Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 133 van 215

...  121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146  ...
[4] Een blind en dom volk, zoals het in het begin onder Lamech was, is gemakkelijk te bekeren, want het heeft ondanks zijn blindheid toch een open, gelovig hart; maar zo'n hoog gecultiveerd industrievolk houdt zichzelf voor wijzer dan Ik ben. Het heeft Mij zelfs helemaal niet nodig, want de wereld heeft naar zijn mening zichzelf geschapen en alle dingen op haar en tijdens haar ontstaan ook noodzakelijkerwijs geleidelijk aan de wetten waaronder zij bestaat. - Wat moet Ik dan met zo'n volk doen?
Hoofdstuk 138: De opvoeding van de zeven kinderen van Uraniël op de hoogte. De woorden van de Heer tot Uraniël. De onderdrukking van Hanoch en zijn volkeren door de raad van duizend. De twee koningszonen als zendelingen in Hanoch zonder resultaat. Koning Uraniëls dood. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Maar de boden zeiden: 'Wij zijn tot jullie heil uitgezonden van boven, en God, de Heer van de hemel en de aarde, is onze reispas!
Hoofdstuk 146: Een wenk ter beoordeling van tijdvermeldingen bij de geestelijke vertelwijze. De ontvangst van de tien boden in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Maar jij hebt je provisiekamers voor ons gesloten; daarom vergrendelen wij nu ook de schatten van de hemel voor jou, en je moet maar zien of er van de schatten die wij van God Zelf in deze stad rijkelijk moeten uitdelen iets bij jou terecht zal komen!'
Hoofdstuk 148: De tien boden onderhandelen met hun waard. De tocht naar de burcht van de duizend. Het derde vuurwonder: de brand van de bolwerken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Daarom zijn ook wij niet onverzoenlijk; wij vergeven jou je gedrag en willen je de schatten van de hemel niet onthouden.
Hoofdstuk 148: De tien boden onderhandelen met hun waard. De tocht naar de burcht van de duizend. Het derde vuurwonder: de brand van de bolwerken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Het kan beslist voor sommigen van jullie zeker niet geheel vreemd en volkomen onbekend zijn wat in diezelfde tijd de Heer van hemel en aarde allemaal heeft gedaan om ten eerste menige dwaasheid op de hoogte te verwijderen en vervolgens de laagte te reinigen van al het vuil van de jullie vast niet geheel onbekende oude boze slang.
Hoofdstuk 150: Een van de duizend raadsleden spreekt tot de tien boden. Een van de tien boden richt het woord tot de duizend raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] De Heer van hemel en aarde heeft het gehoor van onze geest zo zeer gescherpt dat wij jullie geheimste gedachten als luid uitgesproken woorden kunnen horen!
Hoofdstuk 151: De heimelijke bespreking van de duizend raadsheren. De reactie van de tien boden als echte gedachtelezers. Het ultimatum van de tien boden en hun vertrek uit de burcht. De verlegenheid van de raad van de duizend. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar Ohlad, zelf enorm ontdaan, sprak tot de tien: 'Ik heb God de Heer mijn trouw gezworen! Daarom vrees ik die bliksems niet; laat ze maar dichter op mij neerstorten dan de hevigste hagel uit de hemel, en laat ze mij en de hele aarde maar verteren! Mijn lichaam kunnen zij neerslaan en doden maar mijn wil nooit en te nimmer!
Hoofdstuk 159: De vurige wolk op de koepel van de tempel. Ohlads waardige woorden. De bespreking van de tien boden met Ohlad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Nog maar nauwelijks had Ohlad deze woorden uitgesproken of de hele hemel hulde zich in het duister; orkanen begonnen te woeden, miljoenen bliksems stortten uit de gloeiend golvende wolken neer, en om de tempel sloegen plotseling machtige vlammen wild tierend uit de grond omhoog.
Hoofdstuk 159: De vurige wolk op de koepel van de tempel. Ohlads waardige woorden. De bespreking van de tien boden met Ohlad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Kijk naar de grote bedekte hemel, die vurige wolken waaruit steeds duizenden bliksems neerschieten! Weet jij waar het einde ervan is?
Hoofdstuk 161: Ohlad wordt door een van de tien boden onderricht. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Hij wil niet met jullie spelen, maar jullie voor het eeuwige welzijn winnen of tot je verderf richten; want vrij denkende en vrij willende mensen Heeft God niet voor de aardigheid geschapen, maar om eeuwig hoogst belangrijke redenen heeft Hij ze geschapen en heeft hen de meest wijze vrije wetten gegeven, die zij moeten onderhouden, en heeft hen ook altijd getoond dat deze schepselen Zijn kinderen zijn, die Hij met oneindige eeuwige liefde liefheeft!
Hoofdstuk 161: Ohlad wordt door een van de tien boden onderricht. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Verbaas je niet over de volkomen gelijkenis, want Ik heb je immers naar Mijn evenbeeld geschapen. Verbaas je daarom niet over hetgeen reeds sinds eeuwigheid in Mijn orde was gegrondvest!'
Hoofdstuk 164: Ohlad wordt door de Heer tot koning beroepen. De Heer verschijnt als evenbeeld van Ohlad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Maar ik ben immers maar een mens zoals ieder ander uit het volk, en U alleen bent de Heer! Hoe moet ik dan naast U ook een heer zijn ten aanzien van degenen die U hebt geschapen, en die net als ik het leven uit U hebben?!
Hoofdstuk 165: Ohlads terechte vragen aan de Heer en het antwoord van de heilige Vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En de bode zei tegen de man die de olie bezat: 'Van jou heeft de Heer, de almachtige God van hemel en aarde gezegd dat je een kruik kostelijke zalfolie bij je hebt! En deze God wil dat je die olie nu aan mij overhandigt, opdat ik die naar de tempel zal dragen en God, de Heer, daar persoonlijk en eigenhandig Zelf de voormalige raadsheer Ohlad tot koning over het hele volk zal zalven!'
Hoofdstuk 166: Ohlad wordt tot koning gezalfd en de tien boden tot zijn ministers. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] 'Nu ik van mijn minister vernomen heb dat jullie naar mij willen luisteren, wil ik dan ook in naam van de Heer van hemel en aarde voor jullie mijn mond opendoen en je met heel weinig woorden verkondigen wat de Heer van jullie verlangt en wat jullie allen nodig hebben voor je tijdelijke, maar ook in de toekomst voor je eeuwige welzijn. En daarom verzoek ik jullie als je broeder dat je mij geduldig en gelaten wilt aanhoren!
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Wie van ons zal zich niet de geschiedenis herinneren van de beide raadslieden die van de hoogte als dagloners naar ons toe kwamen en al gauw uitvoerders van al onze grote bouwwerken werden. Toen ze ons tenslotte verlieten en naar God, de enige, almachtige Heer van hemel en aarde, gingen, waarschuwden ze ons?!
Hoofdstuk 177: De zelfkennis van de negenennegentig raadsheren. De eenvoud van Gods woord ergert de verstandshelden. De bekeerde Danel en Ohlad als broeders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146  ...