Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1316 van 1490

...  1304 - 1305 - 1306 - 1307 - 1308 - 1309 - 1310 - 1311 - 1312 - 1313 - 1314 - 1315 - 1316 - 1317 - 1318 - 1319 - 1320 - 1321 - 1322 - 1323 - 1324 - 1325 - 1326 - 1327 - 1328 - 1329  ...
[26] DE WIJZE zegt: 'Dat zal nooit gebeuren! Want als ik uit het allerhoogste afdaal naar deze doodgewone wormen, dan mag niemand anders spreken dan alleen ik als de hoogste, de meest wijze, de machtigste, de eeuwige, de oneindige!'
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[31] MARTINUS zegt: 'Ja, ja, dat geloof ik van jou meteen! O, jij bent werkelijk wat groots, ja iets enorms groots in jouw soort! Jij zult jouws gelijke in deze wereld zeker nooit vinden! O jij, jij - - !'
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[32] DE WIJZE zegt: 'Ja, ik heb niemand boven mij. Als ik met de staf de grond aanraak dan beeft de hele wereld en alle wezens sidderen van vrees, als ik hen nader. Maar ik begrijp er echter niets van, dat jij niet siddert en deze zwakke begeleiders van je ook niet voor mij sidderen, daar ik jullie toch heel plotseling zou kunnen verderven?'
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[34] Want zie, jij bent door een boze geest die in de gedaante van een lichtengel ooit tot je kwam, danig bedrogen. En daarna heb jij ook deze hele grote gemeenschap bedrogen, daar jij haar wetten gaf, waardoor ze kan doen wat ze wil en nooit kan falen - wetten die zo goed als helemaal geen wetten zijn!
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[41] DE WIJZE zegt: 'Jij verlangt teveel van mij. Als ik deze noodzakelijke hulpmiddelen van mijn kracht, macht en wijsheid weg leg, dan kan ik immers niets meer tot stand brengen. Wie zal mij gehoorzamen, als ik geen macht heb, wie zal zich aan een krachteloos iemand toevertrouwen? En wie zal naar mij luisteren, als ik geen wijsheid heb? Daarom moet je geen dingen van mij verlangen, die niet passen bij mijn hoogste waardigheid!'
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[42] MARTINUS zegt: 'Vriend, wij aardbewoners hebben een allerhoogste uitspraak van God Zelf en deze luidt aldus: 'Er is niets, waar je in Mijn Naam afstand van doet, dat je nadien niet honderdvoudig weer terugwint ten tijde van de vergelding!'
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Als echter het verstand van het hart vrij, zonder bewijzen iets aanneemt, dan toont het hart meteen zijn vrije kracht die overgaat in de geest en deze vrij maakt. Is de geest echter vrij, dan is alles vrij in de mens: de liefde, het licht en het schouwen! Dan heeft het geen bewijs voor de waarheid meer nodig, dan is de vrije geest zelf de helderste en volste waarheid aller waarheid.
Hoofdstuk 162: Over het ware geloof en de vrijheid van de geest - Het geestelijk ontwaken van de oudste - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] PETRUS zegt: 'Nu, luister dan. Wij allen, zoals je ons hier ziet, zijn op de eerste plaats kinderen van God, dat wil zeggen naar jullie voorstelling kinderen van de allerhoogste Geest. Maar ten tweede zijn enkelen van ons ook de eerste belangrijkste dienaren van de Allerhoogste en juist de Allerhoogste Zelf heeft hen tot een steunpilaar van Zijn kerk in de gehele oneindigheid aangesteld. Weliswaar eerst alleen maar op aarde, dat is op die planeet, die jullie de Heilige Planeet noemen. Toen ze daar hun opgave met vreugde en toewijding hadden vervuld, werden ze, nadat hun het lichaam op smartelijke wijze was afgenomen, meteen tot Hem in de hoogste van alle hemelen verheven, om van Hem alles te krijgen wat Hij Zelf heeft en dus de hoogste van alle zaligheden voor eeuwig ongestoord te kunnen genieten. Maar ook om in een dergelijke zaligheid die taak in de meest uitgebreide zin uit te voeren, die ze op aarde - weliswaar in zeer beperkte omvang - hebben verricht. En weet dus dat ik, Petrus, en de derde daar, Johannes, zulke dienaren zijn. Maar de anderen zijn allemaal min of meer beginnelingen in deze wereld en in de eerder genoemde werkzaamheden.
