Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 133 van 1088

...  121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146  ...
[2] Wel, zo is jouw hart ook het huis van je ziel en vooral van je geest! Als je echter steeds naar buiten gericht bezig bent, wanneer zul je dan je levenshuis schoonmaken, opdat je geest in de gezonde lucht van je ziel zich zal ontwikkelen?
Hoofdstuk 61: Het leven is een strijd, zowel uiterlijk als innerlijk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Als je je innerlijk wilt kennen, moet Je daarvoor, Je zintuigen naar binnen richten, net zoals je je ogen daarheen moet richten waar je iets wilt zien. Hoe denk je de zonsopgang te kunnen zien, als je ogen op het westen zijn gericht?! Zie jij, die toch zelf al rabbi was, niet in dat je ten opzichte van je hoogst persoonlijke, eigen levenssfeer nog zo blind bent als een embryo in het moederlichaam?!"
Hoofdstuk 61: Het leven is een strijd, zowel uiterlijk als innerlijk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Wat jij hier over de grote heiland hebt gezegd is ontegenzeggelijk juist en het is mogelijk dat zijn leer ook met een beter resultaat bekroond wordt dan alle godsdiensten tot op heden. Maar ik zou over vijfhonderd jaar met mijn huidige bewustzijn wel eens willen zien en beleven, hoe deze nieuwe leer er dan over het geheel genomen uit zal zien, vooropgesteld dat het daadwerkelijke volgen ervan, net als bij alle eerdere, afhankelijk is van de vrije wil van de mensen! .
Hoofdstuk 63: Hebram toont de fouten aan in Risa 's gedachtegang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] HEBRAM zegt: "Ja en nee! Volgens de gedachtengang van een mens van deze aarde heb je naar mijn mening zeker wel gelijk, maar uit zuiver goddelijk standpunt bezien, heb je erg ongelijk en ben je dus toch op een dwaalspoor, want Gods plannen zien er heel anders uit dan de onze. Kijk, als wij de sterren aan het firmament geplaatst zouden hebben, zouden wij ze zeker regelmatiger verdeeld hebben. Maar God, de Almachtige, heeft ze daarentegen als een warhoop van lichtjes aangebracht! Waarom heeft hij die manier gekozen?
Hoofdstuk 64: De goddelijke orde en ons aardse verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Als je een bloem beschouwt, geniet je zeker van haar mooie vorm. Maar wat heb je aan die vreugde, want die is toch net zo vergankelijk als de bloem die haar teweegbracht?! Maar de kracht van de bloem moet neerslaan in het binnenste van het omhulsel waarin het levende zaad wordt bewaard en verzorgd, en zo moet ook jullie uitwendige vreugde verwelken, en haar kracht moet afdalen naar de oerbasis, waar het eeuwige, geestelijke leven wordt bewaard en verzorgd. Dan zal daaruit tesamen met de geest een eeuwigdurende vreugde over diens ware, innerlijke schoonheid ontstaan die geen rijp op enigerlei wijze meer zal kunnen deren.
Hoofdstuk 65: Levenslessen voor beginners. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] De rijke gaat naar de synagoge en bidt voor het aangezicht van de armen, om deze te laten geloven hoe vroom men zou moeten zijn om door God zo gezegend te worden. De arme bidt eveneens veel. Ten eerste om ook door God gezegend te worden en ten tweede opdat de rijke hem zal zien en hem dan misschien toch een aalmoes geeft. Wat voor verschil is er dan tussen beiden? Er is helemaal geen verschil! Want de rijke strooit de arme zand in de ogen en de arme doet datzelfde zoveel mogelijk bij de rijke, om iets van hem te krijgen. Maar mij bedriegt niemand, ook geen wonderdoener. Want de wonderdoeners weten heel goed voor wie en waarvoor zij hun schijnwonderen doen! Als zij zeer grote meesters in hun geheime kunsten zijn weten ze vaak groot en klein beet te nemen, worden letterlijk als hogere wezens vereerd en daardoor rijk en machtig!
Hoofdstuk 62: Het gezonde verstand van Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] De gewone mens is in alles meer dier dan mens. Het ontbreekt hem aan iedere hogere intelligentie en hij zal zich daarom niet laten verheffen boven zijn duizendjarige levensopvatting, ondanks alle duidelijk zichtbare onjuistheid en zoete dwaasheid. De meer intelligente mens zal echter denken: 'Het leven in de oude dwaasheid is goed, waarom iets nieuws waarmee men geen ervaring heeft hoe het geaccepteerd zou worden en hoe daarmee geleefd zou moeten worden?' Daarom zijn zulke verlichte denkbeelden bedoeld voor bepaalde plaatsen en moeten zoveel mogelijk geheimgehouden worden om de gelukkig makende waarde tenminste voor een paar mensen van de grote wereldmassa te behouden. Als zoiets gemeengoed wordt, verliest het zijn waarde, wordt al gauw belachelijk, en dan kraait er geen haan meer naar. Wat één - zeg maar - mens kan doen, doen hem dan al gauw duizenden na, zodra ze maar enigermate in de zaak worden ingewijd!
