Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1311 van 1490

...  1299 - 1300 - 1301 - 1302 - 1303 - 1304 - 1305 - 1306 - 1307 - 1308 - 1309 - 1310 - 1311 - 1312 - 1313 - 1314 - 1315 - 1316 - 1317 - 1318 - 1319 - 1320 - 1321 - 1322 - 1323 - 1324  ...
[7] Bij deze woorden vallen DE DRIE meteen aan Mijn voeten neer, omklemmen deze met hun zachte handen en zeggen dan met een tedere en melodieuze stem: 'Ach, ach, wat een oneindige zoetheid! O, wisten onze broeders van vele aeonen toch maar, hoe eindeloos zoet de liefde is, dan zouden ze al hun wijsheid geven voor een dauwdruppel van een dergelijke liefde!
Hoofdstuk 145: De Heer en de drie zonnedochters die rijp zijn voor de liefde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] O heerlijke Heer en Meester, waarom weten wij mensen van deze grote, prachtige wereld dan niets van de liefde? Waarom moeten wij alleen maar in de nooit te doorgronden wijsheid van de hemel van de eeuwige Oergeest graven en daarbij niet gewaar worden, wat de liefde, de allerzoetste liefde is?!'
Hoofdstuk 145: De Heer en de drie zonnedochters die rijp zijn voor de liefde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Daarnaast moet hij, om het leven van zijn toch al gebrekkige, zware lichaam in stand te houden, in het brandend zweet van zijn aangezicht, voor zijn voedsel zorgen. En hij is bij dat alles dikwijls tot op het laatste ogenblik van zijn aardse leven in voortdurende onzekerheid, of er na de smartelijke dood van zijn lichaam nog een of ander leven is. En als dat al zo is, dan is dat voor hem niet zelden verschrikkelijker ingericht en minder begerenswaardig dan zelfs een eeuwige vernietiging. Bij al deze bitterheden van het leven wordt hij echter toch door een zo buitengewone liefde voor het leven bezield, dat de dood hem niettegenstaande alle kwellingen van zijn kommervol leven toch het allerergste lijkt!
Hoofdstuk 146: Moeilijke voorwaarden voor het bereiken van het kindschap van God op aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Bij deze beschrijving staan DE DRIE ZONNE DOCHTERS weer op en zeggen: 'O verheven vriend en meester van grote wijsheid! Als de grote God Zijn toekomstige kinderen zo behandelt, dan geven wij niets voor een dergelijk kindschap! Want als er dan misschien één uit duizenden door een ontzettend zelfverloochenend leven met het zo hard en moeilijk verworven kindschap alle bekwaamheden van de Allerhoogste zou hebben bereikt, dan zijn deze toch niets tegenover een dergelijk lijden! En driemaal niets, omdat ze alleen diegene ten deel vallen, die zijn hele leven lang zo goed mogelijk alle denkbare ellende geduldig heeft doorstaan.
Hoofdstuk 147: Kritiek van de drie schoonheden over het kindschap Gods op de aarde vol ontberingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Onder omstandigheden van dien aard - luister, ook al ben je een voortreffelijke zoon van God! - zien wij toch niets in dat kindschap Gods, al zouden we zelfs aan jou gelijk gesteld kunnen worden. Vooropgesteld dat jouw kindschap Gods je ook een dergelijk groot lijden vooraf heeft gekost. Maar wij begrijpen hierin ook de wijsheid van God niet, hoe deze vreugde kan hebben in zulke gemartelde wezens? Werkelijk, zo'n God - en onze God, die moeten weinig met elkaar te maken hebben!
Hoofdstuk 147: Kritiek van de drie schoonheden over het kindschap Gods op de aarde vol ontberingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Wel is jullie liefde iets heerlijks en ten dele de basis van het leven. Maar waartoe dient al deze levenszoetheid, als daarbij de geest voor eeuwig gebonden blijft, waardoor zijn beweging zo goed als niets is, omdat hem slechts is vergund, zich binnen de zeer nauw getrokken grenzen van een bepaalde orde te bewegen?
Hoofdstuk 147: Kritiek van de drie schoonheden over het kindschap Gods op de aarde vol ontberingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Wij mensen hier op deze grote planeet zijn werkelijk vrij. Alleen de wijsheid is het, die ons vrij maakt en alle dingen onderdanig aan de wijsheid van onze geesten. Maar omdat wij juist door wijsheid vrij zijn en de liefde alleen maar als een stille, vegetatieve kracht beschouwen, komen er bij ons ook geen gebreken voor, noch fysiek noch moreel.
