Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1303 van 1490

...  1291 - 1292 - 1293 - 1294 - 1295 - 1296 - 1297 - 1298 - 1299 - 1300 - 1301 - 1302 - 1303 - 1304 - 1305 - 1306 - 1307 - 1308 - 1309 - 1310 - 1311 - 1312 - 1313 - 1314 - 1315 - 1316  ...
[8] Deze gasten schelden ons alleen maar uit, omdat ze wel weten, dat ze ons verder in eeuwigheid niet kunnen deren. Ook weten ze hoeveel geduld en lankmoedigheid er in God huist. Zouden wij ze dan verderven, omdat wij daartoe de macht hebben, of hen tenminste voor eeuwig in de steek laten? Zou dat wel zo wijs zijn? Zou dat overeenstemmen met de orde van God die niets wil vernietigen, maar slechts voor eeuwig wil behouden, ja zelfs moet behouden, omdat zelfs de Godheid zou lijden, als ook maar het kleinste dat uit haar is voortgekomen, zou kunnen worden vernietigd!
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Dat ze volkomen machteloos zijn, kunnen jullie gemakkelijk zien aan het feit, dat ze zich nog geen millimeter boven het bad uit kunnen bewegen. Wat voor eer zou er dan voor ons te behalen zijn, als wij ons nu op hen zouden wreken, omdat wij machtig, zij echter totaal machteloos zijn? Ik denk dat deze roem zou lijken op die van een leeuw die zich tot muggenvanger zou verlagen.
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Ik raad jullie allemaal aan, om voortaan altijd naar Mij te kijken en daarbij op te letten wat Ik doe, dan zullen jullie voortaan geen ergernis en geen lust tot oordelen meer in jullie hart bespeuren. Mij gaat dit alles het meeste aan en toch ben Ik rustig. Wees daarom des te meer rustig, daar al deze scheldpartijen jullie niet in het minst betreffen!
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Deze badenden bevinden zich nu allemaal in een heftig overgangsproces en moeten daarbij menige pijn lijden, die hun tongen ook aanzet tot dergelijke scheldpartijen. Zullen ze over een poosje dichterbij een nieuwe vaste orde zijn gekomen, dan zullen ook hun pijnen een stuk verminderen. Hun tongen zullen dan helemaal ophouden met schelden en zullen verheffende woorden van berouw beginnen te vormen, die een brug naar de liefde en naar het leven zijn.
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Opdat jullie je echter niet langer ergeren aan dit loze gescheld, gaan jullie nu met Mij mee naar die deur, waar Borem, Martinus en Chorel nu al staan met de vele vrouwen. Deze deur die nu voor jullie ogen nog gesloten is, zal Ik opendoen. Jullie zullen daar ruim gelegenheid krijgen in heel je wezen tot in de laatste vezel van jullie nogal hoogmoedige hart deemoedigheid te betrachten, wat jullie allemaal vooral nodig hebben. Volg Mij daarom nu; zo zij het!'
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Het hele grote gezelschap volgt Mij nu naar de aangewezen deur, waar bisschop Martinus en Chorel met de vrouwen wachten tot Ik kom en de deur van het Licht voor hen openmaak. Er zijn bij elkaar nu al zo'n drieduizend in getal, zodat het daar een heel gedrang wordt. Maar omdat deze deur nu heel breed is, hebben de verschillende gasten toch nog genoeg plaats en kunnen ongehinderd de bodem van de zon bereiken en daar de wonderen van de Liefde zien, namelijk de wonderen van het Licht.
Hoofdstuk 127: Bij de gesloten zonnedeur - De verhouding van licht tot werkzaamheid - Gedragswenken voor de sfeer van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Want als iemand in zijn huis gedurende de nacht een licht wil aansteken, moet hij toch eerst de nodige voorzieningen treffen, waardoor hij licht kan doen ontstaan. Moet hij dan niet een met olie gevulde lamp gereed hebben en een goede betrouwbare vuuraansteker? Wat moet hij met de vuuraansteker doen en hoelang zal hij werk hebben, tot hij daaruit het gewenste licht tot stand zal brengen? Er zal toch een tijdje voorbij gaan vóór het licht is. En een paar handelingen zullen er aan vooraf moeten gaan en het doel van al deze voorafgaande handelingen zal tenslotte het licht zijn. Als het licht eenmaal is ontstoken, dan kan pas tot een ander vruchtbaar handelen in het licht worden overgegaan; daarvóór kan daarvan echter redelijkerwijs geen sprake zijn!
Hoofdstuk 127: Bij de gesloten zonnedeur - De verhouding van licht tot werkzaamheid - Gedragswenken voor de sfeer van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Als je dat overdenkt, zul je gemakkelijk inzien, waarom hier in dit huis alle andere deuren geopend zijn en alleen deze zonnedeur tot nu toe voor deze gasten gesloten was.
