Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1312 van 1490

...  1300 - 1301 - 1302 - 1303 - 1304 - 1305 - 1306 - 1307 - 1308 - 1309 - 1310 - 1311 - 1312 - 1313 - 1314 - 1315 - 1316 - 1317 - 1318 - 1319 - 1320 - 1321 - 1322 - 1323 - 1324 - 1325  ...
[3] O Heer, als ik aan mijn - U weet het nog wel - armzalige visserij terugdenk, zo waar als ik U boven alles liefheb, was die voor mij roemrijker dan deze. Uw goedheid en genade heeft mij hier eerder al tot een goede vis meester in de levenswateren van de zon benoemd. Maar nu moet ik bij U al met het verzoek aankomen, mij dit eerbiedwaardig meesterschap meteen weer te ontnemen. Want deze vissen zouden mij immers toch allang eerder - met huid en haar, zoals men pleegt te zeggen - opeten, alvorens ik er maar aan zou kunnen denken om met vissen te beginnen.
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] 0 jij hopeloze doordraver! Nee, nee, deze drie hebben ons allen hier de les grondig gelezen! En het hopeloze daarbij is nu, dat men als het er op aan komt, daar weinig of niets tegenin kan brengen. Ze zijn goed, edel, zacht, toegeeflijk en daarbij onuitsprekelijk lief en mooi. Maar toch zou ik nu van ergernis wel uit elkaar willen springen, omdat deze drie kinderen mij zo smadelijk te pakken hebben genomen!
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Moeten wij hen volgen? Ik deze keer niet! Wie wel? Dat zou er nog bij komen, dat we bij hen in de leer zouden gaan! En U, Heer, gaat U soms Zelf mee? En jij Petrus, en Johannes ook? - Het is een toestand! - Wat zegt U daarop O Heer, Gij, mijn alles?'
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] MARTINUS zegt: 'Heer, Gij weet dat ik nu zoals altijd zeg: 'Alleen Uw heilige wil geschiede!' Want ik weet immers, dat alleen U alle wegen kent die we hebben te gaan om tot dat doel te komen, dat U als God, Vader, Heer en Liefde en Wijsheid voor eeuwig voor ons hebt gesteld. Maar desalniettemin sta ik hier nu als het ware ten einde raad en kan op dit moment niet eens de vele tegenstrijdigheden op een rij zetten, die nu bij deze drie zonnegodinnen als in één stroom zijn opgeborreld.
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Ik zeg U, o Heer en Vader, als het met deze zonnebewoners zo door zal gaan, dan zullen we hier een hele spaarzame oogst binnenhalen. Want dan zou ik er nog eerder vertrouwen in hebben om met de Satan iets klaar te spelen, dan met deze drie helaas allermooiste zonnegodinnen!
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Werkelijk, deze zijn - zoals men wel pleegt te zeggen - helemaal des duivels! Mooi, zoals geen menselijke fantasie zich iets mooiers kan voorstellen, maar daarbij veel sluwer dan al onze loffelijke thuisgelaten badgasten, die eerder als een respectabele aanhang van Lucifer van hem werden gescheiden. Ik stel, dat een vormloze, lelijke duivel duizend keer minder gevaarlijk is dan zo'n meer dan hemels mooi wezen, als dat over zulke uitgebreide duivelse sluwheden beschikt.
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Maar het gaat nu, zoals het gaat. Als U het wilt, dan zal ik - zoals stellig wij allemaal - handelend optreden en zullen we nu naar hun woning gaan. Maar dat, o Heer, zult U mij wel toestaan, dat ik bij een voorkomende gelegenheid mijn tong niet hoef te beteugelen? Hun onmetelijke schoonheid zal mij nu niet meer in de war brengen. Verheug jullie daarom, jullie vrome wezens van deze planeet - nu zullen jullie Martinus op een manier leren kennen, waarbij jullie grote wijsheid je zal voorkomen als een worm vergeleken met een berg! Want tot Uw eer en om Uw naam zal ik een leeuw gelijk worden en met duizend gloeiende zwaarden tegelijk strijden! Maar natuurlijk mag U, o Heer over alles, mij niet in de steek laten. Want als U dat zou doen, dan zou ik met mijn grote moed pas goed in de puree komen!'