Hoofdstuk 147: Kritiek van de drie schoonheden over het kindschap Gods op de aarde vol ontberingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Afgunst, toorn, gierigheid, wellust en heerszucht zijn deze wereld - voor zover wij haar kennen - totaal vreemd; want de ware wijsheid leert ons in alles gelijke rechten en gelijke waardering. Want wij zijn allen volkomen evenbeelden van de allerhoogste Geest en eren deze wederzijds in ons door de juiste wijsheid, die wij van Hem hebben. En zie, dat is een juist eerbetoon en deze Geest waardig!
Hoofdstuk 147: Kritiek van de drie schoonheden over het kindschap Gods op de aarde vol ontberingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] (DE DRIE ZONNEDOCHTERS:)”Wij hebben wel gemerkt, dat vooral deze broeder die jullie 'Martinus' noemen, enkele zeer opmerkelijke vonkjes van een mystieke wijsheid bezit, overeenkomend met die van onze wijzen uit het hooggebergte. Die komen soms ook met dingen bij ons, die, evenals hun woningen, buiten ons gezichtsveld liggen en onze kennis te boven gaan. Maar wat heeft voor hem en jullie zo'n diepe mystiek voor nut, als jullie de eerste principes van de praktische levenswijsheid totaal ontbreken?
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Deze bestaan echter in de juiste inschikkelijkheid ten opzichte van zwakkeren. Want daar waar de sterke ten opzichte van de zwakke sterk wil zijn en hem wil overwinnen, daar gaat alle orde van de wijsheid verloren. Want elke kracht moet de overwinning vinden in haar helder bewustzijn en nooit in de smadelijke onderwerping van diegene, die van verre al als de zwakke re herkenbaar is.
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Neem deze woorden goed ter harte! Ze komen slechts uit de mond van bijna onmondige kinderen van deze heerlijke wereld. Kom maar in de gastvrije woningen van onze ouderen, daar zal jullie een veel krachtiger licht worden gegeven. Laat het jullie niet hinderen, dat jullie je reeds volmaakt wanen en denken, dat het ons zou schaden, als wij jullie borst zouden aanraken. O, wees daarover niet ongerust!
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Want zie, wij zijn immers juist door de echte wijsheid reeds nu als kinderen in de lichamen van deze aarde veel en veel zuiverder van geest, dan jullie het ooit zullen worden. Het geestelijke ligt toch zeker niet in het lichaam, maar in de eigenlijke geest, die toch steeds dezelfde is en blijft, of dat nu in een grover of fijner etherisch lichaam is.
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Ook moeten jullie onze lichamen niet afmeten aan die, welke jullie op je zogenoemde Heilige Planeet hebben gedragen, en die grover, zwaarder, somberder en plomper waren dan de grofste stenen van deze wereld. Jullie zien immers toch zelf, dat onze lichamen al heel veel etherischer en meer aan het licht verwant zijn dan jullie geestlichamen, zoals ze hier te zien zijn. Ze verenigen een veel grotere zuiverheid en goede orde in zich, omdat ze altijd doortrokken zijn van de in hen wonende geest.
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Onze zuivere geesten uit de zwevende lichtwateren hebben ons wel verkondigd, dat wij ons niet tegen jullie moeten verzetten, omdat zich in jullie midden de verschrikkelijkste bevindt; maar wij begrepen deze kreet toen niet helemaal. Maar nu is het ons duidelijk, dat zij daaronder niemand anders dan jou bedoelden. Dit verschrikkelijkste bestaat zeker hierin, dat je het wel het verste hebt gebracht met je dwaze dingen in te beelden. Want je houdt jezelf, zoals wij merken, in ernst voor de allereerste zoon van de Allerhoogste en probeert ook om je broeders in een dergelijke waan te houden. En dat is juist het verschrikkelijkste bij ons, als iemand zichzelf toestaat om zijn zwakkere broeders te bedriegen!
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Na deze nogal lange toespraak verwijderen de drie zich.
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1299 - 1300 - 1301 - 1302 - 1303 - 1304 - 1305 - 1306 - 1307 - 1308 - 1309 - 1310 - 1311 - 1312 - 1313 - 1314 - 1315 - 1316 - 1317 - 1318 - 1319 - 1320 - 1321 - 1322 - 1323 - 1324  ...