwekking van de twee verdronken meisjes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] En Schabbi ging en binnen enkele ogenblikken was hij terug met twee kostelijke, helder witte, zijden hemden en met twee hemelsblauwe, kostelijke Kaschmir overkleden en daarbij twee paar van de duurste feestsandalen met lange, met zijde gevoerde banden. Ook twee diadeem-vormige kammen en gouden voorhoofdsspangen, versierd met kostbare edelstenen, werden aan de beide nieuw opgewekten overhandigd. Zij wilden echter de sieraden, die hun te kostbaar toeschenen, niet aanvaarden
Hoofdstuk 27: De levensgeschiedenis van de beide meisjes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] IK zei echter: " Als Ik het wil, kun je aannemen wat jullie gegeven wordt, want het past bruiden om prachtig getooid te zijn!"
Hoofdstuk 27: De levensgeschiedenis van de beide meisjes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De verkoper moet daarbij papieren aan de koopman gegeven hebben waarop onze namen en die van onze oorspronkelijke ouders vermeld zouden staan! Onze echte ouders moeten Romeinen van zeer hoge afkomst zijn, maar wat daarvan waar is, weten wij niet. Met de reis waarop wij zijn verongelukt, hadden wij echter ook het geheime doel om bij een in een andere plaats wonend familielid van onze schijn ouders de volle waarheid te horen, of wij echte of werkelijk slechts gekochte dochters van onze ouders zijn.
Hoofdstuk 27: De levensgeschiedenis van de beide meisjes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] CYRENIUS zegt: "Even geduld, beste kinderen en dochters! - Jij heet Gamiëla, en hoe heet je jongere zuster dan?"
Hoofdstuk 28: Cyrenius herkent zijn dochters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] De JONGERE zegt: "Ik heet Ida, want zo noemde men mij steeds."
Hoofdstuk 28: Cyrenius herkent zijn dochters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ik zond direkt in alle richtingen verkenners uit om naar de verdwenen meisjes te zoeken en navraag naar hen te doen, en een moedig hoofdman zei: "'Zelfs als Pluto ze geroofd mocht hebben, breng ik hen bij u terug! Als zij echter door de zee of een vraatzuchtig roofdier zijn verzwolgen, zal alle moeite vergeefs zijn! ' Hij ging en sloofde zich drie jaar tevergeefs af.
Hoofdstuk 28: Cyrenius herkent zijn dochters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] IK zeg: "Dat heb je al gedaan doordat je allen die hier werden verzameld, hebt opgenomen en hebt gezorgd voor hun huisvesting en voor een toekomstige, betere bestemming dan zij tot op heden hadden! Kortom, - jij, Mijn beste vriend Cyrenius, hebt al zoveel voor Mij gedaan, dat Ik jou op deze aarde met onbeloond kan laten! Eens in Mijn rijk in de hemel zul je daarvoor echter nog een groter loon krijgen!
Hoofdstuk 28: Cyrenius herkent zijn dochters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Bezorg mij echter op Romeins gebied het een of andere kleine stukje grond, dan zal Ik dat door de vlijt van mijn handen bewerken en daar met mijn medewerkers van leven! Laat mij echter niet meer naar Jeruzalem gaan en niet meer in het Joodse land blijven! Want met Herodes en met de tempel wil ik niets meer te doen hebben!"
Hoofdstuk 29: De bescheiden Zinka. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Thans is mijn liefde voor Ida nog lang geen hartstocht en ik zou nog met gemak van dit toekomstige geluk kunnen afzien. Als ik echter later vuriger lief zal hebben en het geluk mij dan toch niet ten deel zou vallen, zou mij dat buitengewoon veel hartzeer geven, waar ik mij heel moeilijk overheen zou kunnen zetten. Daarom zou ik willen dat de Heer en Cyrenius mij alle hoop op zo'n geluk zouden ontnemen!
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] RAPHAËL zegt: "Ongetwijfeld, maar laat je ook nog gezegd zijn dat het beter is veel en goed te doen, dan veel en goed te spreken! Als de mensen je veel goede dingen zien doen, zullen velen het je ook nadoen. Maar als zij je veel en goed horen spreken, zullen zij je dat ook na willen doen. Omdat echter velen de ware wijsheid niet hebben om werkelijk goed te kunnen spreken, zullen zij zeker onzin uitkramen en daardoor veel zwakke harten schaden en ook zichzelf, omdat zij daardoor hoogmoedig en ingebeeld worden. Door onnodige lust tot spreken worden mettertijd allerlei valse leren verspreid en wordt de arme mensheid verblind en in diepe duisternis gedompeld, zodat het later moeilijk is hen weer te verlichten. Maar door veel goeds te doen, krijgt de mensheid edele en open harten. Een edel en open hart is zonder meer de beste kweekplaats voor de ware wijsheid en zal ook daar goed en juist weten te spreken waar dat nodig zal zijn.
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Zij die eens spreken en prediken moeten, zal de Heer daarvoor Zelf wel uitkiezen. Degenen die Hij echter niet Zelf zal uitverkiezen om te spreken en te leren, zijn door Hem alleen bestemd voor de toepassing van Zijn woord en Zijn leer, en die moeten daarom altijd slechts dat doen waartoe zij door de Heer zonder meer bestemd zijn. Dan zullen zij zich altijd kunnen verheugen in het welgevallen van God en in de een of andere bijzondere genade. Zeg dat ook tegen je vrienden en ambtsbroeders, want ook onder hen zijn er die er zich nog veel op laten voorstaan dat ze ordelijk en vlot kunnen spreken! Ook zij zijn door de Heer niet voor het spreken, maar alleen voor het doen bestemd.
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] De Heer laat je nu aards gelukkig worden, opdat je eens heel veel goeds kunt doen. Zou de Heer je echter geroepen hebben om redenaar of leraar te worden, dan zou Hij tegen je zeggen: 'Kom en volg Mij waarheen Ik ga en leer alle wijsheid van het rijk van God kennen! ' Want kijk, voor het spreken en leren wordt meer verlangd dan voor het doen, en toch is het doen de hoofdzaak -en zijn woord en leer slechts de wegwijzer daarheen!
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144  ...