Hoofdstuk 163: Petrus geeft informatie over het gezelschap dat is aangekomen en over het doel van zijn bezoek - Bedenkingen van de wijze over de zichtbaarheid van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Het doel waarom wij hier naar toe komen is in de eerste plaats, om de nieuw aangekomenen in deze wereld in de hogere liefdediensten binnen te voeren en in te wijden. Daarna willen wij jullie, als bewoners van deze lichtwereld, en wel slechts enkele gemeenten die zich van het goede pad hebben afgewend, weer oprichten.
Hoofdstuk 163: Petrus geeft informatie over het gezelschap dat is aangekomen en over het doel van zijn bezoek - Bedenkingen van de wijze over de zichtbaarheid van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Nu weet je alles; niets heb ik weggelaten, wat voor de meest volledige beantwoording van je vraag nodig was. Zeg mij nu ook heel trouwhartig zonder enige huichelarij - die bij jullie en vooral in deze gemeente sterk is ingeburgerd -, of je wel alles gelooft wat ik je nu heb gezegd.'
Hoofdstuk 163: Petrus geeft informatie over het gezelschap dat is aangekomen en over het doel van zijn bezoek - Bedenkingen van de wijze over de zichtbaarheid van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] DE WIJZE zegt: 'O vriend, ik zie nu heel duidelijk in, dat jij een zeer diepzinnig en wijs man bent. Elke uitspraak van je heeft een vaste ondergrond en er valt niets tegenin te brengen. En nu begin ik dus ook serieus te geloven, dat die heel eenvoudig uitziende mens heel goed het allerhoogste Godswezen in zich kan dragen. Want als Hij dat op de kleine Heilige Planeet kon - zoals wij van Zijn engelen gehoord hebben - waarom zou dat voor Hem op deze grote en lichte planeet dan onmogelijk zijn?
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Want de toorn is alleen van God en de wraak van de rechter. De liefde echter is van de Vader en deze geeft Hij aan Zijn kinderen, zoekt ze bij hen en komt, als Hij komt, noch in toorn noch in wraak. Hij komt altijd in de liefde als een Vader tot Zijn kinderen, die Hij juist uit liefde naar Zijn gedaante heeft gevormd en in hun hart de wonderbaarlijke bestemming heeft gelegd om helemaal dat te kunnen worden, wat Hij Zelf is.
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Je bent toch ook niet bang voor mij, alhoewel ik ook zo veel macht en kracht bezit, dat ik door de geringste gedachte deze hele planeet in een ogenblik zou kunnen vernietigen en een andere tevoorschijn zou kunnen roepen! Als je mij echter niet vreest, terwijl ik eveneens alle macht uit de Heer in mij heb, maar daarbij in eeuwigheid nooit zo goed zal zijn als Hij is: hoe zou jij dan bang voor Hem moeten zijn, Wiens goedheid oneindig is?
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Vrees dus niet, doch verheug je mateloos, omdat jou en deze wereld nu zo'n onbegrensde genade ten deel valt! Dan zal ook Hij vreugde aan jou en aan jullie allen hebben en zal jullie helpen, daar jullie het meeste Zijn hulp nodig hebben. Maar breng nu je hart op orde, vriend, want nog maar enkele stappen en Hij is in ons midden!'
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] Ik zie in de Schepper en in het schepsel twee factoren, waarvan de tweede wat zijn bestaan betreft van de eerste afhankelijk is. Als deze kwestie echter onmogelijk anders dan alleen maar zo te beschouwen is, zie ik helemaal niet in, waarom ik als noodzakelijke factor voor de eerste, absolute factor bang zou zijn!
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1304 - 1305 - 1306 - 1307 - 1308 - 1309 - 1310 - 1311 - 1312 - 1313 - 1314 - 1315 - 1316 - 1317 - 1318 - 1319 - 1320 - 1321 - 1322 - 1323 - 1324 - 1325 - 1326 - 1327 - 1328 - 1329  ...