Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1319 van 1490

...  1307 - 1308 - 1309 - 1310 - 1311 - 1312 - 1313 - 1314 - 1315 - 1316 - 1317 - 1318 - 1319 - 1320 - 1321 - 1322 - 1323 - 1324 - 1325 - 1326 - 1327 - 1328 - 1329 - 1330 - 1331 - 1332  ...
[5] IK antwoord: 'Weet je nog niet, dat de aantrekking het sterkst werkt, daar waar de oermagneet zich bevindt? Zie, dit lawaai komt voort uit het snel naderbij komen van de mensen van deze grote aarde, omdat ze allen vermoeden, wat hun hier ten deel zal vallen. Zij omringen dit huis al; kijk maar door de vier poorten naar buiten, wat een onafzienbare massa's zich hier naar toe dringen! Allen, allen komen om de woorden van de Heer van leven en dood te vernemen.
Hoofdstuk 170: Het samenstromen van de volkeren van de zonnegemeenschap Opdracht tot prediken aan Martinus en zijn angstige bedenkingen - Het heerlijke gezang en de uitwerking daarvan op Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] MARTINUS zegt: 'O Heer, dat zou toch wel een uitermate kortzichtige gedachte van mijn kant zijn; ik denk er alleen maar aan, hoe al deze ontelbare wezens ons zullen horen? Hier in huis - alhoewel het toch reusachtig groot is zullen ze toch onmogelijk ondergebracht kunnen worden. Want ik zie net als op aarde immers vele mijlen ver en in de hele omgeving is één gedrang! Als we echter naar buiten in de open lucht gaan, dan zullen toch alleen maar de enkele omringenden ons horen; alle anderen zullen ons niet eens te zien krijgen. Werkelijk, deze enorme massa onderrichten, dat zal een heel werk worden!'
Hoofdstuk 170: Het samenstromen van de volkeren van de zonnegemeenschap Opdracht tot prediken aan Martinus en zijn angstige bedenkingen - Het heerlijke gezang en de uitwerking daarvan op Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] IK zeg: 'Toch niet, Mijn lieve Martinus, de dingen gaan hier heel anders! Wij zullen ons hier alleen met de mensen om ons heen, en wel hoofdzakelijk met Uhron onderhouden. Deze zal het dan door eigen tekens in een oogwenk aan alle anderen verkondigen, alsof het via een telegraaf gaat.
Hoofdstuk 170: Het samenstromen van de volkeren van de zonnegemeenschap Opdracht tot prediken aan Martinus en zijn angstige bedenkingen - Het heerlijke gezang en de uitwerking daarvan op Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] MARTINUS zegt bij zich zelf: 'Ja, ja, O Heer, U hebt gemakkelijk praten: 'Zo zij het!' Maar ik, ik - dat is heel wat anders! Moet ik nu voor deze miljoenen mensen die zeker even wijs, zo niet wijzer zijn dan ik, een preek houden? En dat in het bijzijn van de Heer, van Petrus en die enorm diepzinnige Johannes! Dat zal wat worden - en dat onder allerlei stormen en noodweer - dat maakt het nog mooier! Bovendien zal ik de ene flater na de andere slaan en zal danig worden uitgelachen, - O, dat wordt prachtig!
Hoofdstuk 170: Het samenstromen van de volkeren van de zonnegemeenschap Opdracht tot prediken aan Martinus en zijn angstige bedenkingen - Het heerlijke gezang en de uitwerking daarvan op Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Ach, dat is meer dan majestueus! Die krachtige bas, die heerlijke klinkende bovenstem en die zuivere afstemming! O Heer, deze muziek is heerlijker nog dan alle andere heerlijkheden van deze wereld! Ja, deze muziek wekt mij helemaal op. Ik voel nu dat ik toch wel iets tot stand zal brengen, als ik zal moeten beginnen te spreken! Echt, dat is wel het mooiste gewijde lied, dat ooit het oor van een geest, als ik, heeft gehoord!
Hoofdstuk 170: Het samenstromen van de volkeren van de zonnegemeenschap Opdracht tot prediken aan Martinus en zijn angstige bedenkingen - Het heerlijke gezang en de uitwerking daarvan op Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Als er geen vreemdeling is, dan zal ik met jullie heel direct en kort spreken. Maar is er een ongenode hier, die mogelijkerwijs als een rover, dief en moordenaar naar binnen is geslopen om hier tijdens mijn toespraak de gemoederen van deze zeer vele toehoorders te verstoren en in beroering te brengen, wijs hem mij dan aan, zodat ik hem voor jullie aller ogen hier voor me neer kan zetten!'
