5587 resultaten - Pagina 132 van 373
... 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 ...
[4] Ik zei: 'Een dergelijke wens op zichzelf doet jouw hart echt en waarachtig eer aan en is voor Mijn hart een ware vreugde! Het is waar dat alleen Ik de deur ben naar het eeuwige leven van de ziel van ieder mens; wie in Mij gelooft en overeenkomstig Mijn leer leeft en handelt, ontvangt het eeuwige leven.Hoofdstuk 2: De beperkingen van een wetmatige verbreiding van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[24] Na deze woorden van de rechter wisten de anderen niet wat ze daar tegenin moesten brengen; want hij was door Mij in zijn hart verlicht en legde hun steeds de meest gefundeerde bewijzen voor,
Hoofdstuk 3: De genezen Romeinse rechter bekeert zijn vrienden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik zei: 'Luister eens, Ik doorzie je hart en zie datje het met je beloften nog niet helemaal ernstig meent; maar aangezien Ik Mijn macht zeker beter ken dan jij de jouwe, zal Ik je bede dan ook verhoren; laat de aardbodem dus weer een vast steunpunt voor je voeten worden!'
Hoofdstuk 8: Een wonder van de Heer ontnuchtert de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Het eeuwige Woord heeft nu vanuit Zichzelf vlees aangenomen en is nu als een mens naar Zijn mensen in deze wereld gekomen, en de Zijnen herkennen het niet! En jij bent ook een mens en herkent het eeuwige Woord in Mij niet, omdat je blind van hart bent. - Heb je de profeten van de Joden dan niet gelezen?'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Kijk, Degene die nu in Mij met jou spreekt, heeft ook al zo met het eerste mensenpaar van deze aarde gesproken en het dezelfde geboden gegeven die Ik nu weer geef aan jullie mensen, die de ene ware God en Heer helemaal vergeten zijn. Maar de met een volkomen vrije wil begiftigde mensen lieten zich maar al te gemakkelijk verblinden door de wereld en haar verleidende geest, vluchtten weg van God en handelden naar waar ze zin in hadden. Daardoor raakten hun zielen verduisterd en hun hart raakte verhard.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Reis maar naar alle landen die je kent en waarvan de bewoners nog enigszins in hun hart het vermogen hebben Mijn leer aan te nemen, en stel je ervan op de hoogte of ze zelfs in deze tijd niet op de hoogte zijn van Mijn aanwezigheid hier en Mijn werkzaamheid!
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei tegen hem: 'Zie de mannen hier rechts van Mij; de eerste is Kisjonah en de tweede is Philopold! Je zult nog vaak in de gelegenheid zijn om met hen te spreken; maar Ik weet wel waarover jij nu allemaal met Philopold zou willen spreken -waar het nu echter niet de juiste gelegenheid voor is; stel daarom je voornemen liever uit tot een ander moment. Voor vandaag heb je veel gezien en geleerd om je oude heidense bijgeloof uit te roeien; denk daar maar over na, opdat het in je geheugen en in je hart blijft en je het niet weer kwijtraakt, als je binnenkort weer naar je wereldse dingen en bezigheden terugkeert!
Hoofdstuk 16: De voorwaarden om wijsheid te verkrijgen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] De commandant zei: 'Heer en Meester, ik dank U ook voor deze buitengewoon ware en goede raad, die ik zeker ook zal opvolgen voorzover dat in mijn vermogen ligt! Ter wille van de orde zal ik uiterlijk gezien streng moeten lijken, -maar in mijn hart zal het er anders uitzien; en dat zal in Uw ogen, o Heer en Meester, toch niet verkeerd zijn?'
Hoofdstuk 16: De voorwaarden om wijsheid te verkrijgen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Kijk, dat doet het hart en het gemoed van de mens onmiskenbaar verwilderen, wat ik in Rome maar al te vaak heb waargenomen bij de dikwijls vreselijke stierengevechten en andere gevechten van wilde, verscheurende dieren in speciaal daarvoor gebouwde en ingerichte kooien; want in Rome en ook in heel veel andere plaatsen houdt men dergelijke dierengevechten om met name bij de soldaten en de burgers de oorlogszuchtige en dappere strijdlust steeds opnieuw aan te wakkeren en gaande te houden.
Hoofdstuk 18: De vraag van de commandant over het doden van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] De mens heeft kunstmatige wapens moeten uitvinden om tegen de verscheurende beesten te kunnen vechten. Daardoor heeft hij welleren vechten, doden en overwinnen; maar heeft hij daarbij iets gewonnen voor de veredeling van zijn hart en gemoed, zoals God hem dat heeft aanbevolen?
Hoofdstuk 18: De vraag van de commandant over het doden van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Ja, dat is zeker zo; maar hebben de mensen daardoor iets gewonnen voor hun hart en gemoed? Ja, voor het jagen, vechten en oorlog voeren hebben ze wel winst geboekt, en vervolgens voor het geven van wetten en om dikwijls zo wreed als een hyena te zijn door hun rechtspraak ten opzichte van die mensen, die tegen hun wetten hebben gezondigd; maar voor het overige is er werkelijk niet veel goeds voortgekomen uit het feit dat ze geleerd hebben te vechten, eerst met de wilde dieren en al gauw daarna ook onder elkaar.
Hoofdstuk 18: De vraag van de commandant over het doden van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Watervogels zijn weliswaar ook roofdieren, die zich voeden met vissen en allerlei andere waterdieren; maar ze zien er voor ons gemoed toch zachtmoediger uit, en hun roven en moorden van onschuldige waterdieren maakt op ons hart en gevoel niet zo'n storende indruk als wanneer een machtige adelaar vanuit de hoogte als een pijl op een van de vele watervogels omlaag schiet, hem met zijn klauwen grijpt en daarna omhoog naar een of andere rots draagt, hem daar verscheurt en zijn vlees opeet!'
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Het duurde niet lang of de andere adelaars volgden het voorbeeld van de eerste, wat de Romein zó boos maakte, dat hij naar Mij toeliep en zei: 'O Heer en Meester, hebt U soms niet gezien of niet willen verhinderen dat die vraatzuchtige roofvogels zich vergrepen aan de veel zachtmoediger watervogels op een manier, die voor ieder mens met een beetje gevoel ten hemel schreiend is? Moeten dergelijke afschuwwekkende taferelen, die in de wereld der natuur .herhaaldelijk voorkomen, ertoe bijdragen dat het menselijke hart zachtmoediger wordt en wordt aangespoord tot daadwerkelijke naastenliefde en barmhartigheid?
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ik wil dit geschrift* (* Bedoeld is geschrift nr. 297 van de originele handschriften van Jakob Lorber) ermee besluiten ieder van Mijn vrienden in al Mijn liefde te vermanen dit niet alleen te lezen, maar het goed ter harte te nemen en te geloven dat Ik het ben, die dit uit Mijn vrije genade aan Mijn vrienden heb geopenbaard om hun hart te troosten en het verstand van hun ziel te verlichten, en in ruil daarvoor niets anders verlang dan alleen jullie oprechte liefde en dus ook een levend geloof.
Hoofdstuk 30: De orde der ontwikkeling De Heer in de omgeving van Caesarea Philippi (vervolg) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik zei: 'Bid in iedere nood en tegenspoed met natuurlijke woorden in je hart tot Mij, dan zullen jullie niet tevergeefs bidden!'
Hoofdstuk 32: Het gebed van de Heer. De Heer in de bergstad Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)