Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 133 van 1166

...  121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146  ...
[7] Faustus kijkt om en Kisjonah zegt: 'Heer en gebieder over ons hele Galiléa en Samaria! Is het mogelijk, dat u mijn Lydia tot vrouw wilt hebben?!'
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] En Lydia zegt, terwijl ze haar ogen neerslaat, na een poosje: 'Waarom vraagt u dat nog aan mij? Toen deze heerlijke Faustus vandaag aankwam en ik hem voor de eerste maal zag, hoorde ik mijn hart zeggen: 'Wat gelukkig moet de vrouw van deze heerlijke man zijn!' En moet ik dan nu, als hij mij begeert, nee tegen hem zeggen?'
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Kisjonah zegt: 'Maar wat zal jouw geliefde Jezus daar dan van zeggen?!' Lydia zegt: 'Wij zijn allen van Hem! Hij is de schepper, en wij zijn Zijn schepsels die Hij nu tot echte kinderen opvoedt! Ondanks dat blijft Hij het diepst van mijn hart vervullen!'
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Faustus zet grote ogen op en zegt, zeer verbaasd over dit onverwachte getuigenis van Lydia over Mij: 'Wat, wat - wat moet ik nu horen?! Kan het dan zijn dat een hele mooie droom, die ik kortgeleden gedroomd heb, op de een of andere wijze een echte betekenis heeft? De hele hemel zag ik geopend; alles was licht, alle talloze wezens waren licht, en in de diepste diepte der hemelen zag ik blijkbaar U, mijn vriend Jezus, en alle wezens wachtten met een soort ongeduldige vreugde op Uw aanwijzing, om Uw bevelen binnen een ogenblik aan de hele oneindigheid te verkondigen!
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Als dat vaststaat, krijg ik deze buitengewoon mooie vrouw direkt uit handen van mijn God, mijn schepper, en daarom hoef ik niet meer te vragen of ik met haar gelukkig zal zijn!
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Maar nu heeft mijn verlangen dan ook een heel ander gezicht gekregen! -Schoonste Lydia! Kijk nu naar de Heer! Het gaat nu niet meer om ons wederzijds verlangen en begeren, maar alleen om de heilige wil van deze Enige der Enigen, deze Heer van alle heerlijkheid, deze God van alle Goden, uit Wien alle hemelen en zon, maan en deze aarde en wij allen ontstaan zijn!
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Waarachtige goddelijke Jezus! Als U het goed vindt, dat Lydia mijn vrouw wordt, dan neem ik haar tot vrouw; maar als U daar ook maar het minste bezwaar tegen hebt, dan behoeft U dat maar te zeggen en mijn leven wijdt zich geheel aan het uitvoeren van Uw wil!'
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Na Mijn woorden omarmen ze elkaar en begroeten elkaar met een kus.
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar Ik begroette hem heel vriendelijk en zei tegen hem: 'Ik weet alles al; jij bent Mijn leerling, ga nu naar Mijn andere leerlingen, want die zullen je heel veel te vertellen hebben. Ik heb vannacht nog veel te bemiddelen. Maar morgen al zullen ook wij het nodige met elkander te bespreken krijgen; want jij moet een bekwaam werktuig voor Mij worden.
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] 'Breng ze eerst naar hun kinderen en geef hen te eten en te drinken!', zeg Ik. 'Wij zullen intussen een buitengewone behandeling van de zaak tegen de twaalf Farizeeën hebben.'
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Faustus zegt: 'Nu, spreek dan! Mijn woord van eer, er zal jullie geen haar gekrenkt worden!'
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Nu prijst Faustus de minder rijke Farizeeër, die Pilah heette, en hij zei tegen Kisjonah: 'Wel, vriend, en nu mijn dierbare schoonvader, de grot die naar het schijnt in uw gebergte ligt, zal dat, wat u volgens het eerste oordeel toekomt, geven; maar neem de gelden en de schatten van de keizer vast in bewaring; want bij u zijn die tot het eind van dit buitengewone proces het best bewaard.
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Verzorg Pilah op mijn rekening, maar geef de dertig voor deze nacht een goed bewaakt nachtverblijf; zolang de grot niet leeg is, kan ik hen de vrijheid niet geven; maar na de ontruiming kunnen ze gaan waar ze willen, omdat hun bereidwilligheid ons tot grote ontdekkingen heeft geleid.'
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Als u maar een klein beetje minder duivels was dan u bent, dan zou ik terwille van die Ene, Die hier is, een zo draaglijk mogelijk oordeel over u geveld hebben. Maar omdat u zo meer dan duivels slecht bent, zal ik mijn naam niet aan u vuil maken, maar zal ik u aan de 'judicio criminis atri' (rechtspraak over zware misdaden) overleveren in Sidon; want daar wast iedere 'judex honoris' (rechter over zaken van eer) zich zeven maal de handen. ,
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Wat de elf betreft, laat hen ook vrij nadat je al hun schatten bemachtigd hebt! Stuur de keizer dat wat van hem is, en geef hem maar een zelfbedachte reden op voor de vertraging; maar geef de tempel ook haar deel uit de grot bij Chorazin, vertel de opperpriester, daarbij, hoe de schatten door de elf Farizeeën al een aantal jaren geleden zijn ontdekt, maar de tempel zijn onthouden aan wie ze eigenlijk behoren, en dan zal de tempel deze zaak met de elf wel heel passend behandelen.
Hoofdstuk 240: De afrekening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146  ...