Hoofdstuk 127: Bij de gesloten zonnedeur - De verhouding van licht tot werkzaamheid - Gedragswenken voor de sfeer van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Ik zie wel dat je Mij nu weer iets zou willen vragen en zeggen: Ja, als dat zo is, waarom heeft die deur voor jou dan al een paar keer open gestaan? En waarom is ze, toen jij ze voor de eerste en tweede keer betrad, niet de laatste deur geweest? Doch Ik zeg je: ten eerste behoor jij niet meer tot deze gasten die zich eerst op de wedergeboorte zullen moeten voorbereiden. Ten tweede, wat de andere deuren betreft die jij na de zonnedeur betrad, zo zal toch ook iedere geest zich na zijn wedergeboorte tot een of andere werkzaamheid in het licht of in helder inzicht en heldere kennis willen bekwamen?
Hoofdstuk 127: Bij de gesloten zonnedeur - De verhouding van licht tot werkzaamheid - Gedragswenken voor de sfeer van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] IK zeg: 'Zo, zo, Mijn lieve broeder Martinus; deze woorden bevallen Mij al veel beter dan je eerdere vragen.
Hoofdstuk 127: Bij de gesloten zonnedeur - De verhouding van licht tot werkzaamheid - Gedragswenken voor de sfeer van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] MARTINUS zegt: 'O Heer, heilige Vader, dat zal allemaal wel echt waar zijn en goed en juist. Maar geef mij alleen de verzekering, dat U zich - als gevolg van de kennis en de volle waarheid die deze gasten omtrent U zullen krijgen - niet weer ergens zult verbergen en wij U dan weer zullen moeten zoeken en roepen zo hard we kunnen, en dat U niet zo snel weer tevoorschijn zult komen. O Heer, lieve Vader, doe ons dat toch niet meer aan!'
Hoofdstuk 127: Bij de gesloten zonnedeur - De verhouding van licht tot werkzaamheid - Gedragswenken voor de sfeer van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] IK zeg: 'Mijn geliefde zoon, Ik zeg je: Maak je over alles maar zorgen, alleen daarover nooit! Want waar de kinderen zijn, daar is ook de Vader - en waar de Vader is, daar zijn ook de kinderen! Maar je weet dat Mijn familie groot is en nog groter de kudde van al Mijn schapen. Deze zullen wij dan allemaal in één huis brengen en er zal dan één kudde zijn en één herder! Maar daartoe zal er nog veel gedaan moeten worden.
Hoofdstuk 127: Bij de gesloten zonnedeur - De verhouding van licht tot werkzaamheid - Gedragswenken voor de sfeer van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Onthoud dit: op de aardbol zijn nu vele maaiers aangesteld; er zal een grote zifting plaats vinden! Ik zal genoodzaakt zijn om veel mensen het stoffelijk lichaam te ontnemen tot uitroeiing van alle hoererij. Ik heb op aarde getuigen laten opstaan, en wat Ik nu met jou hier bespreek, heb besproken en nog zal bespreken en doen, zie, dat alles wordt tegelijkertijd op aarde opgeschreven en aan het vlees bekendgemaakt! Maak je daarom geen zorgen, dat Ik jullie na de opening van deze deur op een of andere manier zou verlaten, maar bedenk: nu pas zal Ik eeuwig en onveranderlijk vast bij jullie blijven!
Hoofdstuk 127: Bij de gesloten zonnedeur - De verhouding van licht tot werkzaamheid - Gedragswenken voor de sfeer van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Nu echter nog iets, Mijn geliefde Martinus. Zie, wij zullen deze keer de grote zonnevelden veel intensiever en verder betreden dan de eerste keer. Je zult daar vrouwelijke wezens van nooit vermoede schoonheid met de grootste bekoorlijkheid, liefde en onbeschrijflijke tederheid ontmoeten, evenals ook mannen. Je moet ze echter steeds met echte, hemelse ernst behandelen. Als je spreekt, spreek dan weinig en wijs; daardoor zul je ze het beste voor je winnen. Liefhebben moet je hen zeker niet openlijk, zodat ze het niet merken, dan zul je veilig en zeker onder hen wandelen.
Hoofdstuk 127: Bij de gesloten zonnedeur - De verhouding van licht tot werkzaamheid - Gedragswenken voor de sfeer van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Want op deze grote wereld van het licht staat de wijsheid bovenaan. Hier binnen verbergt de liefde zich, net zoals in het licht van de zon de warmte geheel onzichtbaar aanwezig is en alleen maar tot uitdrukking komt in de talloos veelsoortige, opbouwende uitwerkingen. In de zon moet je daarom alleen maar schijnen, zoals je ook Mij zult zien schijnen. Als je deze regel aldus getrouw nakomt, zul je bij deze eerste grote expeditie veel zaligheid genieten. En ga er nu naar toe en open de deur in Mijn naam. Zo zij het!'
Hoofdstuk 127: Bij de gesloten zonnedeur - De verhouding van licht tot werkzaamheid - Gedragswenken voor de sfeer van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1291 - 1292 - 1293 - 1294 - 1295 - 1296 - 1297 - 1298 - 1299 - 1300 - 1301 - 1302 - 1303 - 1304 - 1305 - 1306 - 1307 - 1308 - 1309 - 1310 - 1311 - 1312 - 1313 - 1314 - 1315 - 1316  ...