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] De wijze deelt dit ijlings aan Martinus mee en deze zegt:
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Deel maar snel allen mee, dat ze ondanks al deze verschijnselen toch niet de geringste vrees moeten hebben! Ze moeten niet vluchten, zelfs niet als het water om hun voeten zou spoelen. Want de Heer zal de vijand maar tot zover zijn gang laten gaan en hem vervolgens met Zijn allerstrengste oordeel grijpen en hem voor hun ogen geweldig tuchtigen!'
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] De wijze geeft dit antwoord snel aan Martinus door. Deze spreekt in grote opwinding:
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] MARTINUS zegt: 'Vriend, laat snel aan allen weten, dat ze daarvoor niet in het minst bang behoeven te zijn en dat niemand ook maar een haartje gekrenkt zal worden! Het is die onmachtige boze geest die vroeger eens als een valse lichtengel zo vermetel was hun allen nieuwe goddelijke wetten voor te schrijven. Dat waren echter alleen zijn eigen wetten en door deze wilde hij hen allen totaal tot verderf brengen. Opdat echter zijn slechte plan voor eeuwig zal worden verijdeld, zijn wij hier nu en zullen hen allen redden door de macht en de kracht van Diegene, die nu onder ons vertoeft als de eeuwige, heiligste Vader onder Zijn kinderen! Deel dat meteen aan allen mee!'
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Luister, vriend, het is een ellendige worm die voor God, zijn eeuwige Heer geen achting heeft, omdat hij weet, dat de Heer te goed, ja, te eindeloos goed is! Maar ofschoon bij de Heer in zekere zin alles het karakter van de oneindigheid aanneemt, zal Satan zich hier heel erg verrekenen. Deze keer zal het bijna eeuwig durend geduld van de Heer stellig te kort blijken en zal Hij de snode, oude booswicht naar behoren weten vast te binden!'
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[25] IK zeg: 'Martinus, laat je nu vooral niet storen! Met de ophitser zal Ik spoedig beginnen af te rekenen. Begin jij nu aan je rede, opdat wij eindelijk aan het doel zullen komen. Laat Satan dan maar zijn vreugde hebben; Ik verzeker je dat die heel kort zal duren. Opdat je des te meer gerust kunt zijn, zeg Ik je hierbij nog eens: Deze keer zal de vijand zich erg verrekenen wat Mijn geduld aangaat en heeft hij zich al verrekend!'
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Na deze woorden keert MARTINUS zich tot de gemeente en zegt: 'Laat allen die hier bij deze buitengewone gelegenheid bijeen zijn om woorden van leven uit mijn en tenslotte zelfs uit de mond van de Heer Zelf te vernemen, vooral gezegd zijn, dat jullie je niet moeten laten storen, als een onheil jullie zal bedreigen. Want zie, het is immers God, de allerhoogste, almachtigste Geest Zelf, die hier zichtbaar aanwezig is en dat is diegene met wie jullie allen mij zojuist hebben zien praten, hoewel jullie dat niet hebben kunnen horen.
Hoofdstuk 172: Martinus' prediking tot de vergadering van de zonnemensen - Beproevingen op aarde als voorwaarde voor het kindschap Gods - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Deze ene ware, eeuwige Heer en Schepper van alle oneindigheid heeft mij voor jullie allen de absolute verzekering gegeven, dat Hij de Boze voor jullie ogen geweldig zal tuchtigen, als hij het zou wagen zijn slechte spel nog verder door te drijven. Daar wij die verzekering van Hem Zelf hebben, willen wij ook zonder vrees in alle geduld wachten op wat de Heer voor genade over ons zal laten komen.
Hoofdstuk 172: Martinus' prediking tot de vergadering van de zonnemensen - Beproevingen op aarde als voorwaarde voor het kindschap Gods - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Mijn dierbare deelgenoten in de genade van mijn en jullie God, van mijn Heer en Vader en jullie Heer en nu ook Vader! De almachtige wil van deze ene Vader heeft jullie allen reeds vanaf het allereerste begin op je prachtige hemellichaam met zo vele voordelen toegerust, dat deze ten opzichte van de bewoners van mijn aarde in geen enkele verhouding staan.
Hoofdstuk 172: Martinus' prediking tot de vergadering van de zonnemensen - Beproevingen op aarde als voorwaarde voor het kindschap Gods - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1307 - 1308 - 1309 - 1310 - 1311 - 1312 - 1313 - 1314 - 1315 - 1316 - 1317 - 1318 - 1319 - 1320 - 1321 - 1322 - 1323 - 1324 - 1325 - 1326 - 1327 - 1328 - 1329 - 1330 - 1331 - 1332  ...