Hoofdstuk 62: Het gezonde verstand van Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Steeds viel er iets zuivers en goddelijks weg en kwamen er wereldse, menselijke voorschriften voor in de plaats, zodat het enige dat werkelijk voor ons behouden is gebleven, thans alleen bestaat uit de namen, maar verder is alles van Mozes zo goed als verdwenen. Alleen datgene wat de tempeldienaars nog een zeker goddelijk aureool geeft is gebleven. Het strafrechterlijke heeft men in stand gehouden, om daardoor uit hoofde van een als het ware door God gemachtigde betweterij, de mensen op duivelse wijze te kunnen kwellen. Maar het eigenlijke goddelijke is allang volledig uitgebannen. Terwille van de tien geboden van God laat men voor zichzelf geen grijs haren boetekleed meer maken. Echtbreuk bij mensen van aanzien, die zeer rijk zijn, vindt nog wel waardering omdat zulke mensen zich met veel geld vrij moeten kopen van de steniging. Zij krijgen dan alleen maar een zogenaamd vervloekt water te drinken, waarvan hun buik echter niet barst, want dat soort zondaren zijn voor de vele behoeften van de tempel nog meermalen goed te gebruiken! Als daarentegen de hoge dienaars van de tempel echtbreuk begaan, kraait daar nooit enige haan naar, alleen als een arme duivel eens echtbreuk zou begaan, dan wordt deze natuurlijk naar behoren gestenigd.
Hoofdstuk 63: Hebram toont de fouten aan in Risa 's gedachtegang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Toen richtte IK Mij tot Jarah en Josoë en zei tegen hen: "En jullie, beste kinderen van Mij, kunnen nu een poosje naar de keuken naar de dochters van onze Marcus gaan, die zullen jullie heel wat te vertellen hebben over wat zij nu in de laatste paar dagen bij hun kokerij zoal hebben beleefd, dat zal voor jullie erg nuttig zijn. Want dat wat Ik verder de gasten ga uitleggen, lijkt op een brood dat zo hard is als steen en je hebt er heel sterke en goed ontwikkelde tanden voor nodig om zo'n hard stuk brood goed te kunnen kauwen opdat het daarna de gevoelige maag van de ziel niet tot last is en pijn en schade veroorzaakt. Later, als de tanden van jullie gemoed sterker worden, zal dit soort zaken jullie ook worden verteld!"
Hoofdstuk 65: Levenslessen voor beginners. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Maar IK richt Mij nu tot Cyrenius en zeg: "Nu, beste vriend, kun je luisteren naar wat Ik je als antwoord zal geven op je tamelijk uitvoerige vraag. Daar moet je je dan aan houden, net als ieder, die het zal horen!"
Hoofdstuk 65: Levenslessen voor beginners. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Alleen een jonge man, wiens geslachtsdrift door de bekoorlijkheden van een meisje zodanig is aangewakkerd dat hij zichzelf nauwelijks meer meester is, mag gemeenschap hebben met een maagd, met of zonder verwekking van een vrucht. Maar na de gemeenschap moet hij naar eer en geweten dat aan haar betalen wat Mozes heeft voorgeschreven. En ontstaat er na zo'n door de nood veroorzaakte gemeenschap een vrucht, dan moet hij de maagd het tien tot honderdvoudige geven van datgene wat hij volgens Mozes aan haar schuldig was als er géén vrucht uit de geslachtsdaad was voortgekomen. Want een maagd brengt voor zo'n man een grootoffer waar leven en dood mee gemoeid is! Als een man daarna zo'n maagd kan trouwen, moet hij dat niet nalaten, want, zoals gezegd, zij heeft hem een groot offer gebracht en hem van een bedwelmende last bevrijd.
Hoofdstuk 66: De geslachtelijke omgang van mannen en vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Bij dit soort aangelegenheden zijn er al vaak heel wrede dingen gebeurd. De nieuwe echtgenoot probeerde dan, als hij onder de wet van Mozes stond en de vreemde vrouw hem te lastig werd, van haar af te komen door heimelijk naar haar eerste man te gaan en de ontrouwe, overspelige vrouw aan hem te verraden. Het gevolg was, dat zo'n vrouw dan werd gestenigd en de beide mannen weer opnieuw wettig een vrouw konden zoeken. Maar daar zal een eind aan moeten komen!
Hoofdstuk 67: Bepaalde uitzonderingen bij seksuele omgang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Betert zo'n mens zijn leven en begint hij met juist inzicht zijn zonde te verafschuwen, dan kan hij ook met meer liefde behandeld worden. Betert zo'n mens zijn leven echter helemaal niet en blijft hij zichtbaar zijn losbandigheid koesteren -wat zo'n geile bok nooit geheel kan verbergen dan kan hij, als het iemand is die enige opleiding heeft genoten, uit de gemeente verstoten worden naar een ver woest gebied, waar de grote ontbering hem wel tot bezinning zal brengen. Als hij zijn leven betert, zal het hem wel beter vergaan -zo niet, zal het woeste land hem uitputten.
Hoofdstuk 69: Maatregelen tegen geslachtelijk losbandig leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De honing van het huwelijk is toch al het slechtste deel ervan, want pas bij het bittere deel van het huwelijk begint de gouden levensernst. Die moet echter overal zijn intrede doen, want kwam die niet, dan zou het slecht gaan met het zaad voor de hemelen.
Hoofdstuk 70: Wanneer echtscheiding geoorloofd is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Een fatsoenlijke vrouw heeft vanwege de grote geilheid van haar man méér recht om scheiding te eisen, dan een man vanwege de grote geilheid van zijn vrouw. Want een eenmaal gezegende vrouw heeft rust nodig gedurende de tijd die God de natuur van de vrouw heeft voorgeschreven. Voor de man is geen tijd voorgeschreven en hij heeft dus minder rust nodig voor zijn natuur dan de gezegende vrouw. Daarom moet men in een rechtszaak eerder naar een gezegende vrouw luisteren dan naar een koele man.
Hoofdstuk 71: Nog meer raadgevingen voor echtparen en rechters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146  ...