Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 133 van 278

...  121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146  ...
[11] Pas wanneer de mens begint te geloven zonder te twijfelen en zijn geloof tot leven brengt door volgens de leer te handelen, ontplooit het rijk Gods zich in de mens, zoals het leven in een plant zich in het voorjaar onmiskenbaar van binnenuit begint te ontplooien wanneer de plant door het licht van de zon wordt beschenen, verwarmd en daardoor aangezet tot innerlijke activiteit.
Hoofdstuk 72: Het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Als Ik echter zeg: 'Wie Mijn vlees eet', dan is daarmee ook al aangegeven dat hij Mijn woord niet alleen in zijn geheugen en in zijn hersenen heeft opgenomen, maar tegelijkertijd ook in zijn hart, dat -zoals Ik al zei - de maag van de ziel is, en dat ook heeft gedaan met de wijn van de daadwerkelijke liefde, die daardoor geen wijn meer is, maar reeds het bloed des levens; want het geheugen en het verstand van de mens verhouden zich precies zo tot het hart als de mond tot de natuurlijke maag. Zolang het natuurlijke brood zich nog tussen de tanden in de mond bevindt is het nog geen vlees, maar brood; als het echter fijngekauwd in de maag aankomt en daar met de maagsappen wordt vermengd, is het wat zijn fijne voedende delen betreft al vlees, omdat het overeenkomt met het vlees. Zo is het ook met de wijn of met water, dat zeker ook wijnstof bevat, omdat zonder water, dat de aarde in zich draagt om alle planten en dieren te voeden, de wijnstok zou sterven. Zolang je de wijn in je mond houdt, gaat hij niet in het bloed over; maar in de maag zal hij daar heel snel in overgaan.
Hoofdstuk 73: De Heer geeft uitleg over het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Als Mijn brood, Mijn leer dus, door het verstand fijngekauwd ofwel als volle waarheid begrepen en opgenomen is, moet die vervolgens ook door de liefde voor de waarheid in het hart worden opgenomen en door de vaste wil overgaan in de daad. Als dat gebeurt, dan wordt het woord. omgezet. in vlees en door de ernstige daadkrachtige wil in het bloed van de ziel, dat Mijn geest in haar is, zonder welke de ziel even dood zou zijn als een lichaam zonder bloed.
Hoofdstuk 73: De Heer geeft uitleg over het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Zoals de natuurlijke maag van het lichaam in gezonde, krachtige toestand allerlei rein en desnoods ook onrein voedsel in zich kan opnemen zonder schade te lijden, omdat hij door zijn activiteit al het onreine uit zichzelf verwijdert of het in iets zuivers verandert, zo doet ook de gezonde, krachtige maag, van de ziel dat, en zodoende is voor de reine mens alles rein, en zelfs de meest onreine geestelijk(e pestwalm van de hel kan hem geen schade berokkenen.
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Als jullie volledig Mijn rijk in je zullen bezitten, zullen jullie over slangen en schorpioenen kunnen wandelen en vergif uit de hel kunnen drinken zonder dat het jullie ook maar enigszins schaadt.
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Maar de waard, die zelf bang werd vanwege de zo plotseling opgestoken storm, zei: 'Hoe kunnen jullie, dienaren van God, dat aan mij vragen? Anders weten jullie toch altijd alles en zeggen dat God zonder jullie, die Zijn enige plaatsvervangers en Zijn dienaren en knechten zijn, niets op deze wereld kan doen. Dan zullen jullie nu ook wel het best weten waarom God deze geweldige storm zo plotseling heeft laten ontstaan en hoe het af zal lopen. Wat moet Ik, die door jullie nog steeds als een halve Samaritaan word beschouwd, dan weten, als jullie, die zo dicht bij God staan, zelf vol vrees en angst vragen beginnen te stellen?'
Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Maar in de synagoge liggen een hele hoop onrechtmatig verkregen schatten waar arme weduwen. en wezen ronddwalend in den vreemde om jammeren en weeklagen, terwijl deze blinde Farizeeën, die zich door de Joden als dienaren Gods laten eren, zich hier totaalonbezorgd vetmesten, zonder zich te bekomnieren om het ware heil van de mensen. Daarom is het ook niet jammer van die schatten, waar God eeuwig nooit een welbehagen in kan hebben. Maar dezen hier, die nu terecht schade lijden, zullen in de toekomst nog een even goed leven leiden als ze tot nu toe hebben gedaan!'
Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Daarop ging Ik met de betere Farizeeër naar buiten en keek met hem naar de felle brand, die reeds in het gehele grote gebouw woedde, en Ik zei tegen hem, terwijl hij zonder vrees of angst bij Mij stond: 'Denk je en geloof je nu nog dat het Mij mogelijk zou zijn om met één woord die geweldige storm te bedaren, de brand te blussen en daardoor tenminste jouw bezittingen te redden?'
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Vol vertrouwen zei de Farizeeër: 'Ja, Heer en Meester, nu pas geloof ik dat helemaal zonder enige twijfel! Spreek slechts één woord, en er zal onfeilbaar gebeuren wat U wilt!'
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] De schriftgeleerde zei: 'Wij konden onszelf toch niet tot geloof dwingen! Bij een volkomen geloof hoort een gedegener overtuiging dan wij van U konden hebben. In deze tijd, waar het wemelt van allerlei tovenaars en wonderdoeners, is het moeilijk - en met name voor een oude schriftgeleerde -om tussen de vele op elkaar lijkende verschijnselen de waarheid te ontdekken en die dan zonder twijfel als zodanig aan te nemen en zonder twijfel te geloven!'
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Kijk, zo heb ik de betekenis van je droom gezien en die ook zonder enige terughoudendheid aan je meegedeeld! Maar als ik het goed gevoeld heb is die uitleg niet helemaal uit mijzelf voortgekomen; want ik had duidelijk het idee dat een hogere geest mij die woorden in mijn hart en mond gelegd heeft. En ik geloof ook dat de geest van Degene aan wie de krachten van de hemelen en alle elementen van deze aarde gehoorzamen -zoals we hebben gezien - jou in die droomtoestand heeft doen komen.
Hoofdstuk 80: De Farizeeër verklaart de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Toen hij zijn beker helemaal leeggedronken had, zei hij (de schriftgeleerde): 'Werkelijk, dit is een van die tekenen die zich op geen enkele natuurlijke manier laten verklaren! Allerlei soorten zieken enkel door een meer dan vast geloof en een onbuigzame wil te genezen, dat heeft volgens oude sagen en overleveringen onder de mensen al eens bestaan; want er zijn, al is het ook sporadisch, hier en daar nog geheel en al onbedorven mensen, die een meer dan grote en even sterke levenskracht bezitten. Als zulke mensen met hun geloof en wil op een zieke willen inwerken, wordt de zieke als het ware doordrongen en vervuld van een stroom levensvuur en kan in één ogenblik gezond worden; over dergelijke genezingen weet men veel uit de oude geschriften van bijna alle ons bekende volkeren. Zo weet men ook dat er mensen bestaan hebben die al naargelang hun goede of kwade goeddunken bij klaarlichte dag allerlei dingen konden toveren en ook andere dingen konden doen, die een natuurlijk mens wonderbaarlijk moesten voorkomen. Maar oude, lege wijnzakken en andere vaten enkel door de wil ten eerste in een bruikbare staat te brengen en ze vervolgens ook met de zuiverste, beste wijn te vullen, dat is iets waar geen enkele van alle kronieken en oude sagen iets over kan vertellen. Dit beschouw ik dan ook als een bovenmenselijk teken, dat zonder een grote overvloed aan echt goddelijke kracht niet tot stand gebracht zou kunnen worden -en nu begin ook ik te geloven dat U werkelijk de Gezalfde Gods bent!'
Hoofdstuk 82: Het wijnwonder en de gevolgen ervan (11.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Ten eerste blijft de waarheid ook zonder tekenen een en dezelfde waarheid, en wie daarnaar zal leven en handelen, zal zich er diep van binnen van bewust worden, dat Mijn leer een goddelijk en geen menselijk woord is.
Hoofdstuk 83: Over de boom des levens en de boom der kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Maar nu heeft, overeenkomstig de voorspelling van de profeten, Jehova het lichaam van de mensen van deze aarde aangenomen en zodoende tussen Zichzelf als de oereeuwige geest en de mensen een beschermende wand geplaatst, opdat zij Hem zonder schade voor hun leven kunnen zien, aanraken, horen en spreken, en niemand hoeft bang te zijn dat hij door Mijn zichtbare aanwezigheid verpletterd wordt.
Hoofdstuk 85: De Heer spreekt over Zijn menswording - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ik zei: 'Zonder Mijn liefde zou er geen wereld en dus ook geen mens tot bestaan zijn gekomen. Alles wat de eindeloze scheppingsruimte bevat, is Mijn door Mijn wil belichaamde liefde, en jij dus zeker ook.
Hoofdstuk 85: De Heer spreekt over Zijn menswording - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146  ...