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Zie, Ik heb je eerder tot vismeester van deze wereld benoemd en dat zul je ook blijven. En jou door Petrus aangeboden helden kroon zul je ook houden, omdat je je hier echt heel meesterlijk hebt gedragen. Want zoals Mijn broeder Petrus zelf tegen jou heeft opgemerkt, is het uiterst moeilijk om deze wezens zo ver te brengen, tot waar jij ze - alhoewel door Mijn kracht in jou - hebt gebracht.
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Geloof maar niet dat deze drie nu, omdat ze door Mij noodzakelijkerwijs wat teruggedrongen werden, zich afgekeerd hebben van de liefde in hun hart, blijkens hun lange toespraak over de waarheid. Zouden ze dat hebben gedaan, dan zouden ze ons nimmer hebben verzocht hen te volgen en zouden ze ook niet zo veel woorden tot ons hebben gericht; want hun wijsheid wordt anders in heel weinig woorden uitgedrukt.
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] MARTINUS, verbaasd, denkt hier heel ernstig over na en zegt na een poosje: 'Ja, ja, absoluut ja. Dat is juist. O ik rund, domme ezel en os tegelijk, misschien de enige op deze grote, lichte, betere aarde!
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Deze allerliefste liefhebbende hartjes wilde ik - nee ik wil het helemaal niet uitspreken, want het is te dom! Goed, daar komen ze al weer vanaf een kleine heuvel naar beneden. O jullie allerliefste kinderen, kom maar, kom maar! Deze keer zullen jullie wel beter worden ontvangen.
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] IK zeg: 'Bekommer je daarom niet, want juist zoals je bent, kun je Mij hier meer dienen dan Petrus en Johannes, die inzicht hebben in alle geheimen van deze wereld. Want wie al van te voren weet wat voor vruchten zijn inspanningen zullen opleveren op grond van de ordening van deze wereld, die durft niet zo veel te ondernemen als iemand, die ten gevolge van zijn minder helder inzicht deze wezens meer volgens de ordening van zijn eigen wereld behandelt. Blijf daarom maar zoals je bent, en dan zul je zo het meeste kunnen bewerkstelligen.
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Deze mensen verliezen ook gauw het plezier in een geest, als ze merken dat hij hen in wijsheid evenaart of, zoals bij Petrus en bij Johannes het geval is, hen verre overtreft. Dan worden ze buitengewoon bits en zeer terughoudend. Maar als ze te maken hebben met iemand zoals jij bent, dan zijn het de voorkomendste wezens die je maar kunt vinden en je kunt ze dan ook zogezegd om de vinger winden. Blijf daarom zoals je bent, dan zul je Mij hier het allerbeste kunnen dienen! Maar wees nu stil, ze komen al vlak bij ons.'
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Wij weten door onze wijzen en de geesten van onze grote wereld, evenzo door de geesten van vele andere planeten die ons vaak bezoeken en wij weten het ook uit de mond van niet zelden tot ons komende engelen van de allerhoogste Geest; dat wij bewoners van deze wereld niet alleen uiterlijk heel mooi zijn, maar ook zedelijk zo rein, dat zelfs de zuiverste lichtwezens aan ons geen gebreken kunnen ontdekken. En dat zij ons steeds hun bezoek waard vinden, zich met ons in alle reinheid goed vermaken en ons in kennis stellen van de wonderbaarlijke werken, die plaats vinden in de oneindige engelen - en wereldrijken van de allerhoogste Geest die jullie God en Vader noemen, en van de steeds grotere en nog meer onbegrijpelijke wonderwerken die er nog steeds van ogenblik tot ogenblik bij worden geschapen.
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Bij Mijn woorden trekken DE DRIE meteen hun kleren uit en zeggen: 'O verhevene, - als dat zo is, dan moeten deze kleren ook nooit ons lichaam bedekken. Want ook die zijn een verhulling van de waarheid en helpen eraan mee om ons hart en onze liefde te verhullen, wat niet juist is.'
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1300 - 1301 - 1302 - 1303 - 1304 - 1305 - 1306 - 1307 - 1308 - 1309 - 1310 - 1311 - 1312 - 1313 - 1314 - 1315 - 1316 - 1317 - 1318 - 1319 - 1320 - 1321 - 1322 - 1323 - 1324 - 